Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 413 van 1112

...  401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426  ...
[5] Welnu, een paar dagen geleden waren er 's nachts aan de hemel werkelijk buitengewone dingen te zien. Men ging weliswaar naar de Farizeeën en stelde zich voor wat voor wonderen men daar allemaal wel niet zou horen, en men dacht er ook aan, dat de goede, oude Jehova nu toch eindelijk weer eens een teken van Zichzelf aan de joden had gegeven. Maar niets van dat alles! De Farizeeën vertelden het volk met een heel opgewekt gezicht dat het hele indrukwekkende verschijnsel, dat voor ons joden geen goede profetie inhield, een volksbedriegerij was, bewerkstelligd door de Romeinen met behulp van de Essenen, die goed thuis zijn in allerlei toverkunsten. En verder had het niets anders te betekenen dan dat de Romeinen, met wie in het bijzonder het hogere en rijke deel van de joden al lange tijd niet veel op heeft, door dergelijke middelen het meer lichtgelovige en bijgelovige volk wilden misleiden en tegen hun joodse oversten opzetten, om daardoor een algemene opstand van de joden tegen de enigszins zwak geworden overmacht van de heidenen te verhinderen. Met die verklaring ging men dan weer heel onverschillig en welgemoed zonder verdere ongerustheid naar huis en bekommerde zich in het geheel niet meer om het hele verschijnsel, hoe verschrikkelijk het er ook uitzag.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen pas begaf de hoofdman zich vol deemoed naar Agricola, begroette hem en vroeg hem of hij hem zijn hoge en machtige wil bekend wilde maken.
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar dat de soldaten samen met hun goed geïnstrueerde aanvoerders reeds van hier af grof misbruik hebben durven maken van de hun slechts met mate verleende vrijheid, heb ik niet kunnen verwachten of voorzien, omdat ze zich nu al gedurende drie volle jaren in Bethlehem steeds zodanig gedragen hebben, dat er nog geen enkele klacht over hen door iemand is ingediend. Bovendien zijn ze op vrije dagen beurtelings al vaak hier geweest, hebben gegeten en betaald, wat de waard wel zal weten. Maar dat ze zich reeds hier bij hun vertrek al zo gedragen hebben alsof ze in een vijandelijk land waren, daar kan ik werkelijk niets aan doen; want daarvoor heb ik hun geen instructie gegeven.
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar nu komt het op de waard aan, dat hij getrouwen waarachtig aangeeft hoeveel de soldaten bij hem verteerd hebben en hoeveel hij eist voor het mishandelen van hemzelf, zijn vrouwen in het bijzonder zijn kinderen. En tenslotte moet jij aan Lazarus, een trouwe waard uit Bethanië, die zich hier rechts van mij bevindt, vandaag nog het reisgeld voor de soldaten betalen. -Spreek jij nu, waard van deze herberg!'
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Agricola zei: 'Jij mag nu wel blijven als onze vriend, en dat je nader kennis maakt met onze grootste heilsman zal je van zeer groot nut zijn; Je zult weldra nog meer aan Hem te danken hebben dan je nu aan Hem te dank.en hebt. Maar zie nu dat je het met Lazarus regelt; want onderweg heb Ik met zijn instemming de aanvoerders van de soldaten de instructie gegeven, dat ze zich daar op jouw kosten met mate konden laten verzorgen en zich ook het reisgeld, dat jij hun onthouden had, konden laten uitbetalen!'
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ja, tegen een dergelijke verklaring kon men redelijkerwijs ook weer niets inbrengen! Want ten eerste is men zelf niet beter op de hoogte van alles, wat er nu in het gehele grote rijk der joden is en gebeurt, en ten tweede kan men zich, zelfs wanneer men van iets buitengewoons beter op de hoogte zou zijn, toch niet inlaten met een gesprek met die welbespraakte heren uit de synagoge, want ten eerste zou men niets met hen kunnen beginnen en ten tweede ook het gevaar lopen om in alle opzichten door hen vervolgd te worden. En zo blijft men dan liever gewoon een stille landsburger en bekommert zich noch om het een noch om het ander, hoewel men maar al te goed inziet, dat die aanhangers van de synagoge ook alleen maar vanwege hun buik zijn wat ze zijn, en voor zichzelf nog minder in een God geloven dan één van deze vele fruitbomen van mij.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De hoofdman zei: 'Machtige gezagsdrager van de keizer en hoogste uitvaardiger en beschikker van de wijze wetten van Rome! Rechtvaardigen kan ik mij niet tegenover u, hoewel ik strikt genomen niet echt in strijd met de inhoud van de in Rome aan mij verleende volmacht heb gehandeld; maar uit menselijke overwegingen had ik natuurlijk ook anders kunnen handelen, omdat het mij ook vrij staat om mild te zijn als ik dat juist acht. In dit geval bestond er weliswaar geen reden om de soldaten met iets teveel vrijheden naar een andere provincie te laten trekken, maar ik wilde een beetje bezuinigen door hun reisgeld achter te houden, maar ik heb hun in plaats daarvan toegestaan om zich voor de noodzakelijke proviand met mate schadeloos te stellen bij de grote herbergen onderweg. En daarin bestaat in dit geval mijn eigenlijke schuld, die ik volledig, en wel tienvoudig, wil vergoeden.
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Nu zei Lazarus: 'Laat mij nu ook iets zeggen! Aangezien deze hoofdman nu zo edelmoedig is geworden en mij tien jaar geleden ook een onmiskenbaar grote vriendschap bewezen heeft bij mijn bezittingen, die zich hier in de omgeving bevinden, doe ik hetzelfde als onze edele waard, zodat de vriendelijke hoofdman ook mij niets meer schuldig is! Moge hij in ruil daarvoor steeds de rechten van de armen en verdrukten beschermen en hen beschermen tegen de vergrijpen en grote willekeur van Herodes; want in deze omgeving maakt hij het nog bonter dan in Jeruzalem.'
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Nu nam de waard nogmaals het woord en zei: 'Ja, Herodes is onze grootste kwelling! Wij zouden met een nog grotere liefde de keizer aanhangen dan nu het geval is, wanneer hij ons, wat zeker gemakkelijk zou gaan, maar van deze kwelling zou willen bevrijden. We weten wel dat Herodes als leenvorst een groot tribuut aan Rome betaalt; maar daar tegenover stelt hij zich tienvoudig schadeloos door het afpersen van meer dan hoge belastingen en hij ontziet niemand. Wanneer zijn belastingafpersers komen zit er niets anders op dan gewillig te betalen wat en hoeveel zij verlangen. Er wordt geen uitstel verleend, maar wat men te horen krijgt is: betalen! Van degene die het geld niet heeft wordt alles afgenomen, vee en graan en, als dat allemaal niet genoeg is, ook vrouwen kinderen. Wanneer de aldus van alles beroofde man vervolgens de verlangde belasting niet voor een gestelde termijn kan betalen, dan worden zijn vee, graan, vrouwen kinderen op openbare markten verkocht. Ja, dat is toch werkelijk iets verschrikkelijks! Dan kan men bij de Romeinse rechtbanken zijn beklag doen zoveel men wil, men vindt daar geen bescherming; en dat is toch wel een ten hemel schreiend onrecht!
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Zo heb ik bijvoorbeeld jaarlijks minstens honderd zilverstukken aan Herodes moeten betalen. Maar toen ik mij reeds tien jaar geleden voor duizend zilverstukken vrijgekocht heb, was Herodes toch volkomen schadeloos gesteld, aangezien hij die duizend zilverstukken tegen tien procent op de wisselbank zette. Maar dat was voor die grote zwelger niet genoeg: hij legde de honderd zilverstukken, die hij van mij niet meer zou krijgen, op aan twintig andere schatplichtige onderdanen, zodat iedereen nu ongeveer vijf zilverstukken meer moet betalen dan voorheen. En als ze hun beklag doen bij de Romeinen, vinden ze daar maar zelden bescherming, maar men raadt hun aan zich ook vrij te kopen. Ja, dat zou allemaal wel kloppen, als degenen die het 't zwaarst te verduren hebben daar de middelen maar voor zouden hebben! En dan is het zich vrijkopen van het willekeurige en onbeheerste gedrag van Herodes ook nog eens werkelijk een gewetenskwestie en een vergrijp tegen de naastenliefde; want ik heb mijn lot wel verbeterd, maar tegelijkertijd dat van tien en twintig anderen verzwaard.
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Hierop wendde Agricola zich tot Mij en zei: 'O Heer en Meester! Geef ons Romeinen raad volgens uw liefde, genade en gerechtigheid, wat er in deze werkelijk zeer kwalijke kwestie gedaan zou kunnen worden voor het heil van deze mensen!'
Hoofdstuk 115: De goddelijke leiding van het j oodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] T oen mopperden en klaagden de mensen nog erger dan nu en velen vroegen God om hulp; maar God is niet een wezen dat net als een mens zijn eenmaal genomen besluit van vandaag op morgen verandert -want als Hij dat zou doen, zou er allang geen aarde en geen zon meer bestaan! -, en zo liet Hij de joden dan ook onder de koningen. En de koningen waren wijs en leidden het volk rechtvaardig, zo lang het volk zelf goed en wijs en rechtvaardig bleef volgens de wetten van God. Maar toen het volk zich te buiten begon te gaan en hoererij en allerlei onrechtvaardigheden begon te bedrijven, werden er ook niet wijze en harde en onrechtvaardige koningen over hen aangesteld.
Hoofdstuk 115: De goddelijke leiding van het j oodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Omdat het volk nu zo is, moet het nu ook door de Romeinen en nog sterker door hun leenvorsten geplaagd worden. Maar wie nog wijs en rechtvaardig is en de geboden van God in acht neemt en zich eraan houdt, zal ook gerechtigheid, genade en hulp vinden bij God en bij de mensen, en de hebzucht en heerszucht van Herodes zal hem niet kunnen deren, waarvan Lazarus en vele anderen kunnen getuigen.
Hoofdstuk 115: De goddelijke leiding van het j oodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar wie nog verdrukt wordt, moet zich eerst waarachtig tot God wenden en Hem in zijn hart om hulp vragen, dan zal hij geholpen worden als hij zich onthoudt van al die vele zonden die nu onder de joden meer dan onder de heidenen gebruikelijk zijn!
Hoofdstuk 115: De goddelijke leiding van het j oodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] O, die grote blindheid van de joden, en wel met name van hen die in de tempel en de synagogen zitten en zich op de voorgrond plaatsen! Als Ik hen roep, horen ze niets, en laat Ik hun het grote licht zien, dan kijken ze er niet naar. Daarom wee hun op de dag van het gericht dat over Jeruzalem zal komen! Maar nu niets meer daarover!'
Hoofdstuk 116: De hoofdman en de waard herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426  ...