Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 414 van 1490

...  402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427  ...
[14] Zeg me nu eens, watje van deze ware gebeurtenis denkt! Leeft de ziel na de lichamelijke dood verder, of sterft zij voor altijd samen met het lichaam?'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Toen zeiden ALLE FARIZEEËN: 'Dat hebben alleen maar de laaghartige Joden willen doen en niet wij! Maar wij zijn nu niet vanwege de tempel maar vanwege onszelf hierheen gekomen, om te zien en te testen waarom het gaat. Moeten we geloven of niet geloven? Maar tot op heden voldoet dat, wat we gezien en gehoord hebben, nog niet helemaal, en wij wachten daarom nog op wat meer. Als onze overtuiging groter wordt, kunnen ook wij leerlingen van deze Meester worden. Je moet daarom niet aandringen! Jij, vriend, hebt ons met je vragen nu weliswaar overwonnen, en wij zijn je die honderd pond goud schuldig; maar nu hebben wij het recht omjou tien vragen te stellen! Als je ze allemaal beantwoord hebt, krijg je ook meteen de honderd pond. Stem je daarmee in?'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar die vermaning sloegen jullie ook in de wind en jullie zeiden: 'Het is beter voor het volk onwetend over dit alles te blijven; want als men het volk te ver zou inwijden, zou het al gauw helemaal geen priesters meer nodig hebben, en die zouden zich dan genoodzaakt zien ook met hun handen hun dagelijks brood te verdienen. ' Deze veronderstelling was echter beslist heel dom, omdat Mozes toch zelf geboden had dat de stam van Levi van de tienden moest leven.
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarin wordt ook de grote Messias beschreven, hoe hij in deze wereld zal komen, hoe Hij zal leven, wat Hij zal doen, welke leer Hij zal verkondigen en hoe Hij door de priesters gehaat en vervolgd zal worden. Dan komt de ondergang der Joden, de kerk van de Messias, haarlangdurige vervolging door de anti-Messias, dan komt het einde daarvan en vervolgens de grote heerlijkheid van de zuivere kerk van God op aarde. Helemaal aan het eind van dit aanhangsel staat weer een dringende en krachtige waarschuwing dat dit aanhangsel ook altijd door het volk moet kunnen worden ingezien. -Hebben jullie dat ooit gedaan?
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Daarom zei DE SCHRIFTGELEERDE: 'We zien al dat ook deze vraag een misser is en verklaren deze vrijwillig als verloren. Maar omdat wij u toch iets moeten vragen, willen we u een andere vraag stellen en dat wordt dus de vierde vraag.
Hoofdstuk 217: Over het Hooglied van Salomo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wel dat was een door ons allen geziene geest, of de verder levende ziel van een reeds lang gestorven en vergaan lichaam, die een volmaakte mensengestalte had en goedverstaanbare woorden voor mijn welzijn sprak en een wilskracht toonde waartegen al onze fysieke kracht volkomen in het niets verdween. Deze verschijning is volkomen waar en kan door de meeste van mijn metgezellen hier worden bevestigd. -Laten we echter verder gaan met een andere, die wij in Opper-Egypte meemaakten!'
Hoofdstuk 218: Agricola spreekt over het wezen van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] In het zesde boek berichtte hij nauwkeurig over het natuurlijke ontstaan van de aarde, en beschreef hij haar toestanden van het begin tot aan zijn tijd, en vanaf daar profetisch verder tot haar volledige uiteenvallen. Juist in dit zesde boek beschreef de grote man ook de sterrenhemel, deze zon, de maan van deze aarde en haar bewegingen, zoals ook de bewegingen van alle planeten, wat zij zijn, hoe zij er uitzien, en hoe zij als werelden functioneren. Hij beschreef ook de kometen, de zons en maansverduisteringen en liet zien, hoe goede rekenaars deze van te voren exact kunnen berekenen. En tenslotte liet hij ook nog zien wat de vaste sterren zijn, wees op hun grootte en de reusachtige afstanden waarop ze van hier staan, en zei aan het eind van dit belangrijke boek, dat dit allemaal goed aan het volk bijgebracht moest worden, opdat het volk van God in alle waarheid op aarde en onder de sterren zou wandelen en niet in allerlei verkeerde, heidense dwalingen zou vervallen.
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE ROMEIN:) 'Kijk, de ziel als geestelijke substantie is helemaal mens, zowel wat betreft gedaante alsook wat betreft alle ledematen en bestanddelen van het lichaam! En als dat niet zo zou zijn, kon zij ook niet van haar lichaam zo volmaakt mogelijk gebruik maken. De handen van de ziel bevinden zich in de handen van het lichaam, haar voeten in de voeten van het lichaam, en zo verder alle delen van de ziel in de overeenkomstige delen van het lichaam. Wordt het lichaam ergens ziek, dan is de zielook in de zieke lichaamsdelen aanwezig en spant zich erg in om deze weer gezond te maken. Lukt haar dat niet, dan wordt zij daarin passief en het gevolg daarvan is dat zo'n lichaamsdeel helemaal verlamd, vrijwel gevoelloos en dus inactief schijnt te zijn. Dat is een goede en juiste leer van alle oude en ook nieuwe psychologen. Maar nu vraagje je af hoe die geleerden achter dat geheim kwamen. Die vraag is heel gemakkelijk te beantwoorden.
Hoofdstuk 218: Agricola spreekt over het wezen van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ogenblikkelijk richtte het wezen zich op en zei: 'Ik ben een dochter van Sesostris en mijn naam is Isia.Jij bent ook van dezelfde stam en je kunt mij vrijmaken uit deze vesting van ellende en vertwijfeling waarin ik al een lange aardse tijd verblijf. Vertel mij over een echte, ware God! Die alleen zal mij bevrijden van deze lange kwelling; maarjouwen mijn goden zijn alleen maar dode gedachten van de blinde mensen.'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wat er verder gebeurde doet hier echt niet terzake. De verschijning was ditmaal vrouwelijk en leek precies op een meisje van hoogstens drie en twintig jaar. Als dochter van Sesostris heeft zij beslist ook eens op deze aarde lichamelijk geleefd, en het zou me erg verwonderen als zij niet volkomen leek op haar toenmalige lichamelijke gedaante.
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik geloof dat ik jullie vraag nu helemaal ordelijk heb beantwoord. Ik zou jullie nog wel een aantal van zulke feiten uit oude tijden en van al de ons bekende volkeren kunnen vertellen; maar dat zou de waarheid van mijn antwoord niet vergroten. En dus heb ik ook deze vraag helemaal volledig beantwoord en kunnen jullie mij nu wel de vijfde vraag stellen! Wat denken jullie ervan?'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Dat je deze vierde vraagbuitengewoon goed beantwoord hebt, moeten wij allen toegeven. Maar wij geven ook toe, dat wij je geen vraag meer kunnen stellen; want je bent een uitermate geleerd man met erg veel ervaring, bij wie wij allen in de leer zouden kunnen gaan. Wat moeten of kunnen wij je nog verder vragen?! We zullen je de honderd pond goud betalen en daar houdt de zaak mee op.'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE ROMEIN zei: 'Best! Inmiddels kunnen we deze geschiedenis wel laten voor wat het is, omdat jullie nu inzien dat wij Romeinen niet zo dom zijn als jullie gewoon waren van ons aan te nemen. Jullie hebben nu gezien dat wij alles degelijk onderzoeken en het daarbij gevonden goede en ware behouden. Maar omdat jullie daar nu wel van overtuigd zijn, vraag ik jullie: Heb ik gelijk, als ik jullie nu je grote dwaasheid verwijt om de godmens die daar zit, niet als zodanig te willen en te kunnen erkennen naar wat Hij volgens mijn mening ontegenzeggelijk is?'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE ROMEIN zei: 'Deze verontschuldiging van jullie is zo waardeloos en zo leeg als een uitgeblazen ei en bevat niet de minste reden om jullie van het aannemen van de waarheid af te kunnen houden. Want nu jullie weten en wel moeten erkennen wie deze godmens is, kunnen jullie toch onmogelijk vragen wat jullie zullen eten, waarmee je je zult kleden en waar je zult wonen. Als de hoogste geest van God in Hem woont, die hemel en aarde geschapen heeft en alles onderhoudt en bestuurt, en als iedere ademhaling en iedere polsslag alleen van Hem afhangt, dan zal Hij ook wel degenen die in Hem geloven en Hem liefhebben alles geven wat zij voor hun lichamelijke levensonderhoud nodig hebben.
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Kijk eens al naar deze mensen hier! Zij eten en drinken en zijn goed gekleed. Ook al hadden zij hun kleren al eerder, dan toch niet het voedsel wat zij hier nu gebruiken. Ook jullie drinken nu wijn die nooit eerder in een zak zat, en eten brood dat nooit in een bakkersoven was. Als jullie nu net als wij Romeinen daarvan overtuigd moeten zijn, hoe kunnen jullie je dan met zulke waardeloze redeneringen verontschuldigen?
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427  ...