10915 resultaten - Pagina 415 van 728
... 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 ...
[22] Behoud ons allen echter ook eeuwig in de voortdurende deemoed en liefde tot U en alle broeders! Amen.'Hoofdstuk 9: Sethlahem spreekt woorden van dank en prijst de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Daar wij allen echter door onze verkeerde voorstelling van Jehova, Hem ons niet als mens voorstelden, maar als een zo ondenkbaar groot wezen, van wie wij ons zelfs niet de geringste voorstelling konden maken, was het enerzijds dan ook vanzelfsprekend dat wij inderdaad zulke dwaze ideeën hadden over hetgeen God behaagt; die konden immers niet veel anders uitvallen dan de voorstelling die we van Hemzelf hadden.
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Dus kijk, beste broeder, onze harten waren wel voortdurend met God bezig, maar jij had de genade dat je een juister beeld had van Jehova dan ik, - wie had er echter tussen ons als scheidsrechter moeten of kunnen optreden?
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Het goede in jou blijft goed, voor zover het vanuit Hem goed is; op zichzelf en enkel van jou uit is het echter geen haar beter dan het totaal verkeerde dat ik vroeger in mij had.
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Dat het echter een genade was, kijk, dat zie ik aan het feit dat ik mij daarop nooit zal kunnen beroemen.
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Zie, jou hebben je woorden verheven, Kisehel werd echter door de zijne verlaagd! Wie, denk je nu, was Mij nader?!
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Laat jullie allergrootste roem echter je deemoed zijn en je ware, innerlijke liefde tot Mij; dan zullen jullie leven!
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen Kisehel echter deze bevordering van Abedam had vernomen, keek hij Hem weemoedig aan en wilde beginnen te spreken; maar Abedam was hem voor en zei tegen hem:
Hoofdstuk 11: Het wezen van de ware deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Dat is echter ook hetgeen al jouw medeuitverkorenen min of meer ontbreekt.
Hoofdstuk 11: Het wezen van de ware deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Al het heilige dat door Mijzelf aan jullie gegeven is, kan echter tot verderf in plaats van zegen worden, als de juiste deemoed ontbreekt en als deze hoogste kracht in jullie niet veel groter is dan al het andere.
Hoofdstuk 11: Het wezen van de ware deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Hij jou echter is zij nu de belangrijkste overheersende eigenschap in je leven; daarom zul je - en bij deze gelegenheid zeg Ik je zelfs: - moet je hen allen tot een toonaangevend voorbeeld zijn en tot een leefregel waarnaar zij zich te richten hebben als zij de aarde zegen willen brengen, overal waar zij zo verschrikkelijk te lijden heeft van de oude vloek van de hoogmoedige en leugenachtige slang.
Hoofdstuk 11: Het wezen van de ware deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Wanneer iemand echter niet eerst zelf naar Mij zal komen, zal hij het van de leidsman vaak hard te verduren krijgen, omdat die hem woorden zal verkondigen en plichten zal opleggen die hij nooit voor mogelijk had gehouden en de uitvoering daarvan zal hem dan ook zwaarder vallen dan wanneer hem het torsen van een hele berg was opgedragen.
Hoofdstuk 12: De grenzen van het leiderschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Hebben jullie die deemoed echter niet, wat is je liefde dan? - Een nachtelijke droom! - Wat Mijn erbarming voor jullie? - Het beroeren van een steen met een stok! - Wat Mijn genade? - Het licht voor een rottende boomstronk! - Mijn woord? - Een niet gehoorde klank voor een dode kluit aarde! - Wat Mijn liefde tot jullie? - Het waaien van een zachte wind over ongevoelige rolstenen! - Ja, wat tenslotte Ik Zelf? - Niets dan een verschaald denkbeeld zonder bestaan, of een zonnestraal voor een dier dat op de zeebodem of in het binnenste van de aarde slaapt!
Hoofdstuk 12: De grenzen van het leiderschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Ik verleen jullie echter ook alle benodigde eiacht en kracht; die moet je steeds wijs gebruiken wanneer jullie weerbarstigheid zullen ontmoeten.
Hoofdstuk 12: De grenzen van het leiderschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Dit leidersambt is echter altijd zo onverbrekelijk met een zekere mate van aanzien verbonden (vergeef me dat ik zoals altijd fris van de lever spreek), dat, ik ben daar vast van overtuigd, Uzelf dat ook niet helemaal van het ambt kunt scheiden, zolang de leider datgene zal zijn en blijven waartoe U hem allergenadigst verkozen hebt. Ik wil U daarom vragen, omwille van mijn aloude deemoed, die mij eigenlijk tot U heeft gebracht, mij en mijn grote domheid van dit heilige ambt te verschonen. Zie, er zijn kinderen in groten getale; daaronder zullen zich zeker nog meerdere Kisehels bevinden!
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)