Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 416 van 1166

...  404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429  ...
[18] Toen legden ze deze zeven zakken vol louter zware goudstukken op de tafel en verdwenen zeer snel. Ik kon toen natuurlijk niets anders doen dan ze voor jou bewaren. En die paar honderd zilverstukken hier heb ik van andere gasten ontvangen; want er zijn al snel heel wat gasten gekomen, voor het grootste deel vreemdelingen, die veel gebruikt en goed betaald hebben. Sommigen wilden hier overnachten; maar ik heb me verontschuldigd door hun waarheidsgetrouw te vertellen dat ik al een paar honderd gasten verwachtte, die overdag slechts een uitstapje naar Emmaüs hadden gemaakt maar 's avonds weer terug zouden komen. Alleen een oude, vermoeide pelgrim heb ik hier gehouden en ik heb in mijn kamer een slaapplaats voor hem klaar gemaakt.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Dat heb Ik wel, maar toch zul jij Petrus blijven; maar Mijn geest - en nooit je vlees - zal je tot een hoger inzicht brengen als Ik opgevaren zal zijn!
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] De Opper-Egyptenaren wisten meteen wat er aan de hand was en de eerste Opper-Egyptenaar zei: 'Heer, dergelijke verschijnselen komen bij ons zelden zo helder voor! Zelfheb ik er slechts eenmaal een gezien na de regentijd en dat is veertig jaar geleden. Vanuit mijn innerlijke zienswijze zou ik ook de geestelijke betekenis van dit verschijnsel kunnen uitleggen.'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Dat weet Ik wel; want jullie bevinden je nog volledig in de oude kerk van Noach, waarin de mensen nog tot in Abrahams tijd vast in verbinding stonden met de engelen -met uitzondering van de nakomelingen van Nimrod, die zich in de eerste plaats met de wereld bezighielden en daardoor zijn gevallen; daarom hebben jullie ook een echte openbaring in je en begrijpen jullie de innerlijke betekenis van dit verschijnsel. Maar met Mijn leerlingen is dat nog niet het geval! Ze zijn vol geloof en goede wil, maar het volle licht zullen zij pas kunnen krijgen zodra alle zeven geesten uit God in de volle orde in hen aanwezig zijn.
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Daarom moet Ik hun ook tot heil van alle volkeren als een leraar van buiten af leiding geven, opdat zij hun handelingen geheel uit eigen wil volgens Mijn eeuwige orde kunnen verrichten; en daarom wil Ik hier dan ook alleen van hen horen wat ze over dit verschijnsel te vertellen hebben. En daarom, Simon Juda, kun jij nu spreken!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Daarmee wilde Petrus Mijn vraag ontwijken; maar Ik zei: 'Die mensen daar beneden gaan ons nu niets aan! Ik heb hier nu alleen met jullie te maken en zie datje dit verschijnsel niet begrijpt. Daarom moet Ik het aan Mijn Jacobus vragen!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Ook Jacobus zei: 'Mijn Heer en Meester! Ik breng het er ook geen haar beter vanaf dan mijn broeder Simon Juda! Ik weet ook niet welke van de twee zonnen eigenlijk de echte is; want de ene is even groot als de andere en ze geven beide evenveel licht. Ook de vogels in de lucht lijken het merkwaardig te vinden, want ze zwijgen en laten geen enkel geluid horen en het lijkt alsof ze daarmee willen zeggen: 'Welke is de echte? Want een onechte willen we niet met ons gezang begroeten!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Hier merkte de Opper-Egyptenaar op: 'Het is werkelijk merkwaardig! Toen ik veertig jaar geleden hetzelfde verschijnsel in mijn woonplaats aanschouwde -maar dan met slechts één nevenzon -was er ook meteen een heel aantal van dergelijke roofvogels in de lucht te zien die met elkaar vochten, wat anders uiterst zelden het geval is. Vandaag zullen ook de leeuwen en panters weer oorlog met elkaar voeren. Maar wat het verschijnen van die derde zon betekent, begrijp ikzelf ook niet helemaal, ofschoon ik toch wel een zeker vermoeden in mezelf bespeur.'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] En Ik heb jullie ook gezegd dat een mens God pas volledig kan liefhebben, als hij Hem in Zijn talloos vele werken ook steeds beter en zuiverder heeft leren kennen. En als Ikzelf jullie dat heb aanbevolen, dan spreekt het immers vanzelf dat Ik het volledig eens ben met jouw goede mening. En als Mozes het voor de ware en zuivere opvoeding van alle joden niet hoogst noodzakelijk gevonden zou hebben, zou hij niet een zesde en zevende boek geschreven hebben over de dingen en verschijnselen in de natuur en bovendien nog een profetisch aanhangsel, dat de oude leer der overeenstemmingen tussen de natuurlijke en de geestelijke wereld behandelt.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Dat ga Ik nu ook doen; maar Ik moest je eerst nog laten zien, dat mensen zonder het geringste vooruitzicht op een eeuwig leven ook heel tevreden zijn met het slechts tijdelijke leven. En zulke mensen die een bepaald vooruitzicht hebben op een eeuwig leven, waarvan jij er nu met Mijn leerlingen ook een bent, zijn er in deze tijd nog maai heel weinig en er zullen er ook nooit heel erg veel op deze aarde zijn. Maar dat dit het geval is en helaas ook in de latere toekomst zo zal zijn, wordt nu juist door dit verschijnsel van de drie zonnen aangetoond.
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Nikodemus zegt: 'Begrepen hebben we het wel zo ongeveer; maar bepaald aangenaam klonk deze voorspelling niet en men zou hier toch wel willen vragen: Heer, moet dat allemaal zo gaan totdat eindelijk Uw waarheidslicht eens geheel vrij en ongehinderd over de hele aarde zal mogen schijnen? Wij hebben nu Uw zuiverste woord en licht ontvangen en zullen het ook zo verder verspreiden; de zalige gevolgen daarvan zullen de mensen dan toch wel laten zien dat het door ons gepredikte woord het enig ware en echte is. En ik zie niet in wie het nog zou kunnen wagen om daar met een valse leer tegen op te treden.'
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar nog voordat Ik naar de tempel vertrok, vroegen de Romeinen en ook Mijn leerlingen Mij of ze ook mee naar de tempel zouden gaan en wat er in die tussentijd met de jongeren moest gebeuren.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Lazarus zei: 'Ja, mijn zeer achtenswaardige vriend, dat heb ik nu werkelijk goed en duidelijk begrepen en ik kan het niet laten om hier de niet bepaald onbelangrijke opmerking te maken, dat men bij ons joden tot nog toe nog nooit echt iets heeft gedaan met betrekking tot een zuivere beoordeling van de verschijnselen in de grote natuur en een fundamenteel inzicht daarin. Sommige mensen hebben op hun eentje misschien wel het een en ander ontdekt en zijn ook wel achter de oorzaak van menig verschijnsel gekomen, maar zij hielden dat voor zich en deelden dat wijselijk aan niemand mee. Want ten eerste bracht dat goed geld op -met name onder de meer verlichte heidenen - en ten tweede moesten ze dergelijke kennis en wetenschap verborgen houden uit vrees voor de Farizeeën, om niet overal door hen achtervolgd te worden.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De eerste nevenzon, die meer naar het noorden bijna tegelijk opkwam met de echte zon -die in deze gelijkenis Mijzelf voorstelt - stelt de tegenprofeet voor of de tegengezalfde, die zal opstaan en zeggen: 'Zie, ik ben de waarachtig Gezalfde Gods! Luister naar mij als jullie zalig willen worden! ' Maar Ik zeg jullie dat niemand van jullie zich moet laten verleiden! Want dit zal een zendeling van de hel zijn en hij zal door zijn bedrieglijke kunsten allerlei wonderlijke tekenen doen en zal een zeer vroom gezicht opzetten en bidden en offeren; maar zijn hart zal vol bittere haat zijn tegen alle waarheid, die hij te vuur en te zwaard zal vervolgen en allen die zich niet aan zijn leer houden zal hij vervloeken. Deze zal ook de drie goden uitvinden en ze laten aanbidden. Ik zal daar als Verlosser der wereld ook wel toe gerekend worden, maar verdeeld in drie personen. Men zal met de mond nog wel één God belijden maar toch drie personen aanbidden, waarvan ieder op zichzelf ook een volkomen god zal zijn en apart aanbeden zal moeten worden.
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Goed spreken is gemakkelijker dan goed handelen, en in het handelen ligt het zaad van het onkruid, dat ook onverhoeds tezamen met het zaad van de zuivere tarwe in de aarde van het hart van de mens wordt gezaaid. Dit zal wortel schieten en dan geweldig voortwoekeren onder de zuivere tarwe en deze vaak verstikken en te gronde richten. Daarom moeten ook jullie niet enkel toehoorders van Mijn woord zijn, maar ook naar dat woord handelen! Maar ook jullie zullen in je handelen terughoudend zijn, vanwege de grote en machtige wereld; ja, jullie zullen Mij in het verborgene, bij jezelf wel belijden, maar uit vrees voor de wereld zullen jullie nauwelijks in Mijn naam durven spreken en nog minder in Mijn naam durven te handelen. Want de wereld zou dat kunnen merken en jullie ter verantwoording kunnen roepen als zij merkt dat ook jullie je naar Mij hebben gericht, omdat dat blijkt uit jullie handelen. En zie, dan komt het werkelijk niet op de vraag aan waarom alles wat Ik jullie nu voorspeld heb, zal moeten gebeuren, totdat in de laatste tijden de waarheid pas volledig vrij wordt en de volkeren gezegend worden; maar van jullie alleen zal het afhangen of jullie de wereld meer zullen vrezen dan Mij of juist minder .
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429  ...