15542 resultaten - Pagina 416 van 1037
... 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 ...
[1] Na een uur werd het echter onrustig op straat; want er stak een harde wind op, die met onstuimig geweld door de deuren en vensters van het huis loeide. Daardoor raakten de Farizeeën zo erg ontsteld, dat twee van hen naar ons toekwamen en de waard angstig vroegen hoe het zou aflopen.Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Terwijl de Farizeeër zo nog verder wilde praten, ontlaadde zich buiten een heftige bliksem, waar onmiddellijk een geweldig dreunende donder op volgde. Toen renden de twee Farizeeën van schrik en angst naar ons toe om bij ons bescherming en troost te zoeken. Maar het duurde niet lang, of een tweede bliksem ontlaadde zich met een nog grotere hevigheid, die ook de overige Farizeeën en de schriftgeleerde naar ons toe bracht. Iedereen in het hele huis was vervuld van vrees en hevige angst en drong onze zaal binnen, en de Farizeeën kropen weg onder de tafel waar ze eerder aan hadden gegeten.
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu zeiden de leerlingen: 'Heer en Meester, deze les van U is goed te begrijpen - maar toen U eens in Kapernaüm, waar zoveel volk uit alle streken rond Jeruzalem U achterna gereisd was, een soortgelijk onderricht gaf over het eten van Uw vlees en het drinken van Uw bloed, was dat kennelijk een harde leer, met name voor die mensen die Uw eenvoudige, duidelijke woord niet begrepen hebben zoals het naar de ware betekenis begrepen moest worden, en daarom hebben toen vele toenmalige leerlingen U verlaten. Wijzelf begrepen het aanvankelijk niet, maar de waard, die nooit een leerling van u was geweest, heeft het ons uitgelegd, en als wij nu die leer met deze vergelijken, wil die hetzelfde zeggen als wat U nu heel duidelijk en glashelder hebt uitgelegd. - Hebben wij gelijk of niet?'
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De leerlingen zeiden: 'Ja, Heer en Meester, als U op die manier de geheimen van het rijk Gods voor ons onthult, zijn ze voor ons ook gemakkelijk te begrijpen; maar als U in gelijkenissen gaat spreken, is de betekenis van Uw woorden voor ons steeds moeilijk en soms helemaal niet te begrijpen. Maar als U de gelijkenissen daarna aan ons uitlegt, zien wij in dat alleen de goddelijke alwijsheid dergelijke beelden en gelijkenissen kan geven. O Heer, wij danken U uit het diepst van ons hart voor Uw meer dan grote geduld en Uw liefde voor ons! Als wij als mensen ooit zwak en moe zouden worden op de weg naar de ware nieuwe geboorte, de wedergeboorte van Uw geest in ons, verlaat ons dan niet, Heer, maar sterk ons, en laat ons nooit zwak worden! En als ons gemoed angstig en verdrietig wordt, wanneer U in de toekomst niet meer zichtbaar onder ons zult rondgaan, kom dan met Uw genade en ontferming, en troost ons, en versterk onze liefde, ons geloof, onze hoop en onze verwachting!'
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen vroeg de waard aan Mij: 'Heer en Meester, het is moeilijk 's nachts de tijd te bepalen, wanneer je geen sterren ziet; maar naar mijn gevoel te oordelen zou het intussen wel eens bijna middernacht kunnen zijn. De meeste mensen hebben zich, moe van hun dagelijkse werk, zeker al twee uur geleden ter ruste begeven en zouden 's nachts rust moeten hebben; maar deze storm zal zeker niemand zijn rust gunnen, aangezien het razen ervan zo hevig is dat zelfs een halfdode wakker moet worden en geheel van angst en vrees vervuld moet raken. Waarom is deze storm nu zo plotseling ontstaan? Kijk, ik ben toch iemand die niet zo gauw bang wordt; maar ik beken eerlijk dat ik nu, ondanks Uw almachtige tegenwoordigheid, behoorlijk bezorgd raak door het razen en woeden van deze storm, die absoluut niet wil gaan liggen. Kunt of wilt U deze storm niet gebieden te gaan liggen? Want de nacht is toch een tijd van rust voor de hele natuur en niet een tijd van geweldige onrust. Waarom moeten zeker vele duizenden mensen en dieren door zo'n nachtelijke storm eigenlijk de grootste angst en vrees voelen?'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Hierop zei de schriftgeleerde niets meer, ging naar buiten om te zien hoeveel schade het steeds groter wordende vuur al had aangericht. Maar omdat de stormwind voortdurend zo hevig blies, dat een mens zich nauwelijks rechtop staande kon houden, en de bliksems ook vrijwel onafgebroken met luid gedonder door de lucht en de dikke wolken flitsten, bleef de schriftgeleerde met nog een Farizeeër, die hem begeleidde, niet lang als toeschouwer buiten staan, maar keerde al gauw weer terug in de zaal en vertelde de anderen dat er van de synagoge niet veel meer te redden zou zijn, aangezien het vuur al te hevig was geworden en men in deze plaats te weinig water en te weinig dappere mensen had om te blussen.
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De betere Farizeeër liep echter weer naar Mij toe en zei: 'Meester, U hebt gehoord wat ik tegen onze schriftgeleerde over U heb gezegd; daar kon hij mij geen steekhoudend antwoord op geven en zweeg dus liever, maar ging toch naar buiten om te zien of het wellicht nog de moeite zou lonen de synagoge te blussen en zo ook nog enkele kostbaarheden te redden. Daarmee heeft hij willen aangeven dat hij ook in U zou gaan geloven, als U door Uw wondermacht de brand in de synagoge zou blussen en op die manier ook een paar schatten zou redden. Maar omdat het kwade vuur alles nu wel snel verteerd en vernietigd zal hebben, zal hij nu bij zichzelf denken: 'Daar valt noch met natuurlijke noch met wonderbaarlijke middelen meer iets te redden, en dus blijf ik bij mijn ongeloof.'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik zei: 'Zalig ben je, omdat je gelooft, en Ik wil voor jou ook doen al naar gelang je geloof! Ga daarom nu met Mij mee naar buiten, dan zullen we zien wat echt geloof vermag!'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daarop ging Ik met de betere Farizeeër naar buiten en keek met hem naar de felle brand, die reeds in het gehele grote gebouw woedde, en Ik zei tegen hem, terwijl hij zonder vrees of angst bij Mij stond: 'Denk je en geloof je nu nog dat het Mij mogelijk zou zijn om met één woord die geweldige storm te bedaren, de brand te blussen en daardoor tenminste jouw bezittingen te redden?'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar Ik beval hem op te staan; want nu begonnen allen, die door angst en vrees naar de grote zaal waren gedreven, naar buiten te komen omdat ze wel merkten dat de storm geheel en al was opgehouden en er door het raam ook niets meer te bespeuren viel van de brand in de synagoge.
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Toen bracht de waard lichten, die uit was vervaardigd waren, en iedereen begaf zich naar de synagoge om te zien wat er allemaal door het vuur vernietigd was. De Farizeeën ontdekten al gauw dat het vuur een grote verwoesting in hun woningen had aangericht en begonnen daar hevig over te klagen; maar toen ze in de woning van de betere, gelovige Farizeeër kwamen, waar Ik Mij samen met hem bevond, stonden allen perplex toen ze daar alles onbeschadigd en in goede orde aantroffen.
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen kwam de schriftgeleerde naar Mij toe en zei: 'Meester, waarom hebt U ook onze woningen niet zo beschermd als deze hier?'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Waar echter nog enige waarheid en het leven daarvan in het hart van een mens woont, krijgt ook een hogere waarheid gemakkelijk ruimte, die dan het levende geloof en de kracht daarvan voortbrengt. En dat was bij deze metgezel van jullie het geval, en daarom heb Ik het ook laten gebeuren zoals hij geloofde. Dat is de reden van jullie ongeloof en hardheid van jullie hart, die jullie even blind maakt en houdt als jullie soortgenoten overal in het hele land der Joden. Nu heb Ik gesproken en zal Ik weer naar de herberg gaan.'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Op deze woorden van Mij wist de schriftgeleerde met zijn aanhangers niets te antwoorden; en begeleid door de bekeerde Farizeeër, de waard en de genezen opperknecht begaf Ik Mij direct naar de herberg, waar alle leerlingen nog aan tafel zaten en met elkaar over Mijn leringen en daden spraken.
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Vraag jezelf eens af! Wie kan Degene wel zijn, aan wie winden, stormen, bliksems, vuur en alle andere elementen en krachten van de natuur gehoorzamen? Ik heb Hem herkend en ben daardoor nu meer dan gelukkig; waarom herken jij Hem nog niet, die jou met de lichtste ademtocht van Zijn almachtige wil kan vernietigen of naar de hel kan verstoten? Omdat jij met lichaam en ziel aan het slechte vuil van de wereld hangt en dood en blind bent in je hart!'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)