Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 417 van 1166

...  405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430  ...
[10] Ik zei: 'Niemand van jullie kan de toegang tot de tempel geweigerd worden; maar de jongeren blijven hier, Mijn dienaar weet wel wat hem te doen staat. Als jullie echter naar de tempel gaan, ga dan vooruit om goede plaatsen uit te kiezen, Ik kom later. Maar Mijn oudste leerlingen blijven hier en gaan samen met Mij; want voor hen is het belangrijk, dat ze getuige zijn van al Mijn woorden en daden!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: ' Als jij alleen ook als getuige bij Mij wilt zijn, kun jij je ook bij Mijn oudste leerlingen aansluiten. Want Ik zal nog een teken verrichten, voordat Ik Mijn mond voor de joden open zal doen. Iemand die al vanaf zijn geboorte blind is, zullen we niet ver van de tempel aantreffen; hij zal ziende worden, en uitgerekend vandaag op een sabbat! Gaan jullie nu vooruit, maar jullie vieren, die pas sinds gisteren Mijn zijde hebben gekozen, doen er beter aan om hier te blijven; want in de tempel zouden jullie snel herkend en achtervolgd worden.'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Maar Ik zei tegen Hem: 'Mijn vriend Jordan, nu moeten we mensen die geestelijk honger en dorst lijden te eten en te drinken geven, wat veel meer waard is dan spijzen voor het lichaam en drank voor een droge keel! Maak je daarom nu nog maar geen zorgen over een middagmaal. Als Ik weer terugkom, zal alles nog op tijd in orde komen!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Met deze korte uitleg was ook de waard tevreden, die meteen daarna alle dienaren van het huis bijeen riep en hun allerlei goede lessen gaf, zodat ze daarna allemaal, tegen de dertig man, aan Mij geloofden. Want vóór die tijd wisten ze eigenlijk niet zo goed wat ze van Mij moesten denken, ofschoon ze heel wat tekenen hadden gezien. Daarmee had ook Jordan overeenkomstig Mijn raad mensen die geestelijk honger en dorst leden in Mijn naam te eten en te drinken gegeven.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Maar nadat Ik Jordan deze raad had gegeven, ging Ik onmiddellijk met Mijn leerlingen naar de stad, waar het in alle straten en stegen krioelde van de mensen.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Toen Mijn leerlingen dat zagen, wisten ze al dat dit nu de blindgeborene was, over wie Ik op de berg reeds sprak; zij vroegen Mij daarom: 'Heer en Meester! Wie heeft er nu gezondigd - hijzelf of zijn ouders -, dat hij blind ter wereld is gekomen?' (Joh. 9,2)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Mijn leerlingen keken elkaar aan en zeiden: 'Wat voor zin heeft de huidige geestelijke dag voor de mensen als het na Zijn terugkeer weer nacht wordt, erger dan nu?'
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Hier zei niemand iets op, omdat ze Mijn ernst voelden.
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Toen Ik dit tegen Mijn leerlingen zei boog Ik Me naar de aarde, nam een beetje leem, spuugde er wat van Mijn speeksel op en maakte er modder van, die Ik toen op de ogen van de blinde wreef. (Joh. 9,6)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En Hij antwoordde hun: 'De man die in stilte tegen me zei dat hij Jezus (Bemiddelaar, Heiland) heet, maakte modder, wreef die op mijn ogen en zei toen, dat ik naar de vijver Siloam moest gaan om daar mijn ogen te wassen. Ik deed dat, ging erheen, waste mijn ogen en werd ziende.' (Joh. 9,11)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Hij zei: 'Dat is toch wel een merkwaardige vraag van jullie! jullie waren toch ziende toen hij de modder op mijn ogen wreef en je hebt hem niet opgemerkt, -hoe had ik hem dan moeten opmerken terwijl ik blind was? Omdat dat onmogelijk was, kan ik nu ook niet weten waar hij is, ofschoon ikzelf graag zou weten waar en wie hij is, om hem mijn volste dank te kunnen betuigen.' (Joh. 9,12)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Nadat de Farizeeën dit te horen hadden gekregen, richtten ze zich tot de genezen jongen en vroegen hemzelf, ofschoon ze van de getuigen reeds alles gehoord hadden, toch nog een keer hoe hij ziende was geworden; en om de zaak nog eens extra te bevestigen, vroegen ze het ook nog eens aan de getuigen.
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] En hij zei: 'Hij legde modder op mijn ogen; daarna waste ik mij op zijn aanraden met het water van de vijver Siloam en werd ziende, zoals ik ook nu ziende voor jullie sta!' (Joh. 9,15)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[36] Maar de genezen jongen antwoordde hen: 'Of die mens al of niet een zondaar is, weet ik werkelijk niet; maar wat ik wel heel goed weet is, dat ik vanaf mijn geboorte volslagen blind was en nooit de dag van de nacht heb kunnen onderscheiden en dat ik nu alles geheel en al zie zoals jullie!' (Joh. 9,25)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Zo kwam het dan ook Mijn leerlingen en ook Mij ter ore dat de tempeljoden de genezen man en ook de mensen die met hem mee waren gegaan, de tempel uitgewerkt hadden.
Hoofdstuk 187: De Heer spreekt met de genezen jongen en de Farizeeën (Joh.9, 35-41) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430  ...