Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 418 van 1112

...  406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431  ...
[4] Als in de slaap de zintuigen van het lichaam als het ware dood en onwerkzaam rusten, dan beschouwt de ziel, die niet kan slapen en dood kan gaan, het een en ander van de materiële beelden in zichzelf, brengt die voor enkele momenten tot leven en verheugt zich, als ze iets moois en aangenaams is tegengekomen; maar als ze iets vervelends en lelijks tegengekomen is, wordt ze ook in de droom angstig en doet ze alles om de verschijning die haar in het nauw brengt kwijt te raken door weer helemaal in het vlees van haar lichaam terug te gaan.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar in een droom zoals jij die gehad hebt, bevindt de ziel zich in een overgangsfase van het eerstegraads zien naar het tweedegraads en hogere zien. In dat geval is de ziel al meer geïsoleerd van haar puur materiële gedeelte, treedt in zekere zin uit haar lichaam, stelt zich door middel van haar aura volledig in verbinding met de buitenwereld en ziet en voelt dan uit de levensomstandigheden en materiële omstandigheden op aarde, die op haar inwerken, dingen die zich ver weg bevinden en meer waarheidsgehalte hebben.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Na het gesprek vroeg ik mijn broer of hij een halfjaar eerder in die en die nacht niet ook een dergelijke droom had gehad, zoals ik, en liet mijn broer bij deze gelegenheid de getrouwe aantekeningen zien, die ik meegenomen had naar Athene. Hij las die heel aandachtig door en verwonderde zich er erg over, dat mijn in zekere zin profetische droom nu in Athene bijna letterlijk werkelijkheid was geworden, maar hij verzekerde mij ook, dat hij daar nooit een droom over had gehad en ook niet het minste vermoeden had, dat wij elkaar in Athene zouden zien en spreken. Over het te bespreken onderwerp had hij wel vaak nagedacht en hij had mij daarom in Rome willen bezoeken. Ook had hij dikwijls een sterk verlangen naar mij gehad, maar dat wij elkaar zo heel toevallig in Athene zouden treffen, zien en spreken, daarvan had hij, zoals gezegd, geen enkel vermoeden en nog minder een soortgelijke droom gehad.
Hoofdstuk 134: De droom van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Dat is nu dus geheel en al in orde en afgehandeld; maar aangezien ik hier nu al een keer mijn droom verteld heb, zou ik dan ook van jou, jonge, wijze reus, graag een kleine toelichting krijgen op de wonderlijke dingen die daarin voorkomen. Want dat die droom beslist heel veel geestelijks bevat, valt niet te betwijfelen! Maar hoe is nu de samenhang met het materiële, dat pas na een halfjaar gebeurde? Wat was het Athene dat ik in de droom zag, en wat was die broer, en waar haalde hij de woorden vandaan die hij, terwijl hij zich als een object buiten zichzelf bevond, tegen mij gesproken heeft? Want de op een of andere manier vrij geworden ziel van mijn broer kon het niet zijn, omdat hij er absoluut niets van wist.'
Hoofdstuk 134: De droom van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar sommige mensen, zoals jij ook, hebben het vermogen om ook datgene wat ze in die hogere graad van schouwen gezien en gehoord hebben, vanuit de droom ofwel de vrijere toestand van zien en handelen van de ziel op te slaan in de lichamelijke hersenen; en als de ziel zich dan weer in het lichaam terugtrekt en ook lichamelijk ontwaakt, ziet ze in de hersenen alles wat ze in haar vrijere en hogere graad van schouwen gezien, gedaan en gehoord heeft.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En zo had jouw broer in diezelfde nacht weliswaar ook hetzelfde visioen als jij, maar zijn ziel had niet het vermogen om hetgeen ze in haar hogere graad van schouwen gezien en gehoord had in de lichamelijke hersenen op te slaan en daarom kon zij zich dat ook zelfs niet bij benadering herinneren. Jij hebt dus de ziel van je broer volkomen echt gezien en gesproken.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Dat jouw ziel en ook die van je broer dat in de droom al een halfjaar eerder gedaan hebben, komt door de grote fijngevoeligheid van de vrijere ziel, die zich uit de behoeften die in haar leven en de logischerwijs daaruit voortvloeiende daden en omstandigheden in haar vrijere toestand reeds datgene voor de geest haalt, wat in aardse tijd pas veellater gebeurt. ledere ziel heeft echter ook in de lichamelijk wakkere toestand het vermogen om toekomstplannen voor zichzelf te maken en zich die als reeds volbrachte werken voor te stellen; maar omdat de ziel in haar lichaam alle voorwaarden en omstandigheden die nodig zijn voor de uitvoering van een opgevat plan klaarblijkelijk niet voldoende zuiver en zeker kan zien en voelen, wordt er aan de tevoren bedachte plannen nog heel veel veranderd, zowel wat betreft de vorm en doeltreffendheid als ook wat betreft de tijd, waarbinnen de ziel het werk volgens haar voorgenomen plan al in zijn volledige afronding voor zich zag.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar als een zielook in de lichamelijk wakkere toestand alles net zo helder zou kunnen overzien als ze dat in haarvrijere toestand van schouwen en voelen kan, dan zou er aan het eenmaal opgevatte plan ook niets meer veranderd worden, en het zou ook binnen de volkomen nauwkeurig bepaalde tijd als voltooid werk uitgevoerd zijn; want een ziel die vrij en onbelemmerd ziet en voelt, doorziet snel alle omstandigheden, voorwaarden en eventuele belemmeringen, en tegelijkertijd de beste en feilloze middelen waarmee de belemmeringen het zekerst uit de weg geruimd kunnen worden, en zo moet datgene wat ze zich voorgenomen had, ook inderdaad in de vastgestelde tijd gebeuren.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] En kijk, daarin is dan ook het vermogen om vooruit te zien van een vrijere en zuiverder ziel gelegen, niet alleen wat betreft hetgeen haar direct aangaat, maar ook wat betreft datgene wat buiten haar in de wereld zal gebeuren, ontstaan en plaatsvinden. Een dergelijke ziel die zuiver, verfijnd en helder ziet en voelt, kan zich namelijk het verband tussen alle omstandigheden, voorwaarden en oorzaken, die allang aanwezig zijn met betrekking tot de komende gebeurtenissen, onverhuld en dus ook als het ware plastisch voltooid voor de geest halen, wat bij een onvrije en nog zeer materiële zielonmogelijk het geval kan zijn. Zo heb ik je nu op geheel natuurlijke wijze helder uiteengezet, in welke toestand jouw ziel en die van je broer zich in jouw droom bevonden, en hoe, en waarom!
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar een dergelijke toestand is nog niet de volledige tweedegraads helderziendheid van de ziel, omdat de geest in haar zich nog niet in een hoger verband bevindt, maar hoogstens slechts op de manier zoals de geest van een plant in het omhulsel van de zaadkiem, wanneer de zaadkorrel een paar dagen in de vruchtbare aarde ligt, het omhulsel open begint te springen en die geest zijn werkzaamheid begint te uiten.'
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar dat alles gebeurt door de voortdurend toenemende werkzaamheid van de geest in de ziel, die zich daardoor steeds meer verenigt met de ziel. In deze toestand van de ziel is haar schouwen en voelen geen vaag aanvoelen meer, maar het is al een licht en helder bewust worden van alle levensomstandigheden, en van de relatie waarin die tot het eigen leven staan.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] En kijk, in een dergelijke toestand heb ik jullie nu zojuist gebracht door de kracht die in mij woont, en jullie ziel kon dan ook de zielen van op aarde reeds lang gestorven mensen onbelemmerd zien en ook spreken. Maar jullie konden in die tweede graad van schouwen alleen zulke geesten zien en spreken die zich op hetzelfde niveau als jullie bevonden, behalve Johannes ( de doper) , die zich vanwege zijn leerlingen uit eigen macht vanuit de hemelen naar de zojuist beschreven tweede sfeer van zien en voelen verplaatste, anders zouden jullie hem, die een zeer voleindigde geest is, niet hebben kunnen zien en spreken.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (Rafaël:) 'De volledige tweede en goed te onderscheiden hogere graad van schouwen en voelen van de ziel treedt zowel in het lichamelijke leven als ook in de droom in, wanneer de geest in de ziel net zo actief begint te worden als de geest van een plant in de zaadkorrel, als hij begonnen is om vanuit zijn eigenlijke ziel, die in het vlees van de korrel rust, de wortels in de aarde en de kiemblaadjes boven de aarde te vormen en te doen groeien. De ziel begint zich dan tot een echte vorm te ontvouwen en dringt enerzijds in zichzelf, net zoals de wortels van een groeiende plant in de aarde dringen en uit de goddelijke kracht daarin de juiste voeding beginnen op te zuigen, terwijl anderzijds de plant zelf, aldus van binnenuit gevoed, als gevolg van die innerlijke voeding vanuit de zuivere, ware en levende goddelijke kracht, zich als de eigenlijke en echte wezensvorm van de ziel in de sfeer van het licht verheft en hoger en verder ontwikkelt naar de uiteindelijke voleinding.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Alleen zulke mensen die zich net als de profeten reeds op de overgang naar de derde en dus hoogste en helderste graad van schouwen en voelen bevinden, omdat hun geest zich al meer met de ziel is gaan verenigen, nemen datgene wat ze in de reeds hogere geestenwereld hebben gezien en gehoord ook mee terug naar de lichamelijk wakende toestand en kunnen het weer aan hun medemensen meedelen. De meeste kleine profeten bevonden zich in zo'n toestand.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar kijk nu eens naar bijvoorbeeld een korenhalm, hoe die zich zover ontwikkelt, dat op het hoogste punt van zijn groei de aar zich als vrucht begint te tonen en te ontwikkelen! Kijk, datzelfde gebeurt bij de mens, wanneer de ziel volledig in haar geest begint over te gaan.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431  ...