Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 419 van 1037

...  407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432  ...
[5] Hebben jullie uit dit beeld opgemaakt wat de rechter heeft gezegd en ook gedaan? En als een rechter, die strikt rechtvaardig volgens de wet oordeelt, het aanhoudende smeken van een verdrukte weduwe al verhoort en haar helpt, zou God Zijn uitverkorenen die dag en nacht naar Hem roepen, dan niet nog eerder redden, en zou Hij soms minder geduld en liefde voor hen hebben dan de rechter voor de weduwe had?
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daarop zei Andreas: 'Wat het beeld zelf betreft, wil het hetzelfde zeggen als het beeld van de huisheer en de bedelaar in de nacht, dat ik zojuist weer verteld heb; alleen is de positie van God ten opzichte van de wereldse mensen, die in de verdrukking van hun levensnacht hulp bij Hem zoeken, nog duidelijker aangegeven dan in het andere,door mij weer vertelde beeld. Want in dat beeld komt God in zekere zin zonder enige binding enkel als een rechtvaardige rechter naar voren, die de verdrukte mensen wel altijd kan helpen, wanneer Hij dat wil; en Hij helpt hen ook wel, maar pas wanneer ze het Hem door hun onophoudelijk smeken echt lastig hebben gemaakt.
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] U voegde er nog iets aan toe, U zei dat God Zijn uitverkorenen, die zich reeds in de kracht van het geloof en het vertrouwen bevinden, als een liefdevolle Vader zeker nog eerder zal verhoren, wanneer ze op hun reeds bereikte innerlijke levensdag maar ook in hun nacht, die af en toe nog gemakkelijk kan terugkeren, tot Hem om hulp roepen. Daarin komt U niet meer naar voren als nagenoeg onverbiddelijke wereldse rechter, die, omdat hijzelf God is, God niet hoeft te vrezen en ook geen enkel mens, maar als een Vader van degenen die hun innerlijke levensdag reeds hebben bereikt. Zo heb ik het opgevat en ik geloof dat ik mij niet vergist heb.
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Ik zei: 'Dat laatste beeld heb je ook helemaal naar waarheid en goed opgevat en daarmee heb je Mijn hart echt blij gemaakt. Als jullie dat allemaal zo doen, zal de volledige redding van jullie zielen van het juk van de materie van deze wereld en haar bekoringen niet lang meer op zich laten wachten.'
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] 'Maar', zeggen jullie nu bij jezelf, 'ja, wiens schuld zal dat dan zijn?Van de hel soms? Heer, vernietig die dan! Of misschien van de valse, zelfzuchtige profeten, onder wier dekmantel dan ook weldra allerlei groten en machtigen als paddestoelen uit de aarde opschieten en naar alle kanten met oorlog over de aarde zullen trekken en de mensen zullen kwellen? Heer, laat die valse profeten in Uw naam dan nooit opstaan! Maar als U het Zelf zo wilt hebben, moet U het er ook mee eens zijn als U bij Uw volgende wederkomst op deze aarde geen geloof meer vindt onder de mensen!'
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] In de tijd van de grote duisternis zal Ik geen geloof bij hen kunnen vinden, omdat ze de domste en meest blinde knechten waren van degenen die hen overheersten, die heel goed inzagen waar die volslagen blinden goed voor te gebruiken zijn, en dat zienden zich dat nooit zo zouden laten welgevallen als volslagen blinden. Maar als de blinden ook eenmaal door de wetenschappers ziende zijn geworden, dan zijn ze aanhangers geworden van degenen die hen voor het grootste deel vrij hebben gemaakt van het harde knechtschap van de groten en machtigen; en als Ik dan zou komen en zeggen: 'Luister, volkeren der aarde, Ik ben nu weer naar jullie toegekomen en wil jullie opnieuw de juiste weg naar het eeuwige leven van jullie zielen tonen!' -wat zullen die mensen, die van ieder geloof gespeend zijn, daar dan op zeggen?
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ze zullen Mij ten antwoord geven: 'Vriend, wie je ook bent, hou op met die oude, versleten en gelukkig in rook opgegane domheid, waarvoor sinds de tijd dat ze voor het eerst ontstond vele stromen van dikwijls geheel onschuldig bloed zijn gevloeid! Als die zogenaamde goede Vader in de hemel, die wij niet kennen en naar wie wij nu ook helemaal geen verlangen meer voelen, zo'n grote vriend van bloed is, dan kan Hij toch gemakkelijk de grote oceaan in bloed veranderen en zich daar uitermate aan verlustigen; maar wij hebben zo'n levensleer absoluut niet meer nodig, die in plaats van het beloofde Godsrijk alleen maar de reinste hel onder de mensen op de toch al schrale aarde heeft gebracht.Wij houden ons nu aan de wetenschappen en haar toepassingen van allerlei aard en leven daarbij in vrede en rust, al is het naar wij vertrouwen ook maar tijdelijk; want een tijdelijk, maar vreedzaam en rustig leven is ons nu veel liever dan een door onnoembaar leed en vele stromen onschuldig gevloeid bloed gekochte en daarbij toch in twijfel getrokken hemel met al zijn mooie zaligheden!'
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Vriend, de leer die Ik jullie nu geef is Gods woord en blijft eeuwig, en daarom zullen de mensen waar we het nu over hebben ook alleen deze leer van Mij krijgen, die jullie van Mij hebben ontvangen; maar in die tijd zal die hun niet in verhulde vorm, maar volledig onthuld naar zijn hemelse en geestelijke betekenis worden gegeven, en daaruit zal het nieuwe Jeruzalem bestaan dat uit de hemelen op deze aarde zal neerdalen. In het licht daarvan zal het de mensen pas duidelijk worden hoezeer hun voorgangers door de valse profeten om de tuin zijn geleid en bedrogen, evenals nu de Joden door de Farizeeën.
Hoofdstuk 90: Over de nieuwe tijd (19.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik zei: 'Jozua heeft dat weliswaar zo gezegd, echter niet tegen de natuurlijke zon, maar tegen de geestelijke zon, die bestond uit de leer die Mozes van God had gekregen. Die begon in het geloof en vertrouwen van het volk flink onder te gaan, toen ze de grote overmacht van de vijand zagen. Jozua heeft toen met zijn krachtige uitroep niets anders tegen het moedeloze en in alle toonaarden morrende volk willen zeggen dan: 'Blijf toch geloven en vertrouwen, tot jullie weldra de machtig lijkende vijand volkomen verslagen voor je zullen zien! Dan kunnen jullie met mij het land, waar melk en honing vloeien, innemen of weer naar de woestijn terugkeren!'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Streef er dus vooral naar dat jullie zo spoedig mogelijk in de geest worden wedergeboren en ziende worden, anders zullen jullie niet ontkomen aan duizend gevaren, die op jullie loeren en jullie dreigen te verslinden!'
Hoofdstuk 93: Over de wetenschap der overeenstemmingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De schriftgeleerde zei weer: 'Heer en Meester! Jozua, die ook een door God uitverkoren leider van het volk Israël naar het Beloofde Land was moet van dat alles, wat Mozes beschreven heeft, toch ook nauwkeurig op de hoogte zijn geweest! Hoe kon hij dan voor Jericho tegen de zon zeggen: 'Zon, sta stil, tot ik alle vijanden verslagen heb!', -en de zon schijnt aan zijn bevel gehoor te hebben gegeven? Als hij dat tegen de aarde had gezegd, dan zou dat volgens wat U ons zojuist hebt uitgelegd echt betekenis hebben gehad; nu we van U de ware stand van zaken hebben gehoord, blijkt het bevel van Jozua aan de zon iets te zijn wat duidelijk geen betekenis had, en het lijkt erop dat Jozua de ware stand van zaken toch niet gekend heeft, als het zijn bedoeling was dat zijn bevel op het natuurlijke niveau voltrok.'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als jullie dat nu begrijpen, moet je er vooral naar streven om het rijk Gods in jezelf levend en volop actief te laten worden, dan zullen jullie ook weer de genoemde wetenschap der overeenstemmingen tussen materie en geest verkrijgen, anders zullen jullie nooit Mozes of een andere profeet in de diepte van de levende waarheid kunnen begrijpen, en daardoor in jezelf genoodzaakt zijn om tot ongeloof, allerlei twijfels en zonden te vervallen. Want als een blinde op een weg loopt waar een heleboel stenen liggen, zal hij dan kunnen voorkomen dat hij onder het lopen nu eens tegen de ene en dan weer tegen de andere steen stoot en daarbij heel vaak valt? En als er onderweg ergens een afgrond opdoemt, hoe zal hij zichzelf ervoor hoeden dat hij er niet bij de volgende stap in stort en daar onvermijdelijk de dood vindt?
Hoofdstuk 93: Over de wetenschap der overeenstemmingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als Mijn leer op die manier onder de mensen gebracht zal zijn die van goede wil zijn en een levend geloof zullen hebben, en minstens eenderde deel van de mensen die vernomen zullen hebben, zal Ik ook hier en daar persoonlijk en lichamelijk zichtbaar* (* In het verheerlijkte geestelijk lichaam; zie vers 2) tot diegenen komen die Mij het meest liefhebben en het grootste verlangen naar Mijn wederkomst en ook het volle en levende geloof daarvoor zullen hebben.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar in dit land, waar Ik nu al als een misdadiger van het ene dorp naar het andere door de Joden van de tempel achtervolgd word en dat in die tijd door duistere heidenen vertrapt wordt, zal Ik persoonlijk niet weer het eerst optreden, onderrichten en de zwakken troosten. Maar in de landen van een ander werelddeel, die nu door heidenen bewoond worden, zal Ik een nieuw rijk stichten - een rijk van vrede, van eendracht, van liefde en van voortdurend levend geloof; vrees voor de dood van het lichaam zal niet meer bestaan onder de mensen die in Mijn licht wandelen en steeds in verbinding zullen staan met de engelen van de hemel en met hen zullen omgaan. - Hier heb je nu een echt antwoord op je vraag.'
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'De aarde. Behoort Mij overal toe, en Ik weet op welke plaats Mijn wederkomst het nuttigst zal zijn voor de hele aarde! In die tijd zullen de mensen echter van het ene einde der aarde naar het andere met elkaar in verbinding kunnen treden, en wel zo snel als een bliksem uit een wolk schiet" en door gebruik.te maken van de in vuur en water gebonden geesten zullen de mensen via ijzeren wegen de grootste afstanden op aarde rijdend kunnen afleggen, en wel sneller dan de hevigste storm van het ene einde van de aarde naar het andere jaagt, en de schepen zullen met behulp van diezelfde krachten binnen veel kortere tijd over de grote oceaan varen dan nu de Romeinen van Rome naar Egypte. Dan zal ook het bericht van Mijn persoonlijke wederkomst gemakkelijk binnen zeer korte tijd over de hele aarde verspreid kunnen worden, en dus ook naar Azië.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432  ...