Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 420 van 1490

...  408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433  ...
[7] Stel je twee mensen voor, bijvoorbeeld twee naburige, trotse en heerszuchtige koningen! Uiterlijk zijn ze zeer vriendschappelijk. Als de een de ander bezoekt, overbieden zij elkaar in voorkomendheid en zij omarmen en kussen elkaar als de beste en intiemste vrienden; maar heimelijk denkt en wenst ieder voor zich: '0, zag ik je maar zo gauw mogelijk onder mijn voeten in het stof vertrapt liggen! ' leder loert slechts op een geschikte en voor hem gunstige gelegenheid om zijn buurman, die hij boven alles haat, helemaal te kunnen vernietigen. Wie er echter op uit is met zijn buurman een oorlog te beginnen, vindt ook al gauw een reden daarvoor. Kortom, beiden raken al gauw met elkaar in oorlog, en de sterkere overwint de wat zwakkere, en deze blijft niets anders over dan te vluchten.
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Van tijd tot tijd worden ook betere leraren naar zulke zeer ontredderde gemeenschappen gestuurd; maar het vergaat hen niet veel beter dan het de engelen in Sodom en Gomorra vergaan is. De slechte geesten zouden hen graag als sterke wezens gebruiken om al hun vijanden te vernietigen. Hieraan kun je wel zien hoe het met de verbetering van deze geesten staat.'
Hoofdstuk 238: De gevechten in de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Alle helse geesten kunnen zich erg goed anders voordoen dan zij zijn. Zij verschijnen vaak uiterlijk als engelen terwijl ze innerlijk net verscheurende dieren zijn en blijven. Hun vermommings kunst gaat zo ver, dat zij zelfs engelen zouden kunnen verleiden, en Ik ben voornamelijk daarom lichamelijk op deze aarde gekomen, om voor eeuwig tegen de hel een dam op te werpen, die zij in alle eeuwigheid nooit zal kunnen overmeesteren.
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] En dat is nu de tweede schepping, die Ik reeds van eeuwigheid voorzien heb, zonder welke nooit een mens van deze of een andere aarde volmaakt zalig had kunnen worden; want voor deze komst van Mij op aarde was Ik eeuwig een onzichtbare God, zoals het ook in Mozes staat dat niemand God kan zien en in leven kan blijven. Van nu af aan ben Ik voor iedereen een zichtbare God, en iedereen die Mij ziet, leeft en zal eeuwig leven.
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Er zijn nog veel van dergelijke plaatsen waarin duidelijk gemaakt wordt dat Ik voornamelijk in het lichaam in deze wereld ben gekomen om de al te grote inmenging van de hel voor eeuwig een halt toe te roepen.'
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik, de Allerheiligste, moest Mij met de onheiligheid van de zwakheid van de mensen van het geschapene bekleden, om als een sterke held de hel te kunnen naderen om deze te overwinnen. Ik ben nu naar haar toegekomen, ben er midden in, en alle duivels en satans vluchten voor Mij als los kaf in de stormwind.
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nu zei AGRICOLA vol verbazing: 'Heer, zo'n beschrijving van de hel is mij nog nooit ter ore gekomen! Wij Romeinen hebben haar in onze fantasie onder de aardbodem gesitueerd, en dan speciaal op die plaatsen waar er, zoals bij ons, van die bergen zijn die voortdurend roken en van tijd tot tijd grote, alles verwoestende vuurmassa 's uitspuwen. Ah, maar zo ziet de zaak er heel anders uit! Dan is immers nu de hele aarde met een mensengeslacht dat buitengewoon losbandig is een volmaakte hel; want in deze wereld gaat het nu net zo toe als U ons het reilen en zeilen in de hel beschreven heeft!'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Laat echter niemand van jullie denken dat Ik ook de hel eens geschapen zou hebben! Dat zij verre van Mij en van jullie allen! Denk ook niet, dat het een plaats van eeuwige bestraffing van de boosdoeners van deze aarde is! Zij heeft zich vanzelf gevormd uit al die vele mensenzielen die op deze aarde iedere goddelijke openbaring weghoonden, God loochenden, slechts deden wat hun uiterlijke zinnelijkheid behaagde, maar zich uiteindelijk goddelijke eer lieten bewijzen en al het volk door hun hovelingen liet instrueren dat zij zelf goden waren en dat het hele volk hen moest aanbidden, zoals Nebukadnezar dat in Babylon deed. Zij bedachten opnieuw afgoden en dwongen de volken die te aanbidden en hun grote offers te brengen; wie dat niet deed, werd onmenselijk gemarteld.
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Want zoals voorheen, moet ook nu en in het vervolg iedere ziel in het lichaam haar wils en kennis vrijheidsproef doormaken, en die kan zonder toegelaten prikkels tot het goede en het kwade nooit .of te nimmer plaatsvinden. Maar nu hebben de mensen door Mij hulp bij de hand en ze kunnen de hel die zich in hen uit wil breiden altijd met glans overwinnen, wat nu juist het gevolg van Mijn verlossing is. Die dat echter niet zullen doen, zullen nog dienstbaarder aan de nieuwe hel zijn dan de ouden dat tot op deze tijd waren.'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen zeiden ALLEN: 'Heer en Meester! Deze zaak is ons nu helemaal duidelijk; maar er gebeurt nu iets anders bij ons, namelijk, een heel speciaal treurig gevoel in ons hart doet zich gelden, en noodzakelijkerwijs om twee redenen: De eerste is dat we met lichaam en ziel duidelijk in de volmaaktste helleven en de tweede is dat altijd verreweg het merendeel van de mensen van deze aarde kennelijk niets anders dan hellegeesten worden, en dat ook duidelijk voor eeuwig. Is er dan voor zulke hellegeesten werkelijk ook bij U, o Heer, geen mogelijke hulp meer denkbaar?'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Natuurlijk, als ik niet weet of zie dat er ergens voor een mens door zijn handelwijze gevaar dreigt, dan heb ik ook geen gevoel voor hem en kan ik hem ook niet helpen; maar als ik het zie, weet en voel, dan mag ik een mens, al is hij nog zo dom en eigenzinnig, niet door zijn eigen wil aan de ondergang prijsgeven, en het kan een voelend hart niet onverschillig laten of er tussen duizend mensen negenhonderd negenennegentig verloren gaan of niet. En ik kan daarom al diegenen alleen slechts prijzen die het hard en treurig te moede wordt als zij beseffen dat er zo ontzettend velen zo goed als voor eeuwig verloren zijn, en ik vind het nu ook heel natuurlijk dat deze edel voelende mensen zich op die wijze voor de Heer uitgesproken hebben. Want van Hem kan men toch wel met het volste vertrouwen verwachten, dat Hij ons in dit opzicht een juiste verklaring, ook al is het door een of ander beeld, zal geven. -Heer, heb ik juist geoordeeld of niet?'
Hoofdstuk 241: Lazarus wil de zondaars helpen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] En zo ging de zoon op weg en reisde naar zijn vader. Op grote afstand zag de vader de zoon al aankomen, en hij had medelijden met hem. Daarom liep hij hem met open armen tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem. De zoon zei echter tegen hem: 'Vader , ik heb in de hemel en voor u gezondigd; ik ben in het vervolg niet meer waard dat ik uw zoon genoemd wordt! ' Maar de vader zei tegen zijn knechten: 'Breng meteen het beste gewaad en doe het hem aan, en geef hem een ring aan zijn vinger en trek hem schoenen aan! En breng een gemest kalf, slacht het en laat ons eten en vrolijk zijn! Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden! Laten we nu dus zingen en vrolijk zijn!'
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar de oudste zoon was op het veld, en toen hij naar huis kwam, hoorde hij zingen en dansen. En hij riep een van de knechten bij zich en vroeg hem wat dat was. De knecht zei tegen hem: 'Uw broer is gekomen, en uw vader heeft voor hem een gemest kalf geslacht omdat hij zijn verloren zoon weer gezond terug had.' Toen werd de oudste zoon kwaad en wilde niet naar binnen gaan. De vader ging echter naar buiten en vroeg het hem dringend. Maar de oudste zoon zei tegen zijn vader: 'Kijk, ik dien u zoveel jaar en heb nooit uw gebod overtreden, en u heeft mij nooit ook maar een bok gegeven om daarmee met mijn vrienden een keer feest te vieren! Maar nu deze zoon van u gekomen is die zijn bezit met hoeren erdoor heeft gebracht, nu heeft u voor hem een gemest kalf geslacht! 'Mijn zoon, jij bent altijd bij mij', sprak de vader, 'en alles wat van mij is, is ook van jou! Daarom moet ook jij nu vrolijk zijn, want deze broer van je was dood en is weer levend, en hij was verloren en is teruggevonden!' Toen ging ook de oudste broer naar binnen en was erg blij met zijn jongste broer. (Luc.15 ,11-32)
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Kijk, deze beelden zeggen jullie alles wat degenen nodig hebben die met hun liefhebbende hart op de Vader in de hemellijken; zij die echter alleen maar wijs zijn, voelen de grote behoefte van de liefde in de Vader niet.
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] LAZARUS zei vol blijdschap: 'Heer, wij danken U heel innig voor deze mededeling; want wie niet met zevenvoudige duisternis van zijn ziel en zijn hele gemoed geslagen is, moet toch wel zonder meer merken wat U daanI1ee aangeduid hebt. Ik in ieder geval heb U heel duidelijk begrepen, en dat zal wel bij velen het geval zijn.'
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433  ...