Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 420 van 1112

...  408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433  ...
[2] Lazarus wendde zich tot Rafaël en vroeg hem of hij de storm zou willen gebieden tenminste toch een beetje zachter te worden, aangezien hij anders volkomen zinloos grote schade zou aanrichten in de wijngaarden, tuinen en aan de bomen en huizen. .
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Hierop wendde de hoofdman zich ook tot Rafaël en zei: 'Luister eens, mijn wonderdadige vriend, die zojuist nog enkel door je wil die zware zuil in de lucht hebt getild, is de macht van jouw wil nu tegenover het steeds heviger wordende woeden van de storm niet groot genoeg om hem tot zwijgen te brengen? Wanneer dat zo doorgaat, liggen er morgen hele bossen ontworteld en helemaal vernield op de grond. Wie zal de arme mensen de schade vergoeden? Ik vraagje, doe er toch iets tegen!'
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De wind, die door zuiverder geesten voortgebracht wordt door de anders zo rustige lucht van de aarde in een geweldige stroming te brengen, vermengt de ongelouterde natuurgeesten met de zuivere geesten in de lucht en in het water en maakt ze daardoor onschadelijk voor de gezondheid van de mensen, de dieren en de planten, en dit gebeurt allemaal volgens Gods wil, omdat het zo gebeuren moet; en dan denk jij, dat God de zwakke mensen door een dergelijke wind schade zou willen toebrengen en er in zekere .zin plezier in heeft, als de zwakke mensen bij zulke gelegenheden van angst en schrik bijna vertwijfeld raken? 0 mens, wat ben je nog zwak van geest!
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De hoofdman zei: 'O goede, wonderbaarlijke vriend, het zou zeker vergeefse moeite zijn om zich met jou in wijsheid te meten; want jij hebt altijd volkomen gelijk, omdat jij op grond van jouw goddelijke alwetendheid en alomvattende kennis ook steeds de meest onweerlegbare waarheid op een uiterst heldere manier kunt weergeven. Maar waar moeten mensen als wij dat vandaan halen, aangezien onze wetenschap en kennis van de dingen van de natuurlijke wereld slechts heel beperkte van aard is?
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar de mens dient zich daarbij geduldig en met volledige overgave aan de wil van God te gedragen en daarbij ook te denken: dat gebeurt volgens Gods wil om bestwil van de mens! Want alles wat er op aarde, op de maan, op de zon en op alle sterren gebeurt, gebeurt allemaal uitsluitend om bestwil van de mensen; want de mens is de enige reden en het enige doel van de hele schepping in de eindeloze ruimte.
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik weet wel dat er op deze aarde allerlei dingen gebeuren die de mens niet aangenaam kunnen zijn. Zo heerst er vaak een onaangename hitte en evenzo grote kou; er is een langdurige nacht en menige grauwe dag, het vuur brandt en vernietigt; het water verwoest de landen en doodt mensen en dieren als het buiten zijn oevers treedt -kortom: alles wat je ziet in de hele natuur van de wereld kan je de dood bezorgen wanneer je het onverstandig gebruikt en je in gevaar begeeft.
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Kijk, juist in deze nacht dringen er grote aantallen vanuit het inwendige van de aarde naar boven naar de oppervlakte, om te zorgen dat het komende jaar vruchtbaar zal worden! Wanneer nu deze nog in hoge mate ongelouterde natuurgeesten zich in de vorm van een grijze en naar rotting riekende damp kalm over het oppervlak van de aarde zouden uitstrekken, dan zou in een dergelijke damp nog niet een paar uur menselijk leven kunnen bestaan. Welk ander middel kun jij mij aangeven, om de genoemde opstijgende nog onvolkomen natuurgeesten onschadelijk te maken voor de lichamelijke gezondheid van de mensen, dan juist de wind, en wel een hevige, die in opgewassen is tegen die hardnekkige en in zekere zin kleverige aard van dergelijke geesten?
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] of is het voor menige al te zelfzuchtige rijke soms slecht als hij zo nu en dan door de grotere nood van deze en gene arme medemens tot medelijden en barmhartigheid wordt aangezet? Ik ben beslist van mening dat zoiets voor de ziel van de rijke heel nuttig is. Maar de arme zal God des te meer danken, omdat Hij hem door de in de ogen van de rijke mensen gestegen nood ook veel sterker geholpen heeft dan anders had kunnen gebeuren. Want aan de vroegere, reeds lang voortdurende armoede en nood van de arme buurman dachten de rijken nauwelijks, en ze lieten hem verder maar gebrek lijden zonder zich er om te bekommeren; maar omdat God een echt werelds ongeluk over hem liet komen, werden de anders meestal hardvochtige rijken zachtaardiger gemaakt en bedeelden de arme dan rijkelijk, zodat hij daarna voor lange tijd geholpen was.
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar nu heb jij mij dat duidelijk gemaakt en zie ik het goede ervan in, en ik geef jou de volledige verzekering dat ik er van nu af aan nooit meer met mijn geklaag tegen in opstand zal komen -en op het vasteland wel het allerminst! Alleen op zee zou ik willen dat de Heer mij van dergelijke winden vrijwaart, zolang ik in een lichaam moet leven; want daar is het heel verschrikkelijk om zich midden in de razende strijd van de zee met de wind op een gebrekkig schip te bevinden! Ik heb dat nu al verscheidene keren meegemaakt en ben daarom een vijand van krachtige winden geworden; en omdat ik toen nog een echte heiden was ben ik vaak tekeer gegaan tegen een dergelijke handelwijze van de goden. Maar aangezien een hevige wind op zee beslist ook een even weldadige bedoeling zal hebben als voor de aarde en haar schepselen, zoals op het vasteland, zal ik hem ook boven de zee prijzen en met rust laten. -Goede vriend, is dat juist?'
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar wie ongeduldig wordt en moppert over het een of ander dat hij toch niet kan veranderen, en zelfs in zijn platvloerse woede vaak in gedachten en openlijk uitgesproken op de verschijnselen in deze wereld, die hem weerzinwekkend voorkomen, maakt zich Gods liefde niet eigen maar verwijdert zich er alleen maar steeds verder van, en dat geeft aan geen enkel mens rust en gelukzaligheid, niet hier op aarde en al helemaal niet aan gene zijde. Want alles gebeurt immers door Gods liefde, zoals reeds gezegd, alleen maar voor het ware welzijn van de mens. Als de mens dat in zijn gemoed dankbaar erkent, dan komt hij ook steeds dichter bij de Gods liefde en zijn orde en gaat daar dan weldra zonder veel moeite helemaal in over en wordt daardoor zelf wijs en machtig; maar als hij het tegendeel doet, dan wordt hij ook steeds dommer en in alle opzichten zwakker en machtelozer .
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar daarom kan God toch niets veranderen aan Zijn goed geordende schepping! Zou het vuur bijvoorbeeld niet zo gloeiend heet en brandend en vernietigend moeten zijn als het is? Waarvoor zou het dan nog nuttig zijn? Of zou het water niet vloeibaar moeten zijn, zodat mensen en dieren niet lichamelijk de dood zouden vinden als ze erin vallen? Of moeten bergen niet hoog en steil zijn, zodat er niemand van hun toppen naar beneden zou kunnen vallen en daardoor ook de dood vinden? Zouden er geen verscheurende dieren moeten bestaan, geen slangen en geen giftige planten, omdat die allemaal gevaar opleveren voor het leven van de mens?
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Wie zich dan ergert over de schadelijkheid van de dingen en inrichtingen in deze natuurlijke wereld en daarbij tegen Gods wijsheid en macht in opstand komt, ergert zich kennelijk ook aan God en bespot Zijn liefde en wijsheid; maar wie dat doet, leeft beslist niet in vriendschap, maar in een echte vijandschap met God de Heer. Zal hem dat ook maar enige zegen brengen? Ik denk dat zo'n blinde vijandschap tegenover God de mens eerst God zal doen verliezen en dat de mens dan in zijn goddeloosheid geen levensgeluk meer te verwachten zal hebben, net zolang tot hij zich zal bekeren en Gods liefde, wijsheid en orde in alle opzichten lovend zal erkennen en mettertijd ook duidelijk zal begrijpen.
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Na deze goed gefundeerde wijze les uit de mond van Rafaël bedankten de hoofdman, de leerlingen van Johannes en de waard uit de buurt van Bethlehem hem; want ze hadden iedere vrees en angst voor het nog steeds voortdurende razen en woeden van de stormwind verloren. Maar het duurde niet lang, of een machtige bliksemstraal uit de door de wind opgejaagde dikke, zware wolken ontlaadde zich en bracht ernstige schade toe aan een oude ceder, die niet ver van het huis stond. Op deze eerste bliksem volgden er van alle kanten nog vele, met luid geknetter en een gedonder dat de aarde deed beven.
Hoofdstuk 141: Een onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Uiteindelijk vatten de aanwezigen meer moed, openden hun ogen en oren, en konden zich niet genoeg verbazen over de hevigheid van de wind; Rafaël gebood deze echter om de heuvel heen te gaan en daarom werd het op de heuvel ook plotseling volkomen windstil. Ook mocht er geen bliksem in de buurt van de heuvel komen, maar meer op een afstand van enkele morgens* (Oude landmaat, per streek sterk verschillend. Eigenlijk zoveel land als in een morgen kon worden geploegd.) akkerland; en daar zag het eruit als een ware stroom van vuur, die zich in de wijde omtrek met dreunend gebulder en geknetter vanuit de wolken op de aarde stortte.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu stond Rafaël op en liep naar de deur, waar enkele huiskatten op een muis loerden, nam er een bij zich en droeg hem de zaal in.
Hoofdstuk 143: Het wezen van de elektriciteit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433  ...