10915 resultaten - Pagina 420 van 728
... 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 ...
[18] Lamel echter keek de woedende Hored strak aan en zei toen tegen hem, als het ware vragend: 'Hored! Ontvang je zo jouw redder? De almachtige God Zelf, die nu op de heilige hoogte zichtbaar temidden van ons verkeert en onderwijst en werkzaam is, heeft mij naar je toegestuurd om je te redden!Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Opdat je echter in zult zien dat ik geen machtig klinkende grootspreker ben zoals jij, maar door de wil van de Heer werkelijk machtig ben, kom dan hierheen, naar die oude, mannelijk sterke ceder en ontwortel hem en slinger hem dan over deze berg in het gezicht van de duizend op je loerende vijanden uit Hanoch!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Daar hij echter niets kon uitrichten met de boom, schreeuwde hij heftig tegen Lamel en riep: 'Schurk! Ruk jij hem dan uit de grond!'
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Nauwelijks echter had de hoge Abedam deze toespraak beëindigd of zie, daar steeg op hetzelfde moment achter het' morgen en middagland een geweldige rook op, als was nagenoeg een kwart van de aarde in brand geraakt!
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Kom echter met Mij mee naar de grote witte rots, dan zullen wij de brandstichters nog op heterdaad betrappen! Amen.'
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Wee echter alle schepselen, als de sabbat ooit een dag van vervloeking zou worden!
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Zie, voor deze keer zullen wij het vuur nog met water blussen, want de tijd van vuur om vuur is nog verre; wanneer die echter komt, wee dan de bergen, bomen, struiken en het gras van de aarde.
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Voor Adam moet dit echter voorlopig verzwegen worden! Amen.'
Hoofdstuk 29: Het blussen van de bosbrand door een stortbui. Satans aanmatiging tegenover de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Laat hij mij dan echter ergens vlak bij de witte rots een plek aanwijzen; daar wil ik met mijn vrouw mijn leven lang mijn grote schuld bewenen! Maar verschoor mij slechts voor deze keer, amen; jullie wil geschiede, amen!'
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[36] Hored echter antwoordde direct daarop: 'O vriend, vraag me dat toch niet; want wie zou God ooit in zo'n eindige lompe vorm durven gieten?!
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Toen de hoge Abedam echter de vaderen naderde, vielen deze, door de diepste liefde en eerbied gegrepen, terstond voor Hem neer en sommigen prezen en loofden Hem luid, anderen wederom meer stil zuchtend in hun hart.
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Het kwam Hored echter uiterst vreemd voor en de verbaasde Naëhme niet minder, dat nu iedereen zich uit de grootste eerbied voorover ter aarde wierp, terwijl zij om zich heen, buiten hun eigen gezelschap, niemand zagen voor wie deze betuiging van grote eerbied bedoeld zou kunnen zijn.
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Ten gevolge van mijn bijzondere, mij door Jehova verleende, weelderige vormen kon echter, tot mijn geluk, niemand langer dan hoogstens twee tot drie ogenblikken de aanraking van mijn lichaam dragen; ja, het verging zelfs Thubalkaïn, mijn broeder uit moeder Zilla, niet beter, waardoor hij als mijn gemaal niet in staat was een goede vrucht in mij te verwekken.
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Abedam echter riep daarop Hored bij Zich en zei tegen hem: 'Hored, jij zoon van de lichte morgen, zie, hier is een verlaten kind van de wereld uit de laagte! Het beeft van grote liefde en verlangen, vrees en vreugde naar Jehova, - maar jou als zoon van de morgen laat alles onberoerd, en je hebt daarentegen enkel menig jaloerse blik op Mij geworpen!
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Jij echter staat hier voor je God en Schepper - en bent stommer dan een blok hout!
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)