Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 43 van 120

...  31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56  ...
[16] En zie, toen nam Kaïn het woord en vroeg heel treurig en diep ontroerd aan Hanoch: "O Hanoch, grote vorst, mijn gewezen zoon, zeg me recht vanuit je hart en naar waarheid, zijn je vader en moeder niet uitgezonderd van alles wat je wijs en naar eigen goeddunken je onderdanen hebt bevolen? En moet ik dan gelijk gesteld worden aan mijn kinderen, gebied dan dat zij ook hun vader en moeder van voedsel moeten voorzien, want wij zijn aloud, afgemat en zeer zwak geworden. Of sta mij genadig toe hier vandaan te trekken tot aan het eind van de wereld, opdat ik de grote ellende van mijn. kinderen niet langer aan hoef te zien, daar zij onder het zware juk van de vrije gerechtigheid versmachten."
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Vlucht dan uit mijn ogen waarheen je maar wilt, opdat de bittere gevolgen van de gerechtigheid je niet achterhalen! Dat zal de enige genade zijn die ik vrij vanuit mijzelf je zal schenken, omdat ik kan doen wat ik maar wil; ga dus nu en vlucht!"
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Wie echter ontsnapt is uit haar nu krachtig geworden strikken en op die manier de laatste druppels van zijn wil heeft gered en deze voor het aangezicht van Jehova op de aarde heeft neergelegd, die zal vanuit Hem een nieuwe wil gegeven worden, opdat hij in het vervolg als werktuig van de Heer zal kunnen handelen. En zo is het ook voor jou de wil van de Heer, dat jij in het vervolg naar Zijn wil zult handelen; en mochten de nakomelingen van Hanoch te eniger tijd jou of je familie vinden, dan zullen zij jou en je familie niet herkennen, omdat de liefde van de Heer jullie voorgoed geheel zwart zal branden.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En dan zal de Heer vanuit het grote water een grote vloed op laten komen; die zal de mand met jullie erin opheffen en zal je wegdragen naar een ver land midden in dat grote water en daar zul je volkomen veilig zijn voor alle vervolgingen van Hanoch.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Ik wil de mishandelingen die bij zo' n bouw plaatsvonden niet gedenken, maar Ik wil jullie naar de hoofdzaken leiden. - Toen nu de steden geheel gebouwd waren, gingen de tien vorsten naar Hanoch en zeiden: "Hanoch, gij grote verheven god van alle macht en kracht (N.B. ofschoon hij al zwakker was dan een mug en helemaal geen macht meer bezat) en allergrootste heer van alle gerechtigheid (N.B. waaraan niets anders dan diefstal, hoererij, bedrog, al het boze, gevoelloosheid, slangenbroedsel, wreedheid, leugens, vleierij en allerlei soorten misdrijven ten grondslag lagen)! Zie, onder de meest wijze leiding van uw grenzeloze, onbegrijpelijke en onnaspeurbare gerechtigheid is uw volk groot geworden (N.B. Het was waarlijk een grenzeloze, voor hen geheel onbegrijpelijke en meer nog, geheel onnaspeurbare gerechtigheid) en heeft zich verspreid over heel het wijdse land van uw goddelijke heerlijkheid en is daarom niet meer te overzien vanuit uw hoge huis en als wij ze niet in het oog houden, dan zullen ze doen wat ze willen; ja, zij kunnen zelfs zo ver afdwalen, dat zij in plaats van u, aan wie alleen toch alle aanbidding toekomt, weer de oude God van Kaïn beginnen aan te roepen en te aanbidden en het zou diezelfde oude God toch weer eens te binnen kunnen schieten, iemand van hen te verhoren en hem met een onoverwinnelijke macht toe te rusten, waarna hij dan een groot volk om zich heen zou kunnen verzamelen, ons overvallen en ons tenslotte allemaal vernietigen. (N.B. Zulke zorgen passen heel goed bij zo'n machtige god!)
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Daarna stond Huïd op en liet de stem vanuit zijn borst als een bliksemslag klinken in de bijeenkomst van boze mannen en sprak heftiger dan de overigen, zeggende: "Luister goed naar mij, broeders en zonen van Kaïn, de vogelvrij-verklaarde, en begrijp al mijn woorden, want die zijn van zeer groot belang!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Het warme bloed van de arme broeders heeft het ijs om je hart gesmolten en nu komt daaruit een overvloedige warmte vrij; handel daarom vanuit deze warmte en verwarm ons allen vanuit jouw overvloed!"
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En zie, nu heeft de kracht van de wijsheid uit God ook jouw krommingen recht gemaakt en je zult je niet zelf oordelen, maar van nu af in rechte lijn je levensweg in alle trouwen rechtvaardigheid verlengen naar de ware God en dikwijls omzien naar de door God nu recht gemaakte weg, wdat je in het vervolg niet zult afwijken van de juiste richting, omdat je dan gemakkelijk een mogelijke bocht kunt ontdekken. Die kun je dan meteen opheffen door de genade van boven, die je dan het grote doel van je leven in het rijk van de eeuwige liefde en alle leven vanuit haar zal verlichten.
Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Nu jullie de wil van God helder en duidelijk vernomen hebben, dank dan God vanuit je hart met mij en zeg: Heer, almachtige, grote God, wij danken U met het vuur van ons nog zwakke hart, maak het sterk, Gij grote, goede, sterke, eeuwige God, opdat wij eens Uw oneindige heiligheid waardiger kunnen danken dan in onze huidige oneindig zwakke toestand, en U kunnen loven en prijzen en wij daardoor eens, zoals U ons zo genadig beloofd hebt, het ook waard zullen zijn om ook maar in het geringste op Uw kinderen te lijken. Maar nu, o grote God, laat Uw wil geschieden en laat ons de bakken bestijgen en leid ons allen enkel volgens Uw welgevallen! Amen."
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen nu de wolf - let wel: een wolf zeg Ik - op wonderbaarlijke wijze zijn rede vol wijsheid vanuit Mij voltooid had, sprong hij vrolijk naar buiten en er stond opeens een grote beer, als uit de hemel gevallen, zoals jullie plegen te zeggen, voor het in zichzelf gekeerde, berouwvolle gezelschap en hij keek hen met een verwarde, rusteloze blik aan, alsof hij daarmee wilde aangeven dat hun gemoed net als zijn blik nog verward en rusteloos was. Hierdoor werd hun gemoedstoestand goed gekenmerkt. De beer opende eindelijk ook zijn muil en begon volgens Mijn wil tegen hen te spreken met ernstige en waardige, zeer versterkende woorden. Hij zei namelijk:
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Deze mens heeft geweldig gefaald vanuit zijn kwaadwillige inzicht, omdat hij geen genade van boven heeft ontvangen en in zijn zelfzucht blind was tot grote schade voor hemzelf en zijn omgeving; maar nu kwam er door de erbarmende liefde van God een heldere bliksemschicht van boven, vergezeld van een harde donderslag en die lieten hem zijn grote verdorvenheid zien en zijn ontelbare gruweldaden horen. En als nu die mens bang zou beginnen te worden en hij zou dan al zijn boze daden vanuit het diepste van zijn hart berouwen en zou daarmee al zijn boosheid van zich afwerpen en ook zijn wil door de genade van God gevangen laten nemen, - zeg me, wat zou jijzelf doen in zo'n geval? (Antwoord: vergeven en hem aanzien alsof hij nooit gefaald zou hebben en grote vreugde voelen dat iemand die zover afgedwaald was, weer de weg terug gevonden had en een uitweg uit de kerkers van de duistere waanzin naar het licht van de goddelijke genade!) Jij hebt goed en juist geantwoord, hoewel je toch slechts een mens bent; hoeveel temeer zal dan de allerwijste God, als de oorsprong van alle waarheid en liefde, deze juistheid goedkeuren, omdat hij het beste weet, hoe en waardoor en waarom wij zo dikwijls gefaald hebben!
Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Welnu, weet dan, dat wij liefdeloze mensen onze verdwaalde broeders naar het aantal van hun misdrijven veroordelen, of zij nu wel of geen berouw toonden; God echter veroordeelt vanuit Zijn liefde en wijsheid geen begane en berouwde misstappen, maar alleen de verkeerde daden die bedreven werden en niet berouwd. Ofschoon dat wat gebeurd is nooit ten iet gedaan kan worden, maar in het onvergankelijke geheugen van God bewaard blijft als een donkere vlek op de lijn van ons leven; maar die lijn wordt niet beoordeeld in het begin noch halverwege, maar aan het eind, omdat zij groeit en langer wordt, of rechtuit al naargelang van de liefde en het recht in haar, of niet rechtuit en krom volgens de boosheid en alle ongerechtigheid uit haar.
Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Luister: God, de allerhoogste, heeft ons op wonderbaarlijke wijze uit de moorddadige handen van Lamech bevrijd en heeft ons behouden hiernaartoe geleid tot aan het einde van de wereld, want jullie allen zien het einde van de aarde en het begin van de grote wateren. Kijk naar het mooie en heerlijke land, dat als het ware vanuit de hoge hemelen op aarde neergedaald is en het zou zeker een grote vreugde voor ieder van ons zijn om hier voorgoed te kunnen en te mogen wonen. Maar de wil van boven, vanaf de hoogten van God, luidt niet zo; wij mogen hier slechts zeventig dagen blijven, want in deze tijd zal een wreedaardig leger van Lamech met Tatahar aan het hoofd ons wel weten te vinden. En wee degene die in zijn wrede handen valt; hij zou hem verscheuren als een tijger een lam!
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen nu Meduhed deze toespraak beëindigd had, vielen allen voor God op hun knieën ter aarde neer en dankten en prezen God vanuit het diepst van hun hart, en dat duurde wel een uur; toen verhieven zij zich opgewekt en gingen, door de geest van de genade geleid iets verder landinwaarts en vonden daar in een ruime grot een grote hoeveelheid werktuigen van allerlei soort, zoals houwelen, aksen, bijlen, schaven, allerlei soorten messen, zagen, hamers, boren, winkelhaken, beitels en een miljoen dubbele spijkers, door jullie krammen genoemd. En zie, toen werden zij zo buitengewoon blij, dat zij sprongen en juichten van vreugde over Mijn voor hen niet te begrijpen grote genade. (N.B. Zie, wat Ik jullie hier geef is meer dan deze gereedschappen; maar er is er nog niet één die zich van ganser harte aangediend heeft om Mij met grote vreugde in zijn hart naar behoren te bedanken. Let op, jullie stompzinnige vereerders van Mijn naam en fijnproevers van Mijn woord en zet de poorten van de liefde, van de nieuwe, heilige stad in jullie harten, wijd open, opdat Ik Mijn engelen daar naartoe kan sturen, zodat zij van tevoren alle pleinen, stegen en schuilplaatsen zullen reinigen, evenals alle daaraan gelegen woningen, zodat Ik dan Mijn intrede zal kunnen doen en jullie Mij dan tegemoet hollen en in grote vreugde uitroepen: 'Hosanna in den hoge en vrede voor alle volkeren die van goede wille zijn; geloofd zij de Heer, die op een ezelin aangereden komt; halleluja voor de zoon van David; hallelujah voor de vorst van de vrede; hallelujah voor Hem, die komt in naam van de Here God Zebaoth; Hij alleen is waardig alle lof, alle roem en alle eer van ons te ontvangen; Hij is de heilige, enige Vader van onze harten, amen!')
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En zie nu, toen Meduhed dit belangrijke lied van het leven uit Mijn genade, dat een klein vonkje is van Mijn oneindige liefde en alle daaruit voortvloeiende erbarmen, geheel had opgetekend en het daarna ook aan het volk had voorgelezen, was er een tomeloze vreugde onder hen ontstaan, die slechts door een wonder uit de hemel gematigd had kunnen worden. En dit wonder was een plotselinge regen en deze regen was een regen van liefde vanuit Mij, omdat hun vreugde terecht was; want zij verheugden zich erover dat Mijn naam aan hen bekend was gemaakt, maar nog meer over Mijn liefde; en het allermeest verheugden zij zich erover, dat de bovenmatig grote, heilige God als Vader zo minzaam in de meest onbegrijpelijke liefde de kinderen van de ellende door Meduhed onderrichtend had toegesproken.
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56  ...