Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 43 van 91

...  31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56  ...
[1] (De Heer:) 'Als een ziel echter de zuivere leer heeft gekregen, de waarheid ook wel begrijpt en bij zichzelf denkt: ' Aha, nu weet ik wat ik met recht voor mijn heil moet doen; maar voordat ik daar helemaal mee aan het werk ga, wil ik toch ook een poosje genieten van de bekoorlijkheden en aangename dingen van deze wereld, omdat ze mij geboden worden. Want nu ik de wegen naar de geestelijke voleinding precies ken, zal het er wel niet echt op aankomen wanneer ik die in volle ernst wil gaan bewandelen; en als ik die weg opga, zal ik ook zeker vooruitkomen!' - Kijk, vriend, dan begint de ziel de bekoringen en aangename dingen van de wereld te proeven en vervolgens ook met volle teugen te gemeten; daardoor geeft ze aan de materie van haar vlees een flink overwicht, dat slechts heel moeilijk of vaak helemaal niet meer met haar heldere inzicht in de dingen van de geest overwonnen kan worden.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Omdat zo'n ziel aanvankelijk tegen beter weten in handelt, zakt ze langzamerhand steeds verder in de materie weg en wordt ook de oorspronkelijke, puur geestelijke verlichting steeds matter. De ziel raakt in allerlei twijfels en vindt het in haar materiële traagheid helemaal niet meer zo de moeite waard om zich op te richten. en tenminste voor de korte tijd van een paar dagen of weken een ernstige, zichzelf verloochenende poging te doen om zich ervan te overtuigen. of er toch iets waar is van de vanuit de hemelen geopenbaarde leer ter verkrijging van het innerlijke, ware leven.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ze hebben zich weer tot de twee leerlingen gewend, met de vraag of die hen weer wilden genezen. Maar de leerlingen hebben gezegd: 'Ook al genezen wij jullie weer in naam van de Heer, jullie zullen toch weer opnieuw zondigen; daarom zeggen wij jullie: doe eerst echt boete, en als de Heer ziet dat jullie je leven ernstig en voorgoed hebben gebeterd, zal Hijzelf jullie wel helpen! Sta op en wandel vol berouw, geloof en vertrouwen naar de wonderbron aan het Meer van Galilea, die de Heer Zelf daar heeft geplaatst en gezegend, dan zullen jullie daar genezing vinden; laat de voetreis, die een zware opgave voor jullie is, een boetedoening voor jullie zijn!'
Hoofdstuk 186: De genezing van de zieken uit Joppe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Daar waren de genezenen ook weer mee tevreden en ze gingen aan hun tafels zitten, waar zich nog wat brood en wijn bevond, versterkten zich daarmee en spraken opnieuw met elkaar, met name over Mij.
Hoofdstuk 190: De arts vraagt naar het manna in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Maar tel nu eens hoeveel joden er zijn die zich niet door de mammon van deze wereld hebben laten verleiden en verlokken! In alle steden van Galilea, Judea, Palestina, Kanaän en Samaria en nog andere landstreken zullen jullie er nog geen honderd aantreffen die van oudsher de waarheid volgens Mozes en de profeten in hun hart en in hun daden hebben nagevolgd en bewaard. Alleen in deze tijd heeft door Mijn onderricht een groter aantal zich weer opnieuw naar de oude waarheid gekeerd, en wel voornamelijk uit de klasse der armen.
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Hierna ging Ik weer naar Mijn plaats, en de mensen uit Joppe bedankten Mij opnieuw uit de grond van hun hart en konden Mij niet genoeg roemen en prijzen, vanwege het feit dat Ikzelf naar hun tafel was gekomen en hen buitengewoon getroost had.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Daarop zei de visser: 'O prachtige vriend uit de hemelen Gods! De mens leeft weliswaar vanaf zijn geboorte temidden van louter wonderen, en hijzelf is nog het grootste wonder; maar omdat hij constant omringd is door die talloze wonderen is hij er aan gewend geraakt, let hij er weinig op; en nog minder denkt hij er over na wat ze zijn en waarom, en wie Degene is die ze voor een deel steeds opnieuw tot leven roept en andere weer langer, en weer andere, zoals het lijkt, voor eeuwig in stand houdt, zoals de aarde en haar landen, bergen, rivieren, meren en zeeën, de maan, de zon en alle talloze sterren.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik zei: 'Luister! Mijn rijk, dat Ik nu weer opnieuw vestig onder de mensen op deze aarde, is geen aards rijk zoals dat van een koning, die jij "hebt gediend en waarvan er nog legio zijn op de hele aarde, maar Mijn rijk is een geestelijk rijk en is niet met allerlei pracht en praal zichtbaar voor de ogen van het lichaam; want het bestaat inwendig in de mens en de sterke burcht, die eeuwig nooit door een macht overwonnen kan worden, is het gelovige, liefdevolle hart dat vol vertrouwen is en zonder hoogmoed, zonder afgunst of jaloezie, zonder leugen en bedrog, maar in plaats daarvan vol deemoed, zachtmoedigheid, geduld en barmhartigheid; daarin zal Ik, de ene en enig ware Heer en Koning van alle bestaan en leven, Mijn intrek nemen bij ieder mens wiens hart en gemoed die genoemde eigenschappen zal bezitten.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Kijk nu eens naar jullie soldaten, hoe ze met de andere schippers, die hun hoofd schudden, overleggen wat er met jullie lekke schip gedaan kan worden! Het water eruit hozen helpt niets; want dat zou een even vergeefs werk zijn als wanneer iemand een beek leeg zou willen scheppen. Want er zou immers evenveel en nog veel meer water weer opnieuw in de beek stromen als hij eruit weg zou halen. Kom nu maar heel dapper met mij mee en overtuig je ervan dat het inderdaad zo met jullie schip gesteld is!'
Hoofdstuk 211: Rafaël bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Rafaël had dat nog niet gezegd of hij bevond zich alweer bij het gezelschap boven, wat de overste en zijn metgezellen opnieuw tot grote verbazing bracht.
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik heb uit de mond van betrouwbare getuigen al heel veel gehoord over de uitzonderlijke daden en werken van jouw nieuwe God, die echter toch net als wij allemaal uit een vrouw geboren en een mens van vlees en bloed is en evengoed als wij. allemaal zal sterven; maar ik kon niet anders dan mijn oude overtuiging, die Ik uit de boeken over al die vele grote, beroemde mensen heb verkregen, ook bij deze Godmens van jou weer opnieuw bevestigd te zien.
Hoofdstuk 3: De genezen Romeinse rechter bekeert zijn vrienden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zei: 'Dat zijn dingen die Ik alleen begrijp; zeg er verder dus niets meer over! Want de dood en het gericht van de wereld en haar materie moeten voor eeuwig overwonnen worden!'
Hoofdstuk 5: De reis van de Heer naar Genezareth (8.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen de kinderen en dienaren van Ebal alle spijzen op tafel hadden gezet, kwamen ze naar Mij toe en groetten Mij hartelijk en dankten Mij dat Ik deze plaats nogmaals de liefde bewees om hier persoonlijk te komen. Ik legde hun de handen op en sterkte hen, waarvoor ze Mij opnieuw bedankten en daarna weer aan het werk gingen -want ze hadden deze keer veel vreemde gasten te bedienen, die hier nu ook vanwege hun gezondheid verblijf hielden. Want sinds Mijn eerste verblijf hier was het voorheen zeer ongezonde Genezareth veranderd in een kuuroord, en heel in het bijzonder de door Mij speciaal gezegende weide.
Hoofdstuk 6: De maaltijd bij Ebal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Ik zei: 'Niet als bestanddeel van de door Mijn geest eeuwig levende ziel, omdat die zelf puur geest wordt wat haar innerlijk betreft! Maar wat de contouren van haar uiterlijke vorm en met name haar kleding betreft, zullen de zielen etherdeeltjes van haar aardse lichaam weer in geestelijke zuiverheid met haar verenigd worden, maar van het grove organische lichaam niets, nog geen atoom! Want de bestemming van dat lichaam is dezelfde als die van alle andere materie van de aarde -die wordt namelijk ook steeds verder in betere natuurgeesten opgelost, zoals ze ook oorspronkelijk uit veel minder zuivere en op een zeer laag niveau staande natuurgeesten wordt samengesteld.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] De natuurgeesten die de grove materie reeds verlaten kunnen mettertijd ook mensenzielen worden; maar meer op dit gebied zul je pas inzien, als je ziel zich in dat dal van Josafat zal bevinden. Daarom nu niets meer daarover!
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56  ...