Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 421 van 1088

...  409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434  ...
[15] Toen zij zich weldra voldoende gesterkt hadden, vatten zij ook moed, en één van de voornaamsten van hen stond op van zijn zitplaats, ging met veel ontzag voor Roclus staan en zij: 'Vergiffenis, opperste heiland van deze burcht, die in de hele wereld roemvol bekend staat! Wij en nog veel mensen met ons wachten hier al bijna twee maanden lang met onze dode kinderen, die in ijzeren doodskisten bewaard worden. Wij hadden ons verzoek, of het misschien nog mogelijk zou zijn onze kinderen weer tot leven te wekken, allang graag naar voren willen brengen, en hebben ons wachtkamp dan ook heel dicht bij de hoofdingang van de wonderburcht neergezet. De dienaren van de burcht hebben ons weliswaar de verzekering gegeven dat wij spoedig het geluk zouden hebben om aan de beurt te zijn, -maar tot nu toe was dat vergeefse hoop.
Hoofdstuk 203: De poging van de rijken (21.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Eén van de anderen uit de groep van dertig mannen zei: ' Alle dank zij de aloude en enig ware God van de joden, de God van Abraham, Isaak en Jacob dat wij nog wel gezond zijn, en ook geen gebrek hebben aan allerlei rijkdommen; maar onze kinderen zijn gestorven, en nu zijn wij bijna helemaal kinderloos en hebben dus geen nakomelingen en geen erfgenamen. Wij weten echter dat hier al heel veel keren gestorven kinderen weer tot leven gewekt zijn, en dus hebben wij, zoals u al wel zult weten, onze dode kinderen in goed afgesloten doodskisten hier naar Essea gebracht, om hen indien mogelijk in ruil voor een offer weer door jullie tot leven te laten wekken. De doodskisten bevinden zich in de wederopwekkingscrypte die jullie daarvoor bestemd hebben waar wij ze al een paar maanden geleden hebben afgegeven; ook hebben wij de gevraagde heffing al aan de daarvoor aangestelde wachters betaald. En nu zijn wij hier om u te vragen of u ons de genade wilt bewijzen onze kinderen het leven terug te geven, en daarvoor willen wij u ieder gewenst offer aan uw voeten leggen.'
Hoofdstuk 203: De poging van de rijken (21.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] De dertig zeiden: 'Opperste meester, wij hebben dat bericht weliswaar ontvangen, maar onze te grote droefenis om onze kinderen, die gestorven zijn aan een besmettelijke kinderziekte, zoals er sinds mensenheugenis nog nooit één in onze stad en streek om zich heen gegrepen heeft, heeft ons genoodzaakt om toch nog eens te proberen of wij tegen betaling van grote offers bij jullie misschien toch nog, wellicht voor de laatste keer, verhoring en erbarmen konden vinden. Maar als dat ondanks al ons smeken, wachten en offeren toch niet meer zou kunnen, hebben wij besloten om onze dode kinderen naar Galilea te brengen, naar die nieuwe grote profeet, over wie wij uit de mond van reizigers gehoord hebben dat hij door zijn woord en door de macht van zijn wil niet alleen alle ziekten geneest, maar ook doden opwekt. Maar toch vragen wij u nu eerst om die genade -verhoor ons, en geef onze kinderen levend aan ons terug! ,
Hoofdstuk 203: De poging van de rijken (21.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Roclus zei, nu een beetje verlegen: 'Vrienden, ik wil niet langer meer om de zaak heen draaien, maar jullie onverbloemd de volle, zuivere waarheid zeggen en tonen! Kijk,jullie hebben zojuist openlijk jullie besluit uitgesproken, dat jullie naar Galilea naar de nieuwe, grote profeet der joden willen reizen, als jullie hier geen hulp zouden vinden! En ik zeg jullie dat jullie daar heel goed aan zouden doen, als dat nu nodig zou zijn. Jullie kennen die profeet niet, maar ik ken Hem en zeg jullie dat Hij eindeloos veel meer is dan een profeet. Hij is namelijk Degene van wie alle profeten voorspeld hebben dat Hij in het vlees in deze wereld zou komen, en de mensen die in Hem geloven en Hem als de enige Heer van hemel en aarde en al het leven boven alles zullen liefhebben, zal verlossen van de slavernij van de aloude zonde, de duivel en de eeuwige dood!
Hoofdstuk 204: Roclus verwijst de rijken naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu zei Roclus: 'Welnu dan, verhef jullie hart en je ogen! Deze man, die hier aan mijn rechter zijde aan tafel zit en het hart en nieren van ieder van ons onderzoekt, is degene naar wie jullie in Galilea wilden reizen!'
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen de dertig dat van Roclus hoorden, vielen ze in diepe eerbied neer met hun gezicht naar de aarde en riepen: 'Eer aan U, God in den hoge! Heilig en boven alles eeuwig machtig is Uw naam! O Heer van eeuwigheid, verstoot ons, kinderen van Abraham, niet, en wees ons genadig en baanhartig! Alleen Uw heilige wil zij ons voor de hele toekomst tot wet, volgens welke wij willen handelen, leven en sterven!'
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Toen de dertig, die nog met hun gezicht naar de grond lagen, dat uit Mijn mond gehoord hadden, stonden ze langzaam op, maar waren nog helemaal duizelig van puur ontzag, en geen van hen durfde Mij iets te vragen of om iets te verzoeken.
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Deze woorden van Mij hielpen en de spreker liep naar Mij toe en zei: 'O Heilige! Hoe wilt U dan dat wij, arme zondige mensen, U zullen aanroepen?'
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Ja, dat zal Ik voor jullie doen -maar luister eerst goed naar wat Ik jullie nu zal zeggen! Als jullie dode kinderen levend aan jullie teruggegeven worden, baar dan geen opzien, noch hier noch op de terugreis noch thuis, en maak Mij en ook de Essenen niet verder bekend! Want van nu af aan zullen er geen doden meer opgewekt worden tot het aardse leven wat het vlees betreft, maar wel veel geestelijk dode zielen tot het eeuwige leven, waarvoor de mensen geschapen zijn. Van deze laatste daad in deze plaats moet, behalve Mijn leerlingen, jullie en enkele andere getuigen, niemand iets te horen krijgen! Want Ik wil niet dat dergelijke dingen hier ooit weer plaats vinden.
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ga vanavond onder begeleiding van de een of andere Esseen naar de crypte en open de gesloten doodskisten, dan zullen jullie kinderen jullie direct levend en volkomen gezond volgen! Maar vertrek morgenvroeg snel, zodat jullie gedurende de dag geen opzien baren bij de vele mensen die zich nu hier in Essea bevinden!
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De spreker zei: 'Voor mij althans voelt het zo blij, alsof de Aller verhevenste en Heiligste zich ergens vlakbij bevind en - zelfs in deze herberg. Daarom voel ik een bijzondere blijdschap in mij, hoewel mijn hart evenals dat van al mijn metgezellen nu niet bepaald enige reden kan hebben om blij gestemd te zijn; want ik alleen heb -let wel -al vier dode kinderen de lange weg hierheen gebracht, in de hoop dat ze hier opnieuw tot leven gewekt zouden worden, en heb daar nu twee volle maanden tevergeefs op gewacht! Dat is toch zeker een omstandigheid, die om heel begrijpelijke redenen het hart niet vrolijk en opgewekt kan stemmen; en toch zijn wij vandaag reeds vanaf vanmorgen vroeg merkwaardig genoeg heel opgewekt en vrolijk en kunnen ons ons oude verdriet niet meer voorstellen. Ja, in mijn hart heb ik zelfs het gevoel alsof iemand mij de verzekering geeft dat ik mijn vier kinderen levend naar Cairo terug zal brengen!'
Hoofdstuk 204: Roclus verwijst de rijken naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Hierop zei Ik: 'Het is in Mijn ogen allemaal wel heel prijzenswaardig van jullie dat je voor Mij neervalt, maar zoals jullie hier nu liggen kan Ik niet met jullie praten. Sta op als vrije en verstandig denkende mensen en laat jullie overdreven eerbied achterwege! Want Ik ben niet naar jullie toe gekomen om Mij als een afgod door blinde heidenen te laten aanbidden en vereren, maar om jullie God, die jullie vergeten zijn, .en Zijn wil opnieuw te doen kennen, om het rijk Gods, het ware rijk van eeuwig leven, op aarde te stichten en om de oude boeien en kerkers van de zonde, de duivel, het gericht en de dood van de zielen te vernietigen. Daarom wil Ik dat de mensen niet in zinloze eerbied als wormen voor Mij in het stof kruipen, maar zich als mensen, die kinderen van God kunnen en moeten worden, vrij, open en rechtop als ware vrienden en broeders om Mij heen verzamelen, naar Mij luisteren en ook met Mij praten. En nu jullie Mijn wens en wil gehoord hebben, moeten jullie opstaan en vrij en openhartig met Mij spreken!'
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Omdat Ik dat wel zag, zei Ik tegen hen: 'Ja, vrienden, wanneer jullie je tegenover Mij steeds zo zullen gedragen, zullen we niet goed zaken met elkaar kunnen doen! Wie heeft jullie wel zo'n belachelijke en zinloze eerbied voor God ingeblazen? Dat hebben jullie van de heidense afgodenpriesters geleerd! Maar God verlangt van de mensen echt niet meer dan dat ze in Hem geloven als de ene, enig ware en eeuwig levende God, Zijn naam niet ijdel in de mond nemen of zelfs lasteren, Hem dus erkennen als de goede Vader en Hem liefhebben boven alles en hun medemensen als zichzelf Alles, wat meer is dan dat, is uit den boze, evenzeer als dat wat minder is! Leg jullie overdreven eerbied voor Mij dus af, en spreek vrijuit en openhartig met Mij! Of bevalt het jullie soms, als jullie zien dat ouders hun kinderen zo opvoeden, dat die in alle eerbied voortdurend voor hen, hun ouders namelijk, moeten kruipen?! Wat wordt ervan zulke kinderen? Niets anders dan lafhartige en uiteindelijk toch zelfzuchtige en heerszuchtige kruipers, van wie geen medemens ooit iets goeds kan verwachten
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Als jullie op weg naar huis mensen met dode kinderen tegen zullen komen, die jullie vragen hoe het hier toegaat, zeg hun dan openlijk wat Ik jullie gezegd heb met betrekking tot de wederopwekking van dode kinderen, die in de toekomst niet meer plaats zal vinden, dan zullen zij geen verdere en vergeefse reis hierheen maken!
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Maar 's avonds, toen de meeste mensen zich al in de herbergen bevonden, stuurde Ik een Esseen naar de crypte, waar de dertig al wachtten, samen met nog anderen, die ook hun dode kinderen naar Essea gebracht hadden. De dertig dachten evenwel dat Ik dat niet op prijs zou stellen. Maar de Esseen had in het geheim al de opdracht van Mij gekregen om alle doodskisten te laten openen, maar tevens tegen iedereen te zeggen wat Ik Zelf tegen de dertig gezegd had. - En zo werden alle dode kinderen weer tot leven gewekt.
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434  ...