15542 resultaten - Pagina 421 van 1037
... 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 ...
[8] Toen haastte de waard zich naar alle zieken en trof hen volkomen gezond aan, zodat ze van hun bedden opstonden, schone kleren aantrokken, naar Mij toekwamen en Mij bedankten.Hoofdstuk 97: In de herberg te Kana (26.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen de waard die wens van Mij had gehoord, ging iedereen vol blijdschap aan het werk om aan Mijn wens te voldoen. Het duurde nauwelijks een heel uur voor het avondmaal bereid was; het werd op tafel gezet en Ik zei tegen de waard: 'Kijk, daar is nog een tafel! Laat allen die genezen zijn nu aan die tafel gaan zitten en eten wat wij eten, ieder naar zijn behoefte, en ze moeten ook wijn drinken en brood eten, opdat ze weer flink sterk worden!'
Hoofdstuk 97: In de herberg te Kana (26.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Toen de genezenen dat van Mij hadden gehoord, met uitzondering van de vrouw, die in de keuken bezig was, stonden ze vol eerbied op, bedankten Mij en gingen rustig naar hun tafel, die net als de onze reeds vol stond met spijzen, wijn en brood. Daarop begonnen we onmiddellijk te eten en de heel zuivere en goede wijn te drinken, en de genezenen deden dat ook.
Hoofdstuk 97: In de herberg te Kana (26.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Maar iemand die nog door de zwakheden van zijn medemensen gekrenkt en beledigd kan worden, is nog niet doorgedrongen tot dat ware levenspunt, waar de Heer van hem zou willen of kunnen zeggen: Kijk, dat is een man naar Mijn hart!'
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar Ik zeg: op zichzelf is het heel goed om een schriftgeleerde te zijn; maar Mij is iemand die maar weinig van de Schrift kent en daar gelovig naar leeft en handelt, veel liever dan iemand vol schriftgeleerdheid, die de Schrift alleen maar bekritiseert, er nauwelijks en tenslotte helemaal geen geloof aan hecht en daarom ook niet volgens de Schrift, maar alleen volgens de raad van zijn wereldse inzicht leeft en handelt.
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Immers, waarom zoeken de mensen niet naar goud in dood gesteente, maar dringen ze daar, waar ze sporen van dat metaal ontdekt hebben, het inwendige van de bergen binnen en verzamelen ze daar grote schatten? Als de mensen dat zonder vrees en terughoudendheid doen om aardse schatten te winnen, die op zichzelf dood zijn en heel velen ook de dood brengen, waarom doen ze dat dan niet in en met zichzelf om het in hen verborgen levensgoud te winnen? Ze hebben op hun huid toch reeds de meest duidelijke sporen van het innerlijke en ware levensgoud.
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik ken je dus heel goed en jouw levensprincipes zijn mij niet onbekend gebleven, en dat is nu precies wat mijn verbazing heeft gewekt over het feit dat jij je in dit allerhoogst geëerde gezelschap ophoudt; want wat je geloof betreft was jij geheel en al een Sadduceeër en je hebt je ook de hondswijsheid* (* Een verwijzing naar zijn cynische levensopvatting. Het Griekse woord voor cynicus is verwant met 'kunê', het Griekse woord voor hond. Een cynicus staat op het standpunt dat alleen de eigen normen en waarden tellen, en dat die van anderen i.c. de samenleving er absoluut met toe doen; de eerste dienen dan ook gevolgd te worden, de laatstgenoemde met voeten getreden.) van de Grieken eigen gemaakt, waarvan je dikwijls zei dat die het meest aan de natuur van de mens zou beantwoorden, als men reeds als kind daarin opgevoed zou worden.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] O, Ik weet heel goed dat hij geleerd is in de Schrift, en Ik ben ook op de hoogte van al zijn kennis en ervaring van elders, waarin hij Mijn andere leerlingen verreweg de baas is. Maar wat heeft hij daaraan, als hij nu al bijna tweeënhalfjaar met Mij rondtrekt, voornamelijk om Mij scherp in het oog te houden bij alles wat Ik doe, om te zien of hij iets kan vinden wat niet met de Schrift overeenstemt. Daarin vindt zijn verborgen en derhalve nog niet afgelegde hoogmoed en derhalve ook zijn zelfzucht en eventuele winstbejag steeds nieuwe voeding; daarom blijft hij ook nog steeds zoals hij is en laat hij zich door niemand volledig en naar waarheid terechtwijzen om zijn leven te beteren. Want hij denkt steeds bij zichzelf: 'Wat willen jullie, arme en ongeleerde vissers, mij vertellen, terwijl ik een schriftgeleerde ben?'
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als de korrel eenmaal helemaal rijp is geworden, sterven de halm en de aar. Waarom eigenlijk? Omdat al het vroegere uiterlijke leven ervan in het ware, innerlijke vruchtleven in de korrel is overgegaan. En daarin bevinden zich nu ook de wortels en de opgroeiende halm, in ieder stadium van zijn groei naar volmaaktheid tot aan de volledige rijpheid; en dat niet alleen enkelvoudig, maar oneindigvoudig, want anders zou een in de aarde gelegde korrel niet weer alles wat voor het groeien en rijp worden van het graan noodzakelijk is, in steeds groter wordende aantallen tevoorschijn kunnen brengen.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik zei: 'Hoe kan een van Mijn oude en meest geleerde leerlingen tot zo'n meer dan dom oordeel komen? Wie heeft gezegd dat een mens zijn lichaam moet doden om daarna een zuiver geestelijk mens te kunnen worden? Jouw wereldse begeerten en lusten, die in je vlees razen en woeden, die moet je onderwerpen met je vrije wil, en streef naar het rijk Gods in jezelf op de manier die jullie maar al te duidelijk is, dan heb je daarmee de oude mens uitgetrokken en een nieuwe aangetrokken.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Maar zoals men overdag bij het licht van de zon zelfs de kleinste letter goed kan lezen, zo kan een mens, als door zijn handelen volgens Mijn woord de innerlijke levenszon in hem is opgegaan, ook zijn innerlijke, ware levensschrift lezen en begrijpen, en kan hij de betrekkingen zien van alles wat er in hem is en hem ook aan alle kanten naar buiten toe omringt.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Kijk bijvoorbeeld alleen maar eens naar de eerste ontwikkeling van het verstand van mensen als Samuël en David, van een Salomo en van nog een groot aantal mensen! Waar is er onder degenen die in werelds opzicht zo geleerd zijn, zowel onder de Joden als de heidenen, iemand die die mannen in wijsheid evenaart? Neem dus in acht wat Ikzelf tegen jullie zeg, dan zal ook jullie hersenverstand in alle dingen heel goed verlicht worden!'
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu zei de waard: 'Heer en Meester, ik dank U voor deze les, niet alleen voor mijzelf, maar ook uit naam van allen in mijn huis die door U genezen zijn; want daardoor zijn wij in staat gesteld om onszelf te leren kennen en dus ook het rijk Gods in onszelf! Wat ons te doen staat weten wij nu duidelijker dan ooit tevoren; en omdat wij dat nu weten, zullen wij er ook naar handelen en ons niet meer door de wereld op een dwaalspoor laten brengen. Sterk onze wil met Uw genade en liefde, opdat die steeds gelijke tred houdt met ons inzicht in de waarheid uit U, tot aan het lichtende doel van ons leven, want het kennen van zelfs de allerlichtste waarheid is niet voldoende, als die gepaard gaat met een zwakke en trage wil! De wil is echter de kracht van de liefde in ons; zoals het daarmee gesteld is, zo staat het ook met onze wil. Sterk daarom, o Heer, in ons vooral ook de liefde voor U en onze naaste!'
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Welk nut zouden twee mannelijk sterke armen, geschikt voor ieder werk, voor een mens hebben, als zijn voeten door jicht verlamd zouden zijn? En waar zou het goed voor zijn om aan één kar twee ossen zodanig in te spannen, dat de een naar voren en de andere naar achteren trekt? Bij twee sterke mannenarmen horen ook twee gezonde en sterke voeten, en voor een kar moeten de dieren vooraan ingespannen worden, anders kan en zal er geen voortgang zijn bij het werk en het voeren van de kar. Daarom is de manier waarop Ikzelf nu de mensen tot het werkzame licht des levens breng wel de beste, en jullie moeten het na Mij ook niet anders doen.
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Toen de waard dat van Mij hoorde, ging hij onmiddellijk met de opperknecht naar buiten; maar bij de twee mannen trof hij ook een vrouwen een kind aan, en hij stuurde de knecht naar Mij toe met de vraag of hij ook de vrouw met het kind moest opnemen.
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)