Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 422 van 1110

...  410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435  ...
[19] Ik ben nu gekomen om jullie weer te verzamelen en op te richten, en Ik wil jullie door de macht van de waarheid werkelijk vrij maken. Als jullie echter in jullie zelfgeschapen slavernij willen blijven, blijf dan, dan zal Ik Mijn licht aan de heidenen geven; maar jullie zullen in de nacht van jullie zonden gelaten worden, en de heidenen zullen voortaan over jullie heersen. Dit aan jullie beloofde land wordt door de vijanden vertrapt en zal voortaan woest en leeg blijven. Dat zij jullie als waarschuwing gezegd!
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Wanneer dat zich allemaal aan jullie zal voltrekken, zullen jullie Mij wel kennen en uitroepen: 'Heer, Heer!'; dan zal Ik jullie echter niet kennen, maar tegen jullie zeggen: 'Ik heb jullie nooit gekend; ga daarom weg van Mij, vijanden van de waarheid!"
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Als de woorden uit je mond ook die van je hart zouden zijn, zouden jullie voor de genezing van jullie neergeslagen zielen ook méér gevonden hebben dan een barmhartige Samaritaan! Maar zolang jullie in je hart heel anders voelen dan wat jullie gladde tongen uitspreken, zullen jullie ook bij Mij de vermeende barmhartige Samaritaan niet vinden. Niettemin heb Ik jullie Mijn barmhartigheid betoond door jullie te zeggen wat Ik zojuist heb gezegd! Als jullie het ter harte willen nemen, waartoe Ik jullie nooit zal dwingen, zal het ook in jullie licht en helder worden.
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kijk, zó denken jullie in je hart, terwijl ook de hele tempel in Jeruzalem op dezelfde manier denkt, en niet één van jullie heeft ook maar in de verste verte het verlangen dat Ik wellicht toch de Christus zou kunnen zijn, maar alleen dat Ik, eenmaal door jullie gewurgd, voor eeuwig dood zal blijven!
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Vriend, verwonder je daar niet al te zeer over; want er zal spoedig een tijd komen datje nog heel andere dingen over Mij zult horen van dat slechte soort! Want dat soort mensen zal niet eerder rust vinden in zijn heimelijke woede tegen Mij voordat Ikzelf, zoals Ik jullie al eerder heb aangeduid, zal toelaten dat ze de maat van hun gruwel aan Mijzelf vol zullen maken; dan zal echter ook het grote gericht over hen komen, dat de profeet Daniël voorspeld heeft toen hij op de heilige plaats stond, en wat Ik jou ook al eerder voorzegd heb!'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'jullie zullen handelen, als jullie daartoe geroepen worden! Maar nu laten we dat rusten; er zal weldra iets anders naar voren komen!'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Toen de schriftgeleerde dat allemaal gehoord had, begon hij bij zichzelf na te denken en zei na een poosje: 'Heer en Meester, nu zie ik in, dat U meer bent dan de zoon van Jozef de timmerman, die drie jaar geleden het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft! Want als U weet wat er in het hart van een mens omgaat, moet U een God zijn! En kijk, omdat U ons dat helder en volkomen volgens de waarheid in het gezicht kon zeggen, wat geen sterfelijk mens ooit zou kunnen, begin ik nu te geloven dat U vast en zeker de Messias bent! Heer en Meester, sterk mij in mijn geloof!'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ik zei: 'Het geloof alleen zal je niet zalig maken, maar de daad volgens het licht van het geloof, zodat het geloof levend wordt. Maak echter ook het onrecht datje dikwijls tegenover je medemensen begaan hebt, zoveel mogelijk weer goed, dan zullen je zonden je vergeven worden; want zolang iemand niet de laatste onrechtmatige stater aan zijn medemens vergoed heeft, zal hij Gods rijk niet binnengaan!'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Ik zei: 'Met jullie blinden is het moeilijk om over de pracht van kleuren te spreken! Heb Ik dan niet al eerder gezegd dat Mij alle macht en gezag in de hemel en op aarde toekomt?'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] En Ik zei: 'Heb Ik jullie niet van tevoren gezegd dat wij weldra iets anders te doen zouden krijgen?'
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dat jullie Mij in jullie blinde oordeel goed kennen als zoon van de timmerman, dat weet Ik wel; maar jullie hebben zelf toegegeven dat jullie af en toe over Mij gehoord hebben dat Ik daden verricht heb, waartoe geen enkel mens in staat is. Dan hadden jullie toch in de Schrift kunnen kijken, dan zouden jullie met een beetje moeite gevonden hebben, Wie er achter de timmermanszoon schuil gaat, wat zelfs veel heidenen in die tijd ontdekt hebben. Maar dat hebben jullie nooit gedaan, en als jullie er door iemand met een betere en helderder kijk op gewezen werden, dachten jullie er niet alleen nooit verder over na, maar bedreigden jullie iedereen die een dergelijke mening koesterde.jullie hielden Mij deels voor een bezetene en, als het goed ging, deels ook voor een getalenteerde magiër, die zijn geheime kunst hier en daar bij een goede gelegenheid geleerd had, om er in de toekomst bij de heidenen grote schatten mee te verdienen.
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar toen jullie weer berichten over Mij ontvingen, gingen jullie in jullie boosaardige vergadering over Mij te keer: ' Aha, nu is ons alles over die man duidelijk! Zijn vader Jozef zou in rechte lijn van David afstammen?! De oude heeft in zijn zoon talenten ontdekt en heeft hem ergens in het geheim laten onderrichten in allerlei tovenarij, die bij de heidenen als iets goddelijks wordt beschouwd. Daardoor heeft hij al veel aanzienlijke heidenen tot zijn vrienden gemaakt; en omdat dat onze vijanden zijn, heeft hij het idee opgevat om door hun goedgunstigheidnaar zijn tovenaar van een zoon op de troon van David te gaan zitten en ons, als vijanden van de heidenen, vervolgens met één klap ten val te brengen en met hulp van de Essenen, die bij de Romeinen ook in hoog aanzien staan, te gronde te richten. Maar dat moet tot iedere prijs voorkomen worden, door hem bij een gunstige gelegenheid op te pakken en hem van het leven te beroven, waarna het dan zeker voor altijd met hem gedaan zal zijn. Want als hij alleen maar een slechte tovenaar is en ons te gronde wil richten, dan is het heel goed dat wij hem te gronde richten voordat hij ons op een of andere wijze schade kan berokkenen; en mocht hij echt de Christus zijn, dan zullen wij hem niets kunnen maken en kunnen dan achteraf nog vroeg genoeg geloven dat hij de Christus is. Hij zal het ons niet kwalijk kunnen nemen dat wij eerst alles bij hem moesten onderzoeken, alvorens hem als de beloofde Christus aan te nemen, en vervolgens zal hij ons als ijveraars voor de waarheid bovendien zelfs nog moeten prijzen en een hoge beloning moeten geven. ,
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Als dat en niets anders jullie liefste wens is, wat voor wens zou Ik dan voor jullie overeenkomstig de waarheid in Mijn hart moeten dragen? Zijn jullie bij een dergelijke wens, die tegen Mij gericht is, Mijn erbarming nog wel waard? Oordeel daar zelf over! Ik ben eindeloos veel beter dan de beste van jullie en bewijs jullie nu toch nog een grote barmhartigheid door jullie openlijk te zeggen hoe het er van binnen bij jullie uitziet, zodat jullie jezelf kunnen kennen en op heel andere gedachten zullen komen; want dat zou bij jullie nog mogelijk zijn! Maar wat voor barmhartigheid ten aanzien van Mij stellen jullie daar tegenover? Zeg nu eens eerlijk, of Ik jullie nu iets anders dan de zuivere waarheid recht in het gezicht gezegd heb!'
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Als je echter weer opnieuw in je oude zonden vervalt, dan blijven ook alle reeds begane zonden voorjouw rekening. Want als je aan je naaste eenmaal een begaan onrecht hebt goedgemaakt, zodat jullie dan vrienden zijn geworden, maar je begaat spoedig daarna ofwel tegenover dezelfde vriend of tegenover een ander een nieuw onrecht, dan komt ook het reeds goedgemaakte onrecht voor het gericht als een bezwarend bewijs ten laste van jouw opnieuw begane zonde, en je zult door het gericht ook dubbel zo zwaar gestraft worden als je voor je eerste wandaad gestraft zou zijn. Maar als reeds de wereldse rechters zo hun oordeel vellen, en terecht, dan zal God niet milder omgaan met een verstokte zondaar, die zijn leven weliswaar soms betert en zijn onrecht goedmaakt, maar weldra weer opnieuw begint te zondigen.
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, het eerste is duidelijk gemakkelijker dan het tweede! Want het eerste kan ieder mens zeggen tegen degene die tegen hem gezondigd heeft, en dat geldt volgens Uw leer dan ook zeker voor God; maar het tweede te zeggen en te laten gebeuren is alleen voor God mogelijk en misschien ook voor degene aan wie God daartoe de macht zou verlenen.'
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435  ...