15542 resultaten - Pagina 422 van 1037
... 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 ...
[4] Toen ging de knecht weg en bracht het over aan de waard, en deze bracht hen allemaal naar de kamer en gaf hun brood en wijn.Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen de vier personen zich gesterkt hadden, zei Ik tegen de man, die de vrouwen het kind, een meisje van twaalfjaar, had: 'Luister, vriend, jij bent wat je afstamming betreft een Jood, maar je bent ten tijde van de Babylonische gevangenschap - natuurlijk in je voorvaderen - met nog tweehonderd mannen, vrouwen en kinderen helemaal naar het verre India gevlucht.
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Hier zullen wij woningen voor onszelf bouwen en zonder vervolging in alle vrede samen leven, gezamenlijk voor het noodzakelijke levensonderhoud zorgen en altijd God de Heer danken voor de genade en Hem alleen de eer geven, omdat Hij ons op zo'n wonderbaarlijke wijze behouden naar dit mooie dal heeft geleid!
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Kijk maar naar al die grote koninkrijken op de jullie bekende aarde! Waar zijn de vroeger zo machtige koningen van Babylon, van Nineve en van Griekenland, en de machtige Egyptenaren en hun farao's? Ze zijn allemaal verdord; en zo zal het ook met die grote rijken in de toekomst gaan, vanwege hun woeker en hun te grote heerszucht! Want de al te zelfzuchtige woeker, de te grote heerszucht en de zucht om te schitteren vormen de eigenlijke satan, een vorst van deze wereld die -omdat hij geen enkellevenslicht uit de hemelen bezit -volkomen de hel zelf is, en aan wie het wel toegestaan is om zich ter beproeving van de vrije wil en zijn liefde tot een zekere hoogte te verheffen; maar als die hoogte overschreden wordt, komt het gericht, en dan worden de hel en satan in de afgrond van het verderf gestort. Blijf dus allemaal in Mijn leer en strijd met zuivere liefde, goede wil en alle zachtmoedigheid en deemoed tegen de hel en tegen de satan, dan zullen jullie daarvoor de overwinningskroon van het eeuwige leven ontvangen en reeds op deze aarde een waar Godsrijk stichten!
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen Hij vroeger onze vaderen uit Egypte door de woestijn naar Kanaän leidde, kwamen velen die Egypte hadden verlaten niet in het Beloofde Land, en degenen die er binnenkwamen, moesten eerst veel strijd en noodlottige gebeurtenissen doorstaan; maar wij zijn met Zijn hulp gelukkig ontkomen aan de goddeloze tirannie van Nebukadnezar en hebben allemaal behouden dit verre dal bereikt, dat aan alle kanten door zulke hoge bergen omringd is, dat men daar niet overheen kan. Wijzelf kwamen hier alleen door een zeer smalle en nauwelijks begaanbare kloof, die wij gemakkelijk zodanig kunnen versperren, dat ook daar doorheen geen mens meer bij ons kan komen. Dan hoeven wij geen trotse en liefdeloze koningen van de aarde meer te vrezen.
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Door wat Ik jullie nu naar volle waarheid heb gezegd zullen jullie wel gezien hebben, dat Ik al jullie levensomstandigheden heel goed ken, en Ik zou jullie nog heel veel andere dingen over jullie land en levensomstandigheden kunnen zeggen; maar nu is het jullie beurt om te vertellen om welke reden jullie uit je verre morgenland hierheen zijn gekomen. Maar spreek de zuivere waarheid zonder terughoudendheid; want uit Mijn woorden zullen jullie wel hebben opgemaakt dat Ik geen genoegen neem met een leugen of met bedekte woorden!'
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar ook bij ons is er zelfs al afgunst over en weer en daardoor ook tweedracht en vervolgingen en dus ook kleine oorlogen; want iedereen wil de wijste zijn en ook de rijkste en meest aanzienlijke, en het is in onze dagen al een paar keer bijna zover gekomen dat het dienende volk uit de zeven honderd patriarchen een zeer wijze tot koning zou kiezen. Maar het volk is nog verstandig en zegt: 'God alleen is ons aller Heer en Koning! Hij heeft ons uit de vreselijke gevangenschap van de heidenen naar dit heerlijke land geleid en zullen wij Hem even ontrouw en ongehoorzaam worden als vroeger onze vaderen ten tijde van Samuël, de laatste richter? Dat zij verre van ons!
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Zou God door de mond van een profeet ook over ons de terechte klacht moeten aanheffen, door met donderende stem te zeggen: 'Kijk, dit volk heeft tegenover Mij al evenveel zeer grote zonden bedreven als er gras op de aarde en zand in de zee is, en aan al die zonden voegt het nog de grootste toe, door ontevreden te zijn met Mijn zo vaderlijk goede en wijze regering en onstuimig naar een koning te verlangen, zoals de heidenen die hebben!'? O, dat zij verre van ons! Liever willen we jullie nog honderd jaar als goede arbeiders dienen en de grote stukken grond, die jullie onrechtmatig naar je toe hebben getrokken, tegen het afgesproken loon bewerken dan uit jullie een koning te kiezen!
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De drie wijzen zijn dus misschien alweer met zeer goede berichten thuis gekomen, maar wij hebben om die waarheidsgetrouw aangevoerde reden toch met kunnen horen wat voor berichten die drie, die nogmaals vertrokken zijn, naar ons land hebben gebracht. Bovendien heeft de steeds toenemende heerszucht van onze patriarchen ons met allerlei bezorgdheid vervuld; het lijkt wel alsof ze door het horen van de goede berichten over de nieuwe hemelkoning van alle joden achterdochtig zijn geworden en de wijzen streng verboden hebben om het volk dat bericht te brengen. En zo zijn wij heimelijk aan de lange reis begonnen om te proberen hier in ons oude vaderland te ontdekken hoe het er voor staat met de nieuwe koning.
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Vriend, je hebt je reis werkelijk niet voor niets gemaakt, - maar noch in Jeruzalem, noch in Bethlehem of in een andere trotse stad zul je de verblijfplaats vinden van Hem, jouw nieuwe Koning der Joden, omdat Hij steeds arm en zonder enige uiterlijke wereldse pracht van de ene plaats naar de andere trekt en de mensen het rijk Gods en de gerechtigheid daarvan leert kennen; maar waar jullie het niet verwachten, zal Hij zijn en jullie met open armen en hart opnemen!
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard zei: 'Mijn beste stamverwanten, daar hoeven jullie je geen zorgen over te maken, en als jullie weer naar huis gaan, zal er ook wel voor gezorgd worden dat jullie je terugreis niet met lege zakken zullen maken; wees daarom opgewekt en heb geen vrees en onnodige zorgen!'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De man zei: 'Deze keer zou ik wel willen dat jullie gelijk hadden! Maar nu gaan wij mannen met ons tweeën naar die wijze en vragen hem nog een keer om een persoonsbeschrijving van die grote Koning, aan wie alle macht in de hemel en op deze wijde aarde gegeven is!'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Na dat gesprek, dat steeds met halfluide woorden plaatsvond om te zorgen dat wij het niet hoorden, stonden de twee mannen op, gingen weer vol eerbied naar Mij toe en vroegen Mij om de persoon van de grote Koning te beschrijven.
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik zeg jullie: de nieuwe Koning der Joden moet door degenen die Hem werkelijk willen kennen, vooral in de geest en in alle waarheid herkend worden, en dan zal ook Zijn persoon weldra gemakkelijk te herkennen zijn. Maar jouw dochter wilde jou toch uit haar droom, drie dagen geleden niet ver van Damascus, de persoonlijke gestalte van de Koning beschrijven; waarom wilde je daar eigenlijk niet naar luisteren?'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Hierop keek Ik naar de lege bekers, en die werden op hetzelfde ogenblik gevuld met de beste en zuiverste wijn, waarover de vier zich uitermate verbaasden.
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)