10915 resultaten - Pagina 422 van 728
... 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 ...
[13] Maar Abedam zei ogenblikkelijk tegen hem: 'Adam, is er dan een verschil tussen de manden? - Wees echter door je eerzuchtige liefde niet bedroefd omdat Ik de zwakken om Mij heen verzamel!Hoofdstuk 39: Het sabbatmaal op de morgenhoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Ik zeg je echter, omdat jij Mij nu als hoogst vertoornd beschouwt: Gelukkig degene die door zo'n toom van Mij getroffen wordt; want die zal hem weldra opwekken tot het eeuwige leven!
Hoofdstuk 40: De Heer en de onstuitbare lofprijzingen. De talloze liefdes- en levensstadia in de schepping. Adams tafelgebed en Abedams zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Is dan het maal hij Mij niet meer waard dan het op jou betrokken voorbranden?! Blijf daarom bij de manden en geniet zolang jullie willen en zolang het jullie smaakt! Dat kan ook jij doen, Adam! Mocht echter dat branden je toch liever zijn dan deze levende maaltijd dan kun je je ook immers die vreugde verschaffen; maar je moet wel goed oppassen dat dat vuur niet al te heftig wordt, daar het je dan gemakkelijk zou kunnen grijpen en je verteren! - Begrijp je deze woorden?
Hoofdstuk 41: Het gezegende maal. De eerzuchtige eigenliefde van Adam door de Heer gelaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Je kunt dus gaan; Ik echter zal intussen je gezin opwekken - luister - tot het eeuwige leven!
Hoofdstuk 42: In opdracht van de Heer richt Pariholi een vermaning aan Adam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Nu Hij echter, o wonder boven wonder, genade boven genade, goedheid boven goedheid, liefde boven liefde, erbarmen boven erbarmen, zichtbaar in ons midden wandelt, ons leert, leidt, voedt en te drinken geeft door de uitstroming van Zijn oneindige vaderliefde, - nu Hij in het centrum van Zijn buitengewone mildheid tot ons, armzalige kinderen, kwam en ons dode wezens zulke grote beloften gaf en, als we dat maar willen, zelfs het eeuwige leven geeft, - nu pas laatje ons blijken hoe volkomen leeg jouw tot ons gerichte leer was en hoe gering je achting voor God, omdat je nu in Hem juist datgene wilt ontkennen wat Hem naar ons allen toe heeft geleid door Hemzelf?!
Hoofdstuk 42: In opdracht van de Heer richt Pariholi een vermaning aan Adam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Wie zich dus niet volkomen tot de Vader wendt, waarlijk, die zal ook niet tot de Vader komen; wie echter niet tot de Vader komen zal, zal weinig leven in zich ervaren! Want er is een eindeloos verschil tussen leven en leven!
Hoofdstuk 46: Hoe men moet bidden. Het wezen van God en van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Ook de steen leeft, omdat hij bestaat; want bestaan en leven is een en hetzelfde, - want alle gegeven leven is een voortdurende strijd tussen twee machten, waarvan de ene streeft tegen de vernietiging, de andere daarentegen tegen het bestaan, waarbij echter geen van beiden ooit ergens anders de gewenste rust kan vinden - dan alleen in Mij, de Vader.
Hoofdstuk 46: Hoe men moet bidden. Het wezen van God en van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] De boden kenden Abedam echter nog niet, want de grote tekenen hadden hen niet kunnen wekken, omdat zij bij wijze van voorbereiding ook reeds Henoch, Jared, Kenan, Enos en Seth dergelijke wonderen hadden zien verrichten. En hun antwoord viel dientengevolge dan natuurlijk ook nogal prikkelbaar en ietwat vrijpostig uit; het luidde:
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Seth echter gaf nog een kleine donderpreek na en zei tegen hen: 'Waarom blijven jullie sabbatsnietsnutten hier nog staan? Heb ik je dan niet gewezen waar Adam is?
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] Dat is nu mijn zeer doelmatige plan; ik wil daarmee echter niemand van jullie een voorschrift opleggen, maar laat ieder van jullie doen zoals het hem het beste lijkt; ik blijf voorshands bij mijn geopperde plan, - ja, ja, daar blijf ik bij!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[43] Ik geloof echter dat twee of drie makkelijker een Sethachtige stoot kunnen verdragen dan één alleen; laat ons daarom nog eenmaal ons geluk beproeven! Wie weet waar dat nog allemaal goed voor zal zijn?!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Gisterenmorgen zou mij dat nog goed bevallen zijn; nu echter zou ik willen huilen van medelijden!
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Daarom bekruipt je dan grote vrees; zie, alleen dat kwam uitje hart! Ik zeg je echter: Steekje tong tussen je tanden en houd hem vast, opdat hij niet nogmaals je eigen hart zal bedriegen door je te laten geloven dat je reeds de zin van Mijn bedoeling met jullie allen doorzien zou hebben!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Want wat de ergerlijke zin van onze geheime bedoeling betreft, daarover zijn wij immers reeds in het reine; wat echter de zin van jouw bedoeling betreft, geloof ik, dat je ons allen wel getoond hebt dat wij allen waarlijk grote 'schurken waren, maar dat in de toekomst niet meer zullen zijn en nog minder ooit weer zullen worden, - daar kun je volkomen van verzekerd zijn! Omdat je nu toch wel de machtigste man van de hoogte schijnt te zijn, daar de verheven aartsvader Adam zelf je bovenmatig toe gedaan lijkt te zijn, geef ons dan nu het welwillende antwoord op de vraag waarvoor wij hierheen zijn gekomen, opdat wij nog, voordat de stralen van de avondschemering geheel gedoofd zijn, de onzen het gewenste bericht kunnen brengen!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Wie zou echter graag zonder licht in het holst van de nacht een lange bosweg willen bewandelen?!
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)