17481 resultaten - Pagina 423 van 1166
... 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 ...
[10] Toen zei jozef weer: 'Mijn dierbare zoon, als je zo handelt, zul je weinig vrienden in de wereld hebben!'Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Ik zei: 'Word niet boos, Mijn oude en eerlijk rechtschapen vriend! Als Ik Me terugtrek voor de joden, dan heb Ik daar zeker Mijn wijze redenen voor! Is er hier dan ook maar één jood behalve jij, met een waar en volledig geloof? Toen Ik nog als jonge knaap af en toe een teken verrichtte, zeiden ze dat Ik bezeten was en met behulp van de duivel zulke dingen tot stand bracht, waartoe geen ander mens in staat was.
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen jijzelf een keer aan de Oudste vroeg of in Mij mogelijkerwijs toch misschien de geest van een groot profeet verborgen was, omdat er bij Mijn geboorte zulke grote tekenen waren gebeurd, zei de blinde Farizeeër geërgerd: 'Er staat geschreven dat er uit Galilea nooit een profeet opstaat; daarom is zo'n vraag reeds uit den boze!' En als het hier zo gesteld is met de priesters en ook met de andere joden, voor wie zou Ik dan een teken doen en waarom?!
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Jozef zei: 'Mijn wonderbaarlijke zoon en jij hebben wel helemaal gelijk; maar als er toch ophef over komt, dan zal alleen ik ter verantwoording worden geroepen! Wat de kosten betreft zullen we gauw klaar zijn.'
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Luister, Mijn aardse pleegvader Jozef.Alleen van Mijn wil hangt het af of iemand je bij dit goede werk kan verraden. Want hoewel Ik hier om genoemde redenen al lang geen tekenen meer heb verricht, ben Ik toch geheel Degene die Ik in het begin was en Mij zijn alle dingen mogelijk! Zon, maan, sterren en deze hele aarde, alsook alle hemelen en de hele hel moeten aan Mij gehoorzamen en zich richten naar Mijn wil, -en zou Ik dan vrees moeten koesteren voor de duistere en blinde priesters van onze synagoge?!
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zeg jullie dat een varkensstal waarlijk niet tot de bouwwerken behoort die de menselijke geest eer aandoen; maar de smerigste varkensstal is Me nu liever dan de tempel in Jeruzalem en menig synagoge in het grote land der joden!' Jozef zei: 'Luister eens, mijn zoon, je doet vandaag wel heel boude uitspraken! Als iemand uit de stad dat hoorde en ons zou aanklagen, wat zou er dan met ons gebeuren? We zouden beschuldigd worden van de vreselijkste godslastering en meedogenloos gestenigd worden! ' .
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik zei: 'Nu ben Ik al zo lang bij jullie en jullie kennen Mij nog niet! Dat is Mijn wil! Maar Ik wil nu weer licht! En zie, de zon straalt weer zo volmaakt als tevoren! Dat heeft echter niets anders te betekenen dan dat jullie allemaal zullen weten en beseffen dat Ik bij jullie ben!' ..
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Jozef zei: ' ja, mijn liefste zoon en ook mijn Heer, als het er zo voorstaat, heb ik natuurlijk geen angst en geen vrees meer; want nu pas heb ik mijn heil geheel en al gezien. Nu zullen we dan ook zonder enig bezwaar meteen met de bewuste bouw beginnen en vandaag nog naar de plaats gaan waar onze oude vriend zijn huis en zijn stal gebouwd wil hebben!'
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Hierop zei de Griek tegen Jozef 'Nu herken ik je wonderbaarlijke zoon pas weer helemaal en het is een grote vreugde voor me dat hij ons heidenen niet zo beoordeelt als de andere joden, die zichzelf als de zuiverste kinderen van God beschouwen, maar als mensen gewoonweg stinken van je reinste hoogmoed en elkaar nog erger vervolgen dan honden en katten. Als klein kind al heeft deze zoon van jou zich vaak beklaagd over het jodendom zoals het nu is; maar nu als volwassen jongeman heeft hij duidelijker gezegd wat hij dacht en laten zien hoe het eigenlijk met de joden gesteld is. Zijn oordeel doet me nu des te meer deugd, omdat hij het precies zo heeft gezegd als het in het diepst van mijn ziel leeft.
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Hierop riep Jozef Mijn andere broers en deelde hun mee wat er diende te gebeuren. Maar Josef was van mening dat het goed was wanneer een van hen thuis zou blijven, omdat er zich ook in het stadje iedere dag iets kon voordoen; tegelijk zou het ook minder opvallen en de toezichthouders van de synagoge, die toch al steeds hun ogen en oren vanwege Mij op dit huis gericht hielden, zouden minder van Jozefs vertrek merken en niet informeren waar en bij wie hij werk had aangenomen.
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Toen wij drieën en de Griek op het punt stonden om op weg te gaan kwam Maria, de moeder van Mijn lichaam, om te vragen hoe lang we weg zouden blijven.
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] Toen zei Maria tegen Mij: 'Maar mijn liefste zoon, ik vind je vandaag weer zo merkwaardig! je spreekt vandaag op zo'n gebiedende toon! Hoe komt dat toch?'
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Ik zei: 'Zo goed als Mij iedere van je meest geheime gedachten bekend is, in en uit Mijzelf, zo is ook dat aan Mij bekend in en uit Mezelf! En om je te laten zien dat ook jouw gedachten precies aan Mij bekend zijn, zeg Ik je wat jij vanmorgen heel bewust bij jezelf hebt gedacht. je dacht het volgende: Mijn herberg is af en toe weliswaar goed bezet en is wel winstgevend, maar als er een koper te vinden zou zijn, die hem van me zou kopen voor een prijs waarvoor ik in Tyrus een betere herberg zou kunnen opzetten, dan is dat wel wat ik het liefst van alles zou willen!'
Hoofdstuk 208: Aankomst bij de Griekse waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Ik zei: 'Luister, je bent weliswaar ook een heiden, maar je gelooft niet aan je vele goden en je hebt je daarom vertrouwd gemaakt met onze leer, waar je heel goed aan hebt gedaan! Maar Ik zegje: geloof maar vast aan de enig ware Ene God van de joden, heb Hem zelfs boven alles lief en ook je medemensen zoals jezelf, doe voor hen datgene waarvan je redelijkerwijs kunt willen dat ze dat ook voor jou zullen doen, dan doe je daarmee voor Mij voldoende in ruil voor alles wat Ik nu voor jou heb gedaan; maar een materieelloon heb Ik waarlijk niet nodig!'
Hoofdstuk 208: Aankomst bij de Griekse waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[28] Alweer was de waard verbaasd over Mijn totale belangeloosheid en wilde van onze Griek geen betaling aannemen voor hetgeen we bij hem genuttigd hadden.
Hoofdstuk 208: Aankomst bij de Griekse waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)