Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 423 van 1110

...  411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436  ...
[17] Hierop zei Ik echter nog tegen de schriftgeleerde: Dit teken, dat Ik alleen gedaan heb om jullie geloof te versterken, moeten Jullie voor Je houden en vóór de juiste tijd aan niemand anders vertellen! Ik weet waarom Ik dat zo wil. Nu kunnen jullie met de leerlingen weer daarheen gaan, waar Mijn geest jullie zal brengen! In het dal zullen jullie bij de waard allemaal te eten en te drinken krijgen.'
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zeg jullie: als ouders in staat zouden zijn hun kinderen zó op te voeden, dat dezen slechts tot hun veertiende jaar hun onschuld en ziele reinheid konden behouden, zouden hun ook direct leraren en leiders uit de hemelen gegeven worden; maar aangezien dat nu in deze tijd onder de zeer voorname joden al helemaal niet meer voorkomt, kunnen de ook leraren uit de hemelen jullie kinderen geen direct onderwijs meer geven.
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar bij de aartsvaders was dat heel vaak het geval, en af en toe gebeurde dat ook nog in deze en ook in de vorige eeuw. De moeder van Mijn lichaam en Mijn pleegvader Jozef, en ook de oude Simeon, Anna, Zacharias, zijn vrouw Elisabeth en zijn zoon Johannes en nog enkele anderen zijn door de engelen uit de hemelen opgevoed, en wel op directe wijze; maar degenen die Ik hier noem zijn door hun ouders vanaf hun geboorte ook in de grootste zedelijke en zielereinheid opgevoed, en dat is bij jullie wereldse kinderen eigenlijk nooit het geval geweest.
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Het zou wel uitermate goed zijn voor de mensen, hoewel het voor het bereiken van de zaligheid en het eeuwige leven niet absoluut noodzakelijk is; want bij Mij en zodoende ook in de hemel is er oneindig veel meer vreugde over een zondaar die boete doet en zijn leven werkelijk betert, dan over negenennegentig rechtvaardigen die nooit boetedoening nodig hebben gehad, zoals Ik jullie al eens gezegd heb. Doe daarom wat Ik jullie leer, dan zullen jullie leven; want Ik, die dat tegen jullie zeg, ben meer dan alle engelen van de hemelen, en derhalve zeker ook Mijn leer!'
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'Dat zou inderdaad heel gunstig voor hen zijn; maar ze zouden niet in staat zijn om het onderricht van zo'n leraar op te nemen, omdat hun hart en hun ziel al met teveel wereldse dingen volgepropt zitten. Deze jongeren hebben echter een zeer kuise geest en zijn zedelijk onbedorven; iedere zonde is hun nog vreemd en ze hebben veel nood en ellende doorgemaakt en moesten gewend raken aan allerlei ontberingen, waardoor ze ook vrij zijn geworden van alle begeertes, waar kinderen van rijke ouders aan onderhevig zijn. Hun zielen zijn zodoende zuiver als van engelen; daardoor kan de goddelijke geest in hen zich ongehinderd ontvouwen. En zie! Dat is dan ook de reden dat ze reeds als kinderen door een zeer hoge engel onderwezen kunnen worden; want alleen zulke zeer zuivere en geheel en al onbedorven zielen kunnen direct door de engelen van de hemel onderwezen worden. Maar bij kinderen als die van jullie is dat in het gunstigste geval slechts indirect mogelijk.
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Nu zei een schriftgeleerde, wiens vrouwen kinderen ook in Bethanië waren: 'Heer, mijn vrouwen mijn zeven kinderen hebben naar mijn beste weten altijd strikt volgens de wet moeten leven, en de zielen van de kinderen zijn hoogstwaarschijnlijk nog helemaal zuiver! Die zou ik toch wel hierheen kunnen laten brengen? Ze zouden hier zeker veel winnen voor hun toekomstige leven. Wat vindt U daarvan, Heer?'
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zei: 'Ik denk toch dat het voor jouw vrouw en jouw kinderen, die niet zo zuiver zijn als jij denkt, beter is wanneer ze vandaag blijven waar ze zijn; want morgen is er ook nog een dag en overmorgen ook nog één, en dan zal het zeker nog wel gebeuren dat Ik ook met jullie vrouwen en kinderen samenkom. En dring hier bij Mij nu niet meer op aan!'
Hoofdstuk 68: Het opvoeden van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Spreek en vraag jij maar altijd rustig, want in jou woont een lichte ziel! Ik weet weliswaar watje nog vragen wilt, maar omwille van de anderen heb Ik graag dat jij spreekt en vraagt, zodat ook zij weten waar het om gaat; want het is steeds een grote fout bij de mensen, dat slechts weinigen in zichzelf opmerken waar het hun aan ontbreekt. Als de mensen dat zouden opmerken en voelen, dan zouden ze daar ook met grote vlijt en ijver naar op zoek gaan en het trachten te vinden, en ze zouden ook veel vinden. Maar omdat ze lui zijn en niet weten en voelen waar het hun nog aan ontbreekt, zoeken ze het ontbrekende ook niet en vinden het ook niet. Maar wie zoekt die vindt, aan wie vraagt zal gegeven worden, en voor wie klopt zal worden opengedaan! Dus zeg maar waarover jij nog een helderder licht wilt hebben dan jullie op de Olijfberg gegeven is!'
Hoofdstuk 69: Marcus vraagt naar de geschiedenis van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Op de berg hebt U ons weliswaar in het kort verteld, dat er vóór Adam heel lang een soort mensen bestaan heeft, die nog maar weinig vrije wil hadden, maar net als de dieren meer instinctmatig leefden en ook volgens dat instinct handelden. Pas ongeveer vierduizend jaar geleden verschijnt volgens de Schrift van de joden de eerste mens, Adam, met een volkomen vrije wil en met een even vrij verstand, en geeft hij vanuit zichzelf wijze wetten en verordeningen aan zijn nageslacht.
Hoofdstuk 69: Marcus vraagt naar de geschiedenis van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Luister, Mijn Marcus, die Mij zeer lief geworden bent! Veel heb Ik jullie al gezegd en getoond en Ik zal jullie dat ook nog zeggen en tonen; maar alles wat Ik jullie nu gezegd en getoond heb zal niet verder reiken dan jullie eerste nageslacht, omdat de wereldse mensen dat niet zullen vatten, niet zullen begrijpen en derhalve ook niet zullen geloven. Je hebt wel een heel goede reden aangevoerd, waarom de door jou verlangde verklaring over de dingen en levensomstandigheden van deze aarde speciaal noodzakelijk schijnt te zijn om de mensen vaster in Mijn leer te doen geloven. Maar Ik heb jullie ook gezegd, dat de geest alle dingen die er in Mijn schepping voorkomen zal openbaren aan iedereen, die in de geest wedergeboren wordt. Degene aan wie de Geest het zal openbaren, zal dan ook in het ware licht werkelijk ten volle begrijpen hoe het gesteld is met alle dingen die jou nu nog zo onbegrijpelijk toeschijnen.
Hoofdstuk 70: Over de natuurwetenschappelijke inhoud van het 6e en 7e boek van Mozes. De ouderdom van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Wat Ik jullie daar nu mondeling over zal zeggen zullen jullie wel van Mij aannemen, omdat Ik het jullie zeg; maar de volledige diepgang ervan zullen jullie ook niet begrijpen, en nog minder zullen jullie in staat zijn om de andere, nu in de geest nog volkomen blinde mensen daar een juist begrip van bij te brengen. En daarom zullen de mensen nog lang moeten wachten tot alle zogenaamd belangrijke vragen op een zodanige wijze voor hen beantwoord kunnen worden, dat zij het kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 70: Over de natuurwetenschappelijke inhoud van het 6e en 7e boek van Mozes. De ouderdom van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Jullie heidenen hebben in jullie godenleer een mythe van meteen twee grote overstromingen van de aarde en schrijven daar in eerste instantie de oorzaak van de verschijnselen aan toe, en het volk gelooft daar vast aan. Als je de mensen nu de waarheid zegt, zullen ze jullie uitlachen en in het gunstigste geval zeggen: ' Ach, wie kan dat weten? Dat weten alleen de goden! ' Wat kunnen jullie hun dan antwoorden? Kijk, daarom zullen de mensen pas in staat zijn om dit soort waarheden te bevatten, wanneer ze ten eerste bedreven zullen zijn in allerlei wetenschappen en, ten tweede, als hun gewekte geest het hun zal openbaren!
Hoofdstuk 70: Over de natuurwetenschappelijke inhoud van het 6e en 7e boek van Mozes. De ouderdom van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar aan jullie wil Ik nu wel enige aanwijzingen geven over hoe het met die dingen gesteld is, hoewel Ik maar al te goed weet dat jullie dat met je huidige begripsvermogen niet allemaal zullen vatten, in de eerste plaats omdat het jullie ontbreekt aan het begrip van buitengewoon grote getallen, en in de tweede plaats omdat jullie van de sterren en hun grootte, afstanden en bewegingen nu alleen maar weten en geloven wat Ik jullie daarover verteld heb; maar dat blijft ook bij jullie slechts uiterlijke kennis, totdat het in jullie geest als een zelfstandige en zelfgeschapen lichtende waarheid vorm zal aannemen.
Hoofdstuk 70: Over de natuurwetenschappelijke inhoud van het 6e en 7e boek van Mozes. De ouderdom van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen die eilanden zo begroeid waren, legde Ik er vervolgens ook eieren of zaden in voor de vorming van een voor die toestand van de aarde geschikte dierenwereld, die eerst alleen uit allerlei kleine en daarna grotere wormen bestond, vervolgens uit insecten en tenslotte, toen de droger geworden bodem reeds voedsel in overvloed had, ook uit reusachtig grote dieren; hun taak was het om zich met de nog zeer grove kruiden en boomtakken te voeden, en met hun mest de bodem meer en meer te bemesten en tenslotte ook met hun gestorven reusachtig grote lichamen, waarvan jullie van de botten ook nog overblijfselen kunnen vinden in de diepe holen en schachten van de aarde.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Uit het vergaan van zulke dieren ontwikkelde zich volgens Mijn wil ook weer een groot aantal nieuwe dieren, in de vonn van kleinere en grotere wonnen en daaruit weer allerlei insecten.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436  ...