Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 423 van 1490

...  411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436  ...
[11] Allen zeiden: 'Ja, dat geloven wij ook, want wie zou zich nog kunnen verheugen in het leven op deze wereld, die eigenlijk de hel in optima forma is?'.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Ja, zo is het! Daarom zeg Ik jullie dan ook: Wie het leven van deze wereld liefheeft, zal het ware leven van de ziel verliezen; wie het echter niet liefheeft en zich van de eigenlijke hoedanigheid ervan afwendt, zal het verwerven, dat wil zeggen, het ware, eeuwige leven van de ziel.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Laat je niet verblinden door de wereld en luister niet naar haar verlokkingen, want al haar goederen zijn ijdel en vergankelijk! Mochten jullie je echter in deze wereld al schatten verzamelen, verzamel dan vooral die welke niet roesten en niet door de motten verteerd worden! Dat zijn schatten voor de geest tot het eeuwige leven, waarvoor jullie alles moeten doen om ze zoveel mogelijk in je bezit te krijgen. Iemand die echter ook aardse schatten heeft verkregen, moet die net als onze broeder Lazarus gebruiken, dan zal hij daarvoor hemelse schatten oogsten. Want wie veel heeft, dient veel te geven, en wie weinig heeft, laat die weinig geven!
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Daarop gingen we naar een punt van waaruit men heel goed de omgeving van Bethanië kon zien, maar ook een aantal wegen en straten die naar Jeruzalem leidden. Langs de wegen en straten waren douane en tolhuizen gebouwd waar de vreemdelingen de verplichte tol moesten afdragen. De meeste tollenaars van deze kant waren met een aantal van hun bedienden en knechten sinds gisteren bij ons.
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Een tollenaar zei: 'Vriend, deze vraag had je je wel kunnen besparen! Want als ons aan die hoogst materiële bron van inkomsten meer gelegen zou zijn dan aan de volmaakt geestelijke, dan zou ieder van ons wel op z'n eigen standplaats aanwezig zijn. Want zoals wij gekomen zijn, zo hadden wij ook allang weer kunnen gaan, en niemand had ons daarbij wat in de weg kunnen leggen. Maar omdat de grote levenswinst hier ons liever is dan de stoffelijke bij onze tolhuizen daar beneden, blijven wij hier en bekommeren ons totaal niet om de voorbijtrekkende handelskaravanen. En wat de gewone tol betreft, hebben we thuis nog wel mensen die daarvoor zullen zorgen.
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar Lazarus zei: ' Al deze vreemdelingen zullen tegen de avond vast en zeker hier naar boven komen, en ik zal maatregelen moeten nemen om vooral de kelder nog beter te voorzien, en ook de keuken en de voorraadkamer. Bovendien zal ik buiten ook nog meer tafels en banken moeten laten opstellen, anders heb ik te weinig ruimte!
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Deze mensen, die nu de genoemde slaven hier naar de markt brengen, zijn weliswaar zeer op winst uit, maar tevens in hoge mate bijgelovig. Dit blinde bijgeloof is hun grootste vijand. Daarom weet Ik al van te voren wat er gedaan moet worden om deze mensen zo te straffen dat zij niet alleen hun koopwaar, maar nog veel méér graag willen afstaan om toch maar heelhuids weg te kunnen komen. Zo gauw ze hier zijn, zullen jullie allen wel zien en duidelijk merken wat Gods wijsheid en macht allemaal kan bewerkstelligen
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar daar op de brede weg van Galilea naar Jeruzalem zien we met ossen bespannen wagens en karren. Die brengen slaven uit de omstreken van de Pontus hierheen om te verkopen. Het zijn mooie en goed gebouwde jongemannen en meisjes van veertien tot achttien jaar. In totaal zijn het honderd twintig mannen en honderd zeventig vrouwen. Wel, deze verkoop zullen wij verhinderen en vervolgens voor de vorming en vrijheid van deze arme kinderen zorgen! Binnen de stadsmuur mag er geen mensenhandel plaatsvinden, maar deze berg bevindt zich al buiten de stadsmuur en is toch nog heel dicht bij de stad en daarom zullen jullie zo dadelijk zien, dat deze wagen en karreneigenaars precies aan de voet van deze berg hun verkooptenten zullen opzetten en daarna meteen hun omroepers in alle richtingen proberen uit te zenden! Alleen, wij zullen ze vóór zijn en al hun koopwaar afnemen en daarna ook met die laaghartige kooplui een woordje spreken dat hun handel voor lange tijd zal vergallen!'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Hierop zei Agricola: 'Heer, er moet hier met nog iets rekening worden gehouden! Ik geloof dat er in dit opzicht van Rome uit voor alle landen een speciale wet bestaat met betrekking tot de mensenhandel. Volgens deze mag zonder toestemming van een Romeinse opperstadhouder geen enkele slaaf uit een vreemd, niet Romeins land ingevoerd worden in landen die onder Romeinse heerschappij staan; zo'n toestemming kost echter ontzettend veel. Wel, het gebeurt dan ook heel vaak dat zulke slavenhandelaars hun slaven langs geheime wegen en ook vaak door middel van valse vergunningen onze landen binnensmokkelen. Als dat bij deze slavenhandelaars het geval mocht zijn, dan is het gemakkelijk om hun de koopwaar af te nemen; maar wanneer zij in het bezit zijn van zo'n eerdergenoemde dure bevoegdheid, dan zit er langs de normale weg niet veel anders op dan de handelaars het gevraagde geld te geven en hen dan ongehinderd verder te laten gaan, omdat ze in dat geval onder bescherming van de wet staan.'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Dat zullen jullie weldra zien! Dit verschijnsel is voor onze slavenhandelaars al het begin; want terwijl wij hier aten en dronken, arriveerden zij onder aan de berg, en al hun wagens en karren staan daar al. Zij zouden direct met de verkoop van hun waar zijn begonnen als deze bliksem hen niet had gewaarschuwd.
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De volkeren in het gebied ten Noorden van de Pontus hebben ook een soort geloofsleer, maar die is natuurlijk uitermate gebrekkig; en deze is helemaal in handen van bepaalde waarzeggers die volkomen afgezonderd van de rest van het volk leven, hun eigen gronden en talrijke kuddes hebben, en merendeels in de bergen in moeilijk toegankelijke hooggelegen dalen wonen. Deze waarzeggers stammen merendeels van de Indiërs af en bezitten derhalve kennis van allerlei magie en toverij, maar zij gaan evenwel nooit of slechts hoogst zelden naar de grote volkeren die in de uitgestrekte laagvlaktes wonen; die zijn echter wijd en zijd met hen bekend en gaan bij aangelegenheden die voor hen belangrijk zijn, naar de genoemde waarzeggers om zich door hen de toekomst te laten voorspellen, natuurlijk tegen niet geringe offers. Bij die gelegenheden vertellen deze wijzen uit de bergen de vragers zo nu en dan ook over hogere en machtige onzichtbare wezens, die hen en alle elementen beheersen, en dat juist zij, de wijzen van de bergen, hun naaste dienaren zijn en heersen over de lagere natuurmachten. Dat verbaast de domme pelgrims natuurlijk altijd in hoge mate, vooral als zo'n waarzegger ook nog een toverkunstje voor hen ten beste geeft.
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'Dat gaat je voorlopig niets aan; Mij is geen enkele taal ter wereld vreemd! Maar deze mensen spreken voor het merendeel de taal van Indië, die overeenkomt met het oer-Hebreeuws.'
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Voor zij echter met hun koopwaar uit hun land vertrokken, raadpleegden zij ook een waarzegger of zij geluk zouden hebben met hun handel. En hij zei met een heel ernstig gezicht: ' Als jullie geen bliksem zullen zien en geen donder zullen horen, zullen jullie je waar wel aan de man brengen.' Dat was alles wat de waarzegger tegen hen zei. De slavenhandelaars beschouwden dat als een goede voorspelling, omdat zij dachten dat er zo laat in het jaar wel geen onweer meer zou komen. Maar deze geweldige bliksem met die hevige donderslag heeft hen nu uit de droom geholpen, en nu staan ze radeloos beneden aan de berg. Maar voor wij naar beneden gaan, zullen er nog een paar van die bliksems volgen, waardoor onze slavenhandelaars nog meer schrik wordt aangejaagd, en wij gemakkelijker met hen kunnen praten!'
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Nu keek de leider van de handelaars Mij vol verbazing aan en zei:'Als u slechts een mens bent zoals ik er een ben, kunt u dat niet weten! Want ten eerste bent u nog nooit in ons land geweest en ten tweede weet niemand op de hele wereld waar de grootste en beroemdste waarzegger woont. Ook kan geen mens het u hebben verraden, want wij verraden elkaar niet, ook niet voor alle schatten van de wereld. Hoe kunt u dus mijn grootste geheim weten? Vriend, vertel mij alleen dat, dan zijn al deze slaven van u!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei tegen de omstanders: 'Neem daar allen een voorbeeld aan! Dit zijn slavenhandelaars van de slechtste soort, en hoe snel hebben zij Mij herkend! En daar boven staat de tempel die David en Salomo voor veel geld voor Mij lieten bouwen, maar wat een ontzettend verschil bestaat er tussen deze slavenhandelaars die slechts het lichaam van de mensen verkopen en hen die de zielen verkopen aan de hel!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436  ...