Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 423 van 728

...  411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436  ...
[9] Ik zeg jullie echter: het licht is overal op zijn plaats, want wie kan beweren dat deze of gene plaats niet geschikt is voor het licht van de dag, en dat het niet goed is dat de zon haar stralen daar heenzendt?!
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar wanneer het licht komt, moet iedereen het meteen aangrijpen en het in zijn dienst stellen! Want als het licht er is, dan is het er om allen te dienen; is het echter eenmaal ergens weggezet of is het uitgegaan, dan zal de waardige niet minder dan de onwaardige het ontbreken van het licht met grote droefheid ondergaan.
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Wee echter degenen die overdag vallen en zich niet willen laten oprichten door het licht zolang dat in hun midden is!
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Als echter iemand in de nacht zou vallen, is het hem dan niet te vergeven?!
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Wat is echter het licht en het leven, het heilige, het eeuwige?
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Wie Mij echter niet als Vader wil erkennen - en wel met heel zijn hart -, voor hem zal Ik zijn als wat Ik voor een steen ben, namelijk een eeuwig oordelende God en Schepper!
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Verwijdert men zich echter steeds verder van Hem, dan wordt Zijn aangezicht ook steeds heiliger en ernstiger en wint steeds meer aan iets wat onbeschrijfelijk is.
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] En Garbiël zei tegen zijn broer Besediël: 'O broeder! Geloof je gevoel, geloof echter ook dat dat niet vanuit jezelf in jouw hart stroomt, maar heilig vanuit Degene die daar vooraan ons allen naar de heilige hoogte leidt, - ja, broeder Besediël, naar een hoogte, die niet alleen een aardse hoogte is, maar eindeloos veel meer: een hoogte van het innerlijke eeuwige leven vanuit Hem! Dat vermoed ik!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Laat echter, lieve broeder, voorlopig je al te hoge gedachten met rust, want heus waar, mij dunkt dat het eindeloos grote ook te eindeloos heilig voor onze nog ongereinigde harten zal zijn!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Als echter iemand van ons zich in zijn hart met iets bezighoudt of bezig wil zijn, laat hij het dan daadwerkelijk reinigen door waar berouw en ware liefde tot Hem die ons leidt!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Wat echter de goede geur en smaak betreft, daarvoor biedt mijns inziens de gehele aarde geen vergelijkbaar treffend beeld meer, - behalve als ik de zin van de woorden van Diegene die nu in ons midden is (de heilige, meest liefdevolle Vader!), vergelijken mag met de zin van mijn ledige gezwets, welk onderscheid eindeloos en voor iedere geschapen tong onuitsprekelijk is.
Hoofdstuk 55: Garbiël looft de maaltijd. Abedams woorden over de overdreven dankbetuiging - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] De hoge Abedam liet hen echter weer opstaan en toen zij zich allen geleidelijk aan weer opgericht hadden, zei Hij tegen hen:
Hoofdstuk 55: Garbiël looft de maaltijd. Abedams woorden over de overdreven dankbetuiging - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Als echter iemand voor een strohalm net zo bedankt als voor een ceder, dan is hij ofwel een dwaas, of zijn hart stelt een leugenachtige erkenning ten toon van iets wat hij nog nooit ontvangen heeft.
Hoofdstuk 55: Garbiël looft de maaltijd. Abedams woorden over de overdreven dankbetuiging - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Ga echter eerst je hart binnen enkijk daar een weinig rond; laten jullie allen Mij dan eenstemmig weten wat je daar zult vinden! Amen.'
Hoofdstuk 55: Garbiël looft de maaltijd. Abedams woorden over de overdreven dankbetuiging - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Is deze echter niet gewekt, dan is het ook zinloos om in het hart te schouwen; want wat moet er dan wel gezien worden als daar geen licht is?! Of is er iemand die in een stikdonkere nacht ook maar een handbreedte voor ogen kan tien?!
Hoofdstuk 56: Henochs aanwijzing hoe men in zijn eigen hart moet kijken. Het verschil tussen het verstandelijke licht en het licht van het hart. Wereldse liefde en eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436  ...