Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 424 van 1490

...  412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437  ...
[8] Kijk, deze slavenhandelaars zijn Elia's vergeleken bij die ellendige zielensluipmoordenaars daar boven! Daarom zal het Sodom en Gomorra later ook beter vergaan dan dit gemene helse gebroed daar boven. Want als er in Sodom en Gomorra gebeurd zou zijn wat hier gebeurt, dan zouden zij in zak en as boete gedaan hebben en zalig zijn geworden. Maar hier ben Ik Zelf aanwezig en zij staan Mij als mens naar het leven!
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Kijk, hier naast Mij staat Mijn lievelingsengel Rafaël en Ik zeg jullie: Er bestaat meer overeenkomst tussen hem en deze slavenhandelaars dan tussen hem en die dienaren van God daar boven! Ik zeg jullie: Deze slavenhandelaar is reeds een engel, maar die daar boven zijn duivels!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen richtte Ik Mij weer tot de slavenhandelaar en zei tegen hem: 'Vriend, hoeveel verlang je voor al deze slaven van je? Zeg het maar!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Nu raakte de leider van de handelaars helemaal buiten zichzelf en zei: 'Ik zei het al en zeg het nog eens: U bent geen mens, maar - U bent een God! En wat zal ik, een nietige aardworm, mij tegen U verzetten, daar U mij immers met één blik kunt vernietigen?! Het is waar, aards gezien doe ik geen goede zaken, maar al had ik nog duizendmaal zoveel slaven als ik hier heb -en die zijn echt heel veel geld waard - dan zouden die allemaal Uw eigendom zijn! Want weet U, grote en onbegrijpelijk verheven vriend, in ons land weten wij voor het merendeel wel waar de schoen wringt, maar helpen kunnen wij onszelf niet! Helpt U ons, Vriend, dan zullen niet alleen deze slaven, maar duizendmaal meer en hoeveel U er ook maar meer wilt hebben, van U zijn, want U bent geen mens, maar U bent een volkomen waarachtige God!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] De leider van de handelaars zei: 'Mijn God, wat moet ik, een zwak sterfelijk mens, dan wel van U verlangen? Al deze slaven en nog duizend maal meer geef ik U als U mij slechts de genade waard acht om mij te zeggen wat er nu eigenlijk aan ons mankeert!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Allen zeiden: 'Ja, Hibram, nog nooit hebben we meer winst gemaakt! Maar onze waarzegger heeft zich ditmaal erg vergist, want juist de bliksem en de donder hebben ons het grootste geluk bezorgd! Maak de boeien van de gevangenen los en laat hen het gratis eigendom zijn van deze zuivere God! Wij zullen meteen de terugtocht aanvaarden!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Op dit ogenblik gaf Ik Rafaël weer een teken om de gevangenen te bevrijden en zij waren ogenblikkelijk vrij en volledig gekleed, terwijl zij voordien naakt waren. Deze plotselinge bevrijding van de jonge slaven veroorzaakte echter om begrijpelijke redenen een ongekend grote sensatie en de leider van de handelaars, die zijn ogen niet geloofde, ging naar hen toe en voelde met zijn handen aan de nu goed geklede slaven en ontdekte dat hun kleding uit volkomen echte kledingstof was vervaardigd en dat het werkelijk zijn eigen slaven waren.
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Toen wendde Ribram zich tot Rafaël, over wiens schoonheid en teerheid hij zich steeds maar bleef verwonderen en zei: 'O onbegrijpelijk zeldzaam mooie jongen! Ben jij dan ook een God, dat je zoiets wonderbaarlijks kon doen? Hoe kon je de banden waarmee deze slaven gebonden waren zo snel losmaken en waar haalde je al die kostbare kleren voor de jongens en de meisjes vandaan?'
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Dat stelde Hibram volkomen tevreden en zijn metgezellen eveneens, en allen bedankten hem en nog meer Mij, de Heer, want al deze handelaars beseften nu, dat Ik alleen de Heer was. Daarna dachten zij echter aan het tamelijk grote aantal wagens en karren - die natuurlijk niet te vergelijken waren met de wagens uit deze tijd - en de al erg vermoeide trekdieren.
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Rafaël zei: 'Daar, binnen de muur die om deze berg heen loopt, welke eigendom van de man is die nu met de Heer spreekt, staat een aantal hutten en stallingen, en ook een voorraad voer voor jullie trekdieren, daar kunnen jullie al je spullen goed onderbrengen.'
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na deze plechtige handeling, die ieders hart ontroerde en die geen van alle aanwezigen zonder tranen in de ogen kon aanzien, zei Ik tegen Rafaël: 'Breng hen nu naar boven en verzorg hen eerst; pas later als wij zullen volgen, zal er voor ons worden gezorgd!'
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Daarop bracht Rafaël de bevrijde kinderen naar boven en toen zij in de grote zaal kwamen, waren er al drie grote, lange tafels gedekt, en deze nog ware kinderen aten de voor hen klaargemaakte spijzen met veel eetlust en vreugde, en dronken ook wat wijn met water en werden daarbij heel opgewekt en vrolijk.
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Jij dacht dat wij nu spoedig naar jouw herberg zouden gaan, maar dat kan over een uur ook nog wel! Nu zullen we nog hier langs deze weg blijven, want er zal al gauw iets gebeuren wat onze aanwezigheid noodzakelijk maakt!'
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Vriend, op deze wereld en bij deze mensen is weinig goeds te verwachten! Kijk, de toevloed van marktkooplui wordt nu al minder en al gauw zullen de knechten van de Farizeeën een arme zondaar, die zich een uur geleden in de tempel vanwege zijn honger aan de toonbroden heeft vergrepen, naar die open plek onder de hoge muur brengen om hem voor zijn misdaad te stenigen! Maar dat zullen wij verhinderen. Nu weet je dus waarom wij hier nog blijven.'
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] En Ik zei tegen Agricola: 'Nu gaan wij beiden deze gerechtsdienaren tegemoet, die door een tempeloverste aangevoerd worden!'
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437  ...