Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 424 van 1112

...  412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437  ...
[16] Het is niet genoeg, dat men in de grote meer dan rijke huizen en paleizen voortdurend de ene zwelgpartij na de andere houdt en zich daarbij tot waanzin toe bedrinkt, maar men zorgt daarbij ook voor de brutaalste lusten voor het oog en strelingen voor het oor. Bij een dergelijk feestgelag laat men ook kampvechters komen, die tot groter vermaak van de gasten ofwel met het zwaard net zolang moeten vechten tot er één ter plaatse dood blijft, of er moeten twee atleten net zolang met elkaar worstelen, tot de sterkste en behendigste zijn tegenstander zodanig beschadigd heeft door hem herhaaldelijk op de grond te gooien en door geweldige vuistslagen, dat hij daarna al gauw de geest geeft; en dan worden de kampvechters er vóór het gevecht nog nadrukkelijk op gewezen, dat ze ten eerste waardig moeten vechten en dat ten tweede de gedode met alle waardigheid moet sterven.
Hoofdstuk 152: Over de goddelijke orde op de geestelijke levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar hij moet zich daarmee niet aan de mensen vertonen opdat die zich over hem zullen verbazen en vervolgens ook alles vast geloven wat hij hun verkondigt; maar de bezitter van zo'n hogere geestkracht uit Mij moet zich ook steeds tot Mij wenden met de vraag: 'Heer, als het ook Uw wil is dat ik nu gebruik maak van de door U aan mij verleende kracht, laat mij dat dan weten in mijn hart en verenig Uw almachtige wil met Uw genadig aan mij verleende kracht! Maar als het niet tevens Uw wil is, maak mij dat dan ook kenbaar volgens Uw liefde, wijsheid en genade!' Dan zal Ik zo'n deemoedige vraag in het hart van de vraagsteller altijd ogenblikkelijk met ja of nee beantwoorden en Ik zal hem ook helder de reden tonen waarom er een teken gedaan of achterwege gelaten moet worden. De bezitter van zo'n door Mij aan hem verleende kracht zal echter ook zonder Mijn volledige instemming het wonder wel kunnen verrichten, maar het zal voor hem en nog minder voor degenen voor wie hij het gedaan heeft, van geen enkel nut zijn, -en dat kunnen jullie ook goed onthouden! Want wie in alle opzichten volkomen met Mij zal wandelen en handelen, diens werken zullen ook altijd van de ware zegen vergezeld gaan.
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Ik weet en zie, dat jullie nu tegenover de mensen in grote verlegenheid geraakt zijn en ook hebt moeten raken; maar het moet ook zo gaan wanneer een mens, die zich voorheen door allerlei list, wereldse slimheid en bedrog heeft doen gelden en belangrijk gemaakt heeft in de ogen van de mensen, om op slinkse wijze grote schatten van hen te verkrijgen, zelf de waarheid heeft aangegrepen om zich innerlijk te beteren. Want hij wil de mensen niet meer om de tuin leiden en bedriegen, maar de waarheid durft hij hun niet te zeggen, opdat ze niet boos worden en tegen hem zeggen: 'O jij ellendige bedrieger! Als je nu de waarheid belijdt en daarnaar kunt spreken en handelen, waarom heb je dat dan niet reeds vanaf het begin gedaan? Wat hebben wij jou ooit eerder voor kwaads gedaan, dat jij je jarenlang tegenover ons een snode bedrieger betoond hebt? Maak nu al het aan ons bedreven bedrog goed, anders zul je onze terechte wraak niet ontlopen!'
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zeg het echter tegen jullie, die nu omwille van de zuivere waarheid afstand hebben gedaan van de grote bedriegerijen; want hier kan nog heel veel goed gemaakt worden door de juiste werken der liefde, maar in de andere wereld, waarin alles openbaar wordt, zelfs de meest geheime gedachten van de ziel, zal dat niet meer opgaan en de bedrieger en leugenaar zal zich daar de bitterste verdeemoedigingen moeten laten welgevallen en zal met meer dan grote vernietigende schande beladen worden in de ogen van alle rechtvaardigen.
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Met deze woorden van Mij waren de drie volkomen tevreden, bedankten Mij voor de les, voor het goede advies en voor de toezegging dat Ik hen over enkele dagen Zelf zou bezoeken, stonden daarna op en trokken nog voor zonsopgang verder. Ze namen in Bethanië dan ook geen ontbijt tot zich; pas bij de waard in het dal gingen ze naar binnen, namen daar brood en wijn en spraken met de bedienden die hun veel dingen over Mij wisten te vertellen, en reisden pas na een paar uur verder over de weg langs Bethlehem.
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hierop richtte Lazarus zich tot Mij en zei: 'Heer en Meester, zegt U ons toch wat deze grote karavaan te betekenen heeft, waar ze om deze tijd heengaat en waar ze vandaan komt!'
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Hierop zei de hoofdman: 'O, hoe waar en treffend waren, o Heer en Meester, deze woorden van U weer! overal op de wegen van het leven bevindt zich nu een wel nauwelijks meer te verdragen hoeveelheid van dat lastige wereldse stof, en men moet werkelijk heel erg voorzichtig zijn om het tijdens het lopen niet al te sterk doen opstuiven! O, deze les zal ik bijzonder goed ter kennis nemen!'
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Zo gingen we dan in goede orde naar beneden, namen plaats aan de grote tafel en namen, nadat Ik eerst spijs en drank gezegend had, het rijkelijke en goed smakende ochtendmaal tot ons; de Romeinen lieten zich de wijn goed smaken, zodat Lazarus hun bekers enige malen tot de rand moest vullen, waarover hij zich echt verheugde.
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Na deze woorden van Rafaël stond iedereen dan ook op en haastte zich naar de ruime binnenplaats, en allen verbaasden zich over het pure wonder .
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hierop gaf Ik Rafaël nogmaals een innerlijke wenk, en hij besteeg een lastdier, nam plaats aan het hoofd van de jongeren, en onder aanvoering van Rafaël zette de stoet zich goed in beweging en sloeg de weg naar Tyrus in.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Hierop namen allen nog afscheid van Lazarus, en ook van alle anderen die hier nog achtergebleven waren, en begonnen zich daarop in beweging te zetten. De Romeinen werden ook begeleid door de hoofdman, zijn metgezellen en de drie herbergiers, nadat ze Mij ook eerst liefde, dank en eer betuigd hadden; want ze wisten dat Ik nu ook niet langer in Bethanië zou blijven.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Onderweg naar de genoemde herberg had zich evenwel niets bijzonder vermeldenswaardigs voorgedaan en daarom is het ook niet nodig om daar speciaal iets over te vermelden. De leerlingen spraken met elkaar over alles wat er in deze dagen in en rond Jeruzalem was voorgevallen en vroegen Mij ook al gauw om een nadere toelichting op het een of ander, die Ik hun ook gaf; en zo werd deze anders wat saaie weg in een echt opgewekte stemming afgelegd.
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Zulke wereldse stofmensen zijn ook mooi om te zien wanneer ze door het levenslicht verlicht worden; maar pas als ze tot als vruchtbare aarde zijn geworden, zijn ze met een goede levensreiziger te vergelijken. Zolang ze echter enkel als nutteloos stof van de wereldse wegen zomaar wat pralen in de zuivere levenslucht en glinsteren in de stralen van de levenszon, waarvan het licht alleen maar hun uiterlijk maar niet ook hun innerlijk verlicht, vormen zij voor de echte levensreizigers steeds een last en lijken ze erg op de Farizeeën en andere heidense afgodenpriesters; wanneer er maar ergens boven hen en om hen heen een levensstorm of een andere levensactiviteit opkomt, verheffen zij zich ook altijd, hinderen en bevuilen de levenswegen en de reizigers en vertroebelen en verzwakken het licht dat de weg verlicht.
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Vanaf een bepaalde lichte afstand wekken ze weliswaar de indruk dat ze ook verlicht en heel draaglijk zijn en menigeen zou kunnen denken en zeggen: 'Ja, eigenlijk zijn ze toch actiefbezig en hebben licht!' -maar dat is niet zo! Want of ze nu rustig op de weg liggen of door de wind opwaaien, ze blijven toch traag en passief; maar doordat ze zich verheffen worden ze altijd lastig en waar mogelijk zelfs schadelijk voor de echte levensreiziger . Als ook jullie dus voortaan bij het bewandelen van Mijn levenswegen zo verstandig zijn om deze voorzichtigheid in acht te nemen, dat jullie die brede heerwegen van de wereld mijden enje op de meer stofloze en smalle voetpaden voortbewegen en zelfs daar met rust, geduld en gelatenheid optreden, dan zullen jullie met het stof van de wereldse wegen weinig onaangenaams hoeven door te maken!
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Echter ook de waard van de grote herberg aan de heerweg, die naar Tyrus en ook naar andere steden aan de zee leidde, was nog aanwezig bij de waard in het dal; want de Romeinen waren van hier de leidende weg naar het noorden ingeslagen, via welke men in Galilea komt -welke weg ook Rafaël met de jongeren had genomen -en daarom was het voor de herbergier aan de zuidelijke heerweg niet zo nodig om zich naar huis te haasten. Maar aangezien Ik met de leerlingen deze weg moest nemen om in de plaatsen te komen die Ik deze keer uitgekozen had, trok de waard, die nu al bijna zestien dagen niet thuis was geweest, nu met ons mee en vroeg Mij van tevoren alom de genade, op deze dag in zijn huis van zijn gastvrijheid gebruik te willen maken.
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437  ...