Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 425 van 1166

...  413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438  ...
[13] Cyrenius zei: 'Goed, mijn goddelijke vriend, - ikzelf zal jullie daarheen begeleiden en daar ik nu een tijdlang niet hoef te werken, zal ik ook enkele dagen bij jullie blijven. Want nu ik jullie weer eenmaal gevonden heb, wil ik jullie niet zo gauw weer uit het oog verliezen!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Dat is allemaal heel goed, best en mooi van je, en wij zullen ook gehoor geven aan je uitnodiging. Maar nu zouden we graag nog een tijdje hier blijven; want Ik wil " Mijn broer Jacobus en ook deze brave Griek Anastocles de verschillende dieren van de zee laten zien en daar zullen we nog wel een paar uur voor nodig hebben.'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Tijdens de nacht zal in jouw huis de verandering zo gebeuren, dat niemand van je mensen het merkt! Maar 's morgens zullen ze van verbazing grote ogen opzetten, wanneer ze zich in een heel nieuw huis bevinden, dat echter toch helemaal hetzelfde is als het oude, alleen zal het in alles groter en comfortabeler zijn, -zoals dat ook met de stal het geval zal zijn. Als je dat nu uit Mijn mond weet, kun je nu helemaal gerust zijn en met ons mee naar Cyrenius gaan, waar het voor ons allemaal goed zal zijn te vertoeven.
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Nemen jullie nu een voorbeeld aan Mij! Zoals Ik ben, is er zeker geen tweede in de wereld! Hemel en aarde staan onder Mijn macht en Mijn gezag, en toch ben Ik met heel Mijn hart zachtmoedig en deemoedig en ben Ik hier om jullie allen, hoog en laag, te dienen. Doen jullie hetzelfde, dan zullen jullie Mij daardoor het beste eren!"
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen allen deze woorden uit Mijn mond hadden vernomen, waren ze verbaasd over Mijn wijsheid en Cyrenius zelf zei: 'Ja, ja, dat zijn geen woorden zoals mensen ze spreken, maar die woorden zijn waarachtig van God; want uit ieder woord komt als het licht uit de zon de stralende waarheid, waar zelfs het meest scherpzinnige menselijk verstand niets tegen in kan brengen.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daaraan kun je al zien dat het met de juiste ontwikkeling van een mens heel anders gaat, dan met het plotseling doen bedaren van een storm op zee. Wanneer de mensen ook op die manier behandeld zouden moeten worden, zou het wel dwaas van Mij zijn om nu met jullie vanuit Mijn wijsheid te spreken en jullie volgens de waarheid te onderwijzen; dan zou Ik jullie namelijk ook wel meteen de lichtste gedachten in jullie ziel kunnen leggen en dan jullie wil met Mijn macht kunnen dwingen om niet anders te willen en te handelen dan alleen zo, als Ik het Zelf wil. Maar zou iemand er iets aan hebben, als Ik hem tot een pure machine van Mijn almachtige wil zou maken?
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Hier zei Cyrenius: 'Maar, mijn Heer en Meester in alle dingen, U bent daar toch niet boos om? We zijn zoals we zijn: nog sterk aardse mensen die traag van begrip zijn en daarom vragen we U om geduld.'
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Nu riep onze Jozef Mij bij zich en zei zachtjes tegen Mij: 'Luister, mijn lieve zoon van de Allerhoogste, maak het niet te bont met die hooggeplaatste Romeinen; want ik heb steeds de indruk dat ze je al een tijdje verkeerd begrijpen! De hoge raadsheer heeft dat zojuist min of meer te verstaan gegeven, ofschoon hij er aanvankelijk vóór was om je goddelijke eer te bewijzen.'
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar God heeft de mensen niet geschapen als zogenaamde speelpoppen voor Zichzelf, maar als volledig aan Hem gelijke evenbeelden, die Hij uit Zichzelf in het leven heeft geroepen, niet als schepselen van Zijn almachtige willekeur, maar als ware kinderen van Zijn eeuwige vaderliefde; en Hij heeft hun de geheel aan Hem gelijke creatieve eigenschap geschonken om zich volkomen vrij vanuit de eigen levenskracht zelf volgens de eigen totaal vrije wil te ontwikkelen tot zij helemaal aan God gelijk zijn. En zie, daarom mag bij de ontwikkeling van de mensen hun vrije wil door geen enkele goddelijke dwang worden geremd, maar men moet hen zelfs onder de kwalijkste omstandigheden hun volkomen vrije wil laten behouden, zelfs ook wanneer dat Mijzelf Mijn aardse leven aan het kruis zou kosten!
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Hierop opende Ik enkel door Mijn innerlijke en niet hardop uitgesproken wil voor de raadsheer het zogenoemde tweede gezicht, en hij werd onmiddellijk omringd en omgeven door zijn vele overleden familieleden, vrienden en bekenden en tenslotte kwam zelfs Julius Caesar ook nog te voorschijn, waar de raadsheer zich buitengewoon over verbaasde, zodat hij Mij haastig vroeg: 'Is dat allemaal waarheid of zinsbegoocheling?'
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De geest (Julius Caesar) zei: 'In de wereld heb ik reeds een vreselijk loon geoogst voor hetgeen ik gedaan heb omwille van mijn roem; daarom heb ik ook weinig goeds in mezelf hier mee naartoe gebracht, en daarom was grote armoede mijn loon en mijn wereldse roem was hier gelijk een duistere nacht, waarin ik slechts hier en daar een paar sterretjes zag glinsteren door dikke zwarte wolken.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Lange tijd was ik helemaal alleen zonder ook maar enig gezelschap en ik had niemand behalve mijzelf Hoe ik ook riep, smeekte, huilde, rondliep en zocht, het hielp allemaal niets. Alle goden riep ik aan, maar er kwam geen antwoord. Na een lange, treurige, wanhopige tijd in mijn verschrikkelijke toestand, kwam ik op het idee me tot de God der joden te richten. Toen werd het lichter om me heen en die paar sterren werden ook lichter en het leek of ze dichterbij kwamen. Toen ik dat merkte stelde ik mijn volle vertrouwen in de God der joden en vroeg Hem vurig mij te helpen uit mijn grote nood en ellende.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen werd het nog lichter om me heen en een ster kwam naar beneden, dicht bij me. En al gauw ontdekte ik dat de ster een volkomen menselijke gedaante aannam en deze mens was iemand die ik in de wereld een keer een echte weldaad had bewezen; hij zei tegen me: 'Heil zij jou, dat je tijdens je nacht de ware God der joden hebt gevonden! Verban je valse afgoden en verban ook je eigen grootste afgod, je Caesar roem; word geheel en al deemoedig, dan zal ik je meenemen naar mijn woning!
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen richtte ik me weer tot de God der joden en vroeg Hem mijn roem en alle valse afgoden weg te nemen. Daarop kwamen ook de andere sterren als mensen naar me toe en zeiden: 'Ook wij zijn net als jij op de aarde geweest; maar wij waren arme joden, die door jouw priesters vervolgd werden; maar jij hebt ons beschermd, gaf ons geschenken en hielp ons om weer naar ons land te gaan. Nu ben jij arm en hebt van alle aardse schatten niets behalve datgene watje voor ons hebt gedaan; en daarom zijn we nu ook doordat God het toeliet naar je toe gekomen om je het goede te vergelden datje voor ons hebt gedaan; Wanneer je zonder enige roem met ons wilt meegaan, dan zul je bij ons onderdak vinden!'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Bij mijn aankomst vond ik, in de woonhut die zich aan de rechter kant bevond, onderdak bij mijn vriend, die in mijn grootste nood het eerst bij me kwam, en daar vond ik ook dadelijk iets te eten en te drinken; alles was hoogst eenvoudig, maar toch gaf het me veel meer vreugde dan mijn grote schatten en paleizen mij op de wereld ooit gegeven hebben.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438  ...