17481 resultaten - Pagina 427 van 1166
... 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 ...
[10] Maar Jozef zei: 'Wees allen rustig en zwijg tegenover al het volk hier en ook elders; want het volk is vol afgunst over het geluk van zijn naaste! Ik zal daarom mijn hart voor de waarachtig armen nooit sluiten en de naam die ik al sinds lang bij iedereen heb, moet blijven zoals hij is: Wie nergens meer hulp kan vinden, wordt altijd nog geholpen door de oude, arme Jozef met het weinige dat hij zelf eerlijk en door hard te werken verdient. Maar zeg daar vooral niets van tegen het volk - en al helemaal niet tegen de priesters! Maar des te meer zal hier nu gelden: De oude jozef helpt de armen nog steeds meer!'Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Toen alle aanwezigen deze woorden van Jozef hadden gehoord, namen ze die ter harte en Maria, uit wie Mijn lichaam was geboren, zei daarop: 'O jozef, jouw woorden zijn goed en waar en zullen door ons worden nagevolgd alsof ze een gebod van God zijn; maar jullie drieën kunnen ons toch wel meedelen wat jullie in die korte tijd bij die heiden voor een wonderbaarlijk werk hebben uitgevoerd, dat jullie daar zoveel goud en zilver voor hebben gekregen!'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dat ergerde Jozef en hij zei: 'Je kent me genoeg om te weten dat ik mijn plicht nog altijd trouw ben nagekomen en dat zal ik ook deze keer doen; maar het maakt me werkelijk boos dat je uit hebzucht niet thuis kunt wachten tot ik, zoals altijd, zelf naar je toe ben gekomen. Wie heeft je eigenlijk verteld dat ik met Jezus en Jacobus weg was voor een opdracht?'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] O, geloof me, ik weet altijd precies wat ik van mijn vrienden moet denken! Maar dat geeft niets, want daarom zal ik toch nooit arglistig zijn tegenover een van mijn vrienden. En daarom zeg ik je ook deze keer dat ik met dit werk precies zoveel heb verdiend dat de offerpenningen, die ik jullie daarvan moet betalen, net zoveel zijn als hetgeen jullie mij schuldig zijn volgens mijn altijd zeer schappelijke rekening; en daarom kun je thuis de hele schuld schrappen!'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maria zei: 'Mijn beste zoon, ben je nu weer helderziend geworden?'
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen zei Jozef nogmaals: 'Had ik geen gelijk dat er met deze graankist kennelijk een boze geest in het spel is? Voordat we nog met die paar latten klaar waren, moet er een huis beginnen te branden, zodat we vandaag in geen geval die kist af kunnen maken! Mijn liefste Jezus, zeg eens wat jij ervan vindt!'
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Ik zei: 'Dat zal niet gaan omdat je niemand hebt die hem op heterdaad heeft betrapt; Mijn getuigenis alleen zou voor de rechters zo goed als geen waarde hebben en de knecht zou ons dan wegens openlijke lastering voor het gerecht kunnen dagen. Laten we dat daarom niet doen! Maar God, die alles ziet en weet, zal de boze knecht toch wel spoedig het loon doen toekomen dat hij heeft verdiend!"
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Ik weet wel wat je nu wilt; maar daar is het hier nog niet de juiste tijd voor! Laat de boze knecht zich nu maar flink uitsloven tot hem uit angst gewoonweg horen en zien vergaan! Zo dadelijk zal hij flink letsel oplopen door een val en weggedragen worden onder hevige pijn. Pas dan zal Ik door Mijn wil een definitief einde maken aan de brand. Maar waar Ik nu al voor zorg is, dat de vlammen het huis geen noemenswaardige schade kunnen toebrengen. -Maar let op wat er nu gaat gebeuren!'
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De buurman zei: 'Ik zal zwijgen als het graf en ook mijn mensen zal ik nu naar het veld sturen waar ze allemaal moeten werken, dan kunnen jullie doen watje goed dunkt!'
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Toen we daar zo stonden en de buurman Mij vroeg wat Ik nu zou gaan doen zei Ik: 'Jouw huis zal nu op een voor jou wonderbaarlijke wijze hersteld worden! Uit vroegere jaren is je nog bekend, dat het Mij gegeven is om door Mijn wil menig wonderbaarlijk werk te verrichten, maar Ik heb dat in de tijd na Mijn twaalfde levensjaar niet meer gedaan, vanwege de grote slechtheid van de mensen en hun totale ongeloof. Maar jij behoort nog tot het kleine aantal rechtschapenen en gelooft wat Ik je zeg en daarom zul je nu weer eens ervaren waartoe Gods kracht en heerlijkheid in de mens in staat is. Kijk naar je zeer beschadigd huis! Ik, Jozef en Mijn broers zullen geen bijl in de hand nemen en toch zal je huis goed en degelijk gerepareerd worden!'
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] De buurman was buitengewoon verbaasd en zei: 'Ja, mijn jonge vriend, dat is waarlijk Gods macht en heerlijkheid! Daarom eer aan God in den hoge, dat Hij de mens zulke kracht en heerlijkheid heeft gegeven!"
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] En hier onder ons zit nu, als Mijn leerling, diezelfde visser die tien jaar geleden door Mijn raad geholpen is!'
Hoofdstuk 227: De barmhartigheid van enkele burgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik wilde nu ophouden met het lange verhaal; maar onze Agricola vroeg Me of Ik nog meer uit de tijd van Mijn jeugd wilde vertellen.
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De buurman zei: 'Maar wat moet ik tegen mijn mensen zeggen als ze vanavond naar huis komen en vast en zeker stomverbaasd zullen zijn wanneer ze zien dat het hele huis weer helemaal is gerepareerd?'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Ik zei: 'Geloof je aan Mijn innerlijke kracht en almacht?'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)