15542 resultaten - Pagina 427 van 1037
... 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 ...
[9] Hierop bracht de dienaar hen naar ons in het grote gastenvertrek, waar aan de andere kant van het vertrek een tafel voor hen werd gedekt.Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen ze de gastenkamer binnenkwamen, stond Kisjonah wel op, begroette hen en bracht ze naar de voor hen gedekte tafel.
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Nu zei Maria met een zekere ongerustheid tegen Mij: 'Mijn geliefde Zoon Jezus, als deze grootste vijanden van Jou Je nu maar niet herkennen; want in Nazareth heb ik omwille van Jou van de plaatselijke overste veel kwade woorden en oordelen te verduren gehad en ik heb mij voornamelijk naar deze eenzame plek begeven om met rust gelaten te worden door de overste en zijn aanhangers. Dezen hier trekken zeker het land in om opnieuw inlichtingen in te winnen over Jou en wat Je doet. Twee van hen komen mij erg bekend voor, en ik heb hen vanwege Jou al verschillende keren in Nazareth gezien.'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Toen de tempeldienaren hun dikke buiken hadden gevuld, stonden de twee Farizeeën van hun tafel op en kwamen heel vrijpostig naar ons toe.
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Eén van hen, die een overste en schriftgeleerde was, zei tegen ons: 'Jullie zullen het ons godsdienaren wel ten goede houden dat wij volgens oud gebruik naar jullie toe zijn gekomen, om van jullie wat nieuws te horen. leder van jullie ziet natuurlijk meteen wie en wat wij zijn; maar daar tegenover zouden ook wij graag van jullie willen horen waar jullie vandaan zijn gekomen en wat jullie hier te doen hebben!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[27] Dit verbaasde de twee Farizeeën heel behoorlijk en de schriftgeleerde zei: 'Nou goed,je zult wel gelijk hebben! Jij hebt gemakkelijk praten over de waarde, de waardigheid en het karakter van de Nazarener; want jij kent hem vast en zeker persoonlijk en hebt zeker al verschillende keren met hem te maken gehad. Maar wij kennen hem helemaal niet en hebben tot nu toe nog niets met hem te maken gehad; wat wij over hem weten, weten wij alleen door de naar hem uitgestuurde spionnen, en overal vandaan stemmen de berichten volkomen overeen over het feit dat hij zich tegenover de tempel steeds zeer vijandig opstelt. Maar laat ons weten waar wij hem kunnen vinden, dan zullen wij zelf met hem spreken, hem aan de tand voelen en zien wat voor iemand hij is!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[29] De twee zeiden: ' Daar hebben wij wel over horen praten, toen wij thuis kwamen uit Damascus, waar wij werk te doen hadden; maar zodoende hebben wij toch nog nooit de gelegenheid gehad de zo beroemde, maar in de tempel uitermate beruchte Nazarener persoonlijk te leren kennen.Aangezien wij echter door onze reizen wereldwijzer en verstandiger zijn geworden dan allen die constant in de tempel zitten, heeft de grote Raad in de tempelons al gauw uitgekozen als de meest geschikte spionnen om tegen een goede beloning navraag te doen naar de Nazarener en de tempel onverwijld bericht te sturen over zijn verblijfplaats en zijn activiteiten. Wij zijn er in deze toch wel lastige aangelegenheid al wel verschillende keren door de tempel op uitgestuurd, zijn zelfs enkele keren in Nazareth geweest en hebben daar zijn moe der en broers leren kennen -maar degene die wij zochten hebben wij tot nu toe nog niet gezien! Wij hebben dus geen onwaarheid gesproken, toen wij bekenden dat wij hem niet persoonlijk kennen en nog nooit contact met hem hebben gehad.
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De schriftgeleerde zei: 'Ja, vriend, als men bij de waarheid zou moeten blijven, zou er weinig ten gunste van de tempel te antwoorden zijn; het enige wat men wel in overweging zou moeten nemen is, dat niet wij en heel velen van ons degenen zijn die de aloude, goede en ware inrichtingen van de tempel zo verdraaid en misvormd hebben als ze nu zijn, maar alleen de voornaamsten, oversten en machtigsten in de tempel, al lange tijd geleden. Wat kunnen wij ondergeschikten nu anders doen dan onszelf voegen naar wat de tempel, waar wij van leven, ons voorschrijft? Wij zijn tot jonge wolven gemaakt en moeten wel met de oude wolven meehuilen, als wij niet door hen verscheurd en opgevreten willen worden!
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De zuivere waarheid te verkondigen en er ook naar te handelen zou het beste, mooiste en prachtigste zijn onder de mensen op aarde. Maar wat kan men nu doen, als men zichzelf ter wille van de waarheid alle denkbare vervolgingen, straffen en zelfs de dood aan het kruis op de hals kan halen? Als het met de omstandigheden zo erg gesteld is moet men zelf een vervolger van de waarheid worden om te kunnen leven, omdat men nu eenmaal -zonder het ooit gewild te hebben - in deze wereld moet leven.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Als de mens nu voelt wat voor kwaad hij zichzelf door zijn hoogmoedige weerspannigheid tegen de geopenbaarde en goed bekende wil van God heeft aangedaan, en als God nu Zelf volgens Zijn voorspelling in de Mensenzoon naar volle waarheid naar de ontaarde mensheid toe is gekomen om hen met alle liefde en geduld naar de oude weg des levens te leiden en te brengen -wat Hij door Zijn leer en daden bewijst -waarom verafschuwen jullie Hem dan en willen jullie je niet door Hem laten helpen?
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Dat is zeker niet de schuld van God, maar alleen van jullie zelf, door jullie onverzadigbare hebzucht en jullie werkelijk satanische zucht om te heersen -zelfs over God! Ja, als God even hard, liefdeloos en volongeduld zou zijn als jullie, zou Hij niet alleen aan de tempel en zijn slechte dienaren, maar ook aan deze hele aarde een absoluut einde gemaakt hebben; maar Hij verdraagt jullie blindheid en jullie daaruit voortvloeiende slechtheid, en vermaant jullie allemaal, om te keren naar de lichtende weg des levens.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[30] Hiermee namen de twee afscheid, gingen weer naar hun tafel en begaven zich weldra ter ruste. Wij bleven echter nog ruim een uur wakker en spraken met elkaar over deze vervolgers van Mij, en Kisjonah en Maria waren erg blij dat deze tempeldienaren Mij niet hadden herkend en dat ze van gedachten waren veranderd.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Vroeg in de ochtend, die heel zuiver was, stonden wij op van de goede ruststoelen en begaven ons naar buiten, en wel naar de nabijgelegen oever van het meer. Kisjonah, Philopold en ook de vier Indo-joden waren bij ons. Maria bleef nog in huis om te rusten en kwam pas tegen de volledige zonsopgang naar ons toe, vergezeld door Joël.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Eerst riep Ik in de geest Michaël, die als een heldere flits uit de zichtbare hemel naar de aarde afdaalde, zodat allen daar geweldig van schrokken. Michaël stond in al zijn majesteit voor Mij, sterker stralend dan de zon, en niemand behalve Ik kon zijn lichtglans verdragen.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Toen omhulde hij zich met een schaduwen stond hij volliefde en eerbied voor Mij en zei (Michaël): 'Kijk, broeders! Dit is het Lam dat de zonden der wereld van jullie wegneemt en voor jullie de weg naar het eeuwige leven bereidt! Geloof in Hem en heb Hem boven alles lief; want Hij is het oereeuwige begin en het oereeuwige einde, de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste -buiten Hem is er geen God!'
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)