10915 resultaten - Pagina 427 van 728
... 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 ...
[7] Ik wil daar echter helemaal niet mee zeggen dat jullie elkaar daarom in het geheel niet moeten eren, maar Ik zeg alleen dat je niet als wormen voor elkaar dient te kruipen.Hoofdstuk 63: De deemoed als grootste verheerlijking van de mens. Het eerbetoon door liefde. Garbiëls zucht tot rivaliteit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Ik zeg je echter, dat Mijn eeuwige orde, Mijn liefde en Mijn eindeloze wijsheid wel zeker andere wegen zullen bewandelen dan slechts die welke voor jouw dwaasheid duidelijk zijn!
Hoofdstuk 63: De deemoed als grootste verheerlijking van de mens. Het eerbetoon door liefde. Garbiëls zucht tot rivaliteit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En na de oproep van Abedam trad Horidaël naar voren en begon als een moedige leeuw te spreken; zijn moed was echter geenszins aanmatigend, maar alleen zijn liefde tot Mij gaf hem deze moed, net zoals de liefde van een moeder haar borst zodanig met moed vervult, dat zij door het vuur zou gaan als er voor haar kind levensgevaar zou dreigen of dit bijna onvermijdelijk zou zijn, - alleen met dit verschil, dat een dergelijke moed van de moeder veroorzaakt wordt door verdriet, pijn, angst of paniek, hetgeen bij Horidaël niet het geval was, omdat zijn moed alleen op zijn innerlijke vreugde berustte, zoals dat ook ongeveer het geval is met de moed van een veldheer, wanneer deze door het dolle heen is van louter overwinningsvreugde.
Hoofdstuk 64: Het visioen van Horidaël. De innerlijke, onderrichtende stem in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Het heen en weer schieten van de sterren betekent echter het zoeken van de ziel in zichzelf naar de wegen van de waarheid en het leven.
Hoofdstuk 65: De roeping van Horidaël tot schrijver van de vrije tekens die overeenstemmingen bevatten en aanduiden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Dit woord was echter Mijn woord in jou of dat werkelijke woord waardoor jij, zoals alle dingen, eens ontstaan bent; en dit woord leerde je, dat je de grote, innerlijke overeenkomsten van de buitenwereld met de innerlijke, werkelijk levende, eeuwige wereld zult begrijpen.
Hoofdstuk 65: De roeping van Horidaël tot schrijver van de vrije tekens die overeenstemmingen bevatten en aanduiden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Ik zeg je echter en zeg tegen jullie allen, dat Ik een volkomen geest ben.
Hoofdstuk 66: Abedams woorden over de ware verering van God. Het evangelie van het ware geven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Wie echter zijn knieën buigt voor Mij, laat hij die dan in zijn geest en in alle waarheid buigen, hetgeen de immer gerechte deemoed van zijn hart aanduidt, - maar niet de knieën van zijn lichaam, waaraan weinig gelegen is of die nu recht of gebogen gehouden worden.
Hoofdstuk 66: Abedams woorden over de ware verering van God. Het evangelie van het ware geven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Als iemand echter weinig heeft, maar geeft dat maar al te graag vanuit de volheid van zijn liefde aan zijn broeder, - Ik zeg jullie, al was het maar een halve noot, dan zal Ik dat aanzien alsof het een aardbol zou zijn!
Hoofdstuk 66: Abedams woorden over de ware verering van God. Het evangelie van het ware geven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Is het echter niet Zijn wil, dan zal het toch zeker wel Zijn wil zijn, dat je blijft wie je bent en al van oudsher was: een arme, blinde sukkel!'
Hoofdstuk 67: Purhals visioen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] `Zie, Ik ben alles in alles en alles is in Mij en alles is vanuit Mij! Jij echter bent Mijn evenbeeld; weet derhalve wie je bent en wie je Vader, God en Schepper is!'
Hoofdstuk 67: Purhals visioen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Hoe kan echter dat dusdanig verbrokkelde wezen weer één wezen worden?
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen echter Purhal en alle anderen deze woorden van Abedam hadden vernomen, werden zij bijna stom en wel zodanig dat, uitgezonderd Henoch en Adam, er nagenoeg niemand was die het zou hebben gewaagd Abedam ook maar met één woordje te antwoorden, ofschoon Abedam alle kinderen als de enig ware, goede en meest liefdevolle Vader hoogst vriendelijk aankeek.
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] Als Ik echter wederom iemand zoals Purhal stichten zal, verlies dan nooit je vertrouwen in Mij, maar denk daarentegen in je hart dat Ik, jullie aller goede, heilige Vader het immers is die zoiets doet!
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Wanneer je echter de olie aan de bron aansteekt en je beschermt die plaats waar het oliebronnetje met heldere vlammen brandt, tegen sterke winden en watertoevoer, dan zal die vlam in eeuwigheid nooit uitdoven, maar alleen maar steeds heerlijker verder branden, omdat zulke vlammen langzamerhand die plaats in een wijde omtrek hoe langer hoe meer verwarmen en er daardoor ook steeds meer olie aan de diepere oorspronkelijke bron onttrokken wordt!
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Ik kon toen echter wederom niet begrijpen hoe zoiets mogelijk kon zijn, daar ik zoiets voordien nog nooit ervaren had; en terwijl ik zo dacht begon ook meteen mijn hart volkomen doorzichtig te worden en zag ik drie harten netzo in elkaar zitten als de drie kernen van de met stekels behaarde vrucht van de kastanje, en wel eerst de kern met de bruine schil, in deze schil het eigenlijke vlees of de vleeskern en daarna in deze vleeskern pas de kleine kiemkern, waarin het eigenlijke leven ingesloten is en daarin de oneindige veelvoud en de eindige veelheid ervan.
Hoofdstuk 72: Oalims visioen: drie harten in elkaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)