Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 428 van 1112

...  416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441  ...
[21] Ik zei: 'Jij hebt hier, heel kort samengevat, een buitengewoon goed verslag gegeven -en kijk: datzelfde, zij het in iets andere woorden, zoals dat in een brief gebruikelijk is, staat ook in de brief, en met name in de huidige brief, hoe en waarom hij Mij bij zich zou willen hebben! De wens van de koning verheugt Mij erg, en voordat er van nu af een jaar voorbij zal zijn, zal Ik die ook in de geest en in de volste waarheid realiseren; maar eerst moeten er nog heel grote dingen gebeuren, die Mijn leerling hem wel zal meedelen. Daardoor zal de koning dan ook zeer gerustgesteld en getroost zijn.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Er werd Mij een bijzonder goede vis voorgezet, die in deze streek heel zeldzaam en kostbaar was, en Ik at die ook op, waarover Kado zijn grote vreugde te kennen gaf. Maar omdat ook enkele leerlingen, die vissers waren, min of meer met het water in de mond onder elkaar opmerkingen maakten over het feit dat de vis die Ik gegeten had zo kostelijk was, en Kado die opmerkingen hoorde, speet het hem te dat hij niet ook voor de leerlingen nog een paar van zulke edele vissen in voorraad had, en hij zei dat hij daar morgen wel voor zou zorgen.
Hoofdstuk 174: De maaltijd bij de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Toen de smekelingen zo goed voorzien waren, begonnen ze ook al gauw de goedheid en rechtvaardigheid van de waard te roemen, en verscheidenen van hen vroegen hem bovendien nog vrijwillig om vergeving, als ze zich ooit misprijzend over hem uitgelaten mochten hebben. Maar de waard liet hen vriendelijk gaan, terwijl hij hun de verzekering gaf dat hij tegen niemand meer een of andere grief koesterde. Allen gingen nu rustig weg en vanaf de straat was in de kamer nog de ene loftuiting na de andere over de waard en zijn zoon Kado te horen.
Hoofdstuk 174: De maaltijd bij de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'O zeker wel! Wie de wetten van Mozes kent en daarnaar leeft en handelt, zich in zijn hart waarachtig en ernstig onthoudt van de waardeloze heidense veelgoderij en dan alleen de éne ware God boven alles liefheeft en zijn naaste, zoals Ik je al getoond heb, als zichzelf, die is dan volkomen joods en heeft daar verder niets meer voor nodig.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Zo beweerden zij dat men God alleen op bepaalde reine plaatsen moest aanbidden en vereren; wie dat niet deed, liet daarmee zien dat hij geen ware achting en ontzag voor God had. Om zulke plaatsen voor de mensen des te eerbiedwaardiger te maken, verrichtte men daar een soort offerdienst, in het begin weliswaar met werkelijk zuivere en weloverwogen goede bedoelingen, aangezien de mensen daar een deel van de opbrengst van hun arbeid en hun inspanningen voor de door God opgewekte leraren moesten offeren, zodat de leraren die zich met het onderricht bezighielden daarmee in hun levensonderhoud konden voorzien.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Toen de mensen zich langzamerhand steeds meer vermenigvuldigd hadden op de aarde en zich steeds verder verspreid hadden, kwamen er ook steeds meer leraren en godsdienstige, door de leraren tot rein en God waardig verklaarde plaatsen, bedehuizen en offerplaatsen. Toen nu de mensen door hun ijver rijker en welvarender waren geworden, waren ze ook niet meer tevreden met de plaatsen die alleen maar rein en voor God waardig verklaard waren, zoals bepaalde heuvels, kleine bossen, zuivere bronnen en hier en daar ook met welriekende bloemen aangelegde tuinen, maar ze bouwden aanzienlijker hutten, later huizen en tempels, waar de leraren het volk onderrichtten, de hun gebrachte offers aannamen en met het volk daar tot God baden met woorden, gebaren en ook met gezangen; en met de dingen die zij bijzonder mooi, prachtig en verheven vonden, eerden ze dan ook God als de Schepper van zulke prachtige dingen en ze wijdden die ook aan Hem.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Mozes heeft in feite geen ceremonie ingevoerd, maar heeft die alleen maar uitgelegd en teruggebracht tot de oude, zuivere oertoestand. Hij vernietigde beelden en tempels en slechts één hut was daarvoor bestemd, waarin zich de ark bevond; daarin werden de wetten en boeken van Mozes en later ook de geschriften van de andere profeten bewaard, naast nog andere voorwerpen, die aan Gods daden herinnerden.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar Mozes heeft volgens de aanwijzingen van God aan alles wat op een ceremonie leek, steeds een dubbel doel verbonden: het ene was, dat de ceremonie symbolisch zoals een tekenschrift alles weergaf wat nu in Mijn tijd in volle werkelijkheid gebeurt en nog verder zal gebeuren; en ten tweede verbond hij er politieke doeleinden aan en ook andere, die zeer heilzaam waren voor het in stand houden van de lichamelijke gezondheid en voor deze streken der aarde. Hij schreefhun voor wat ze mochten eten en drinken, en hoe, wanneer en hoe vaak ze zich moesten wassen en reinigen, hoe hun woonhuizen gebouwd en ingericht moesten zijn en welke kleding de joden moesten dragen.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Zo diende dan ook de besnijdenis een dubbel doel; want ten eerste werd daardoor aan iedere pasgeboren jood een naam gegeven en werd het jaar en de dag en zelfs het tijdstip van zijn geboorte ingeschreven in het grote besnijdenisboek -wat allemaal noodzakelijk was -en aan de pasgeboren jood werd daardoor de verplichting opgelegd om zich tot een volmaakt mens te ontwikkelen, God te erkennen, in Hem te geloven, Hem boven alles te achten en lief te hebben en Zijn geboden te houden. Kijk, dat was het geestelijk-morele doel van de besnijdenis! Het andere doel was echter weer van staatkundige aard en had tevens invloed op de gezondheid en reinheid van het lichaam.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] En dat is nu hier het geval in de sfeer van het geestelijke leven. Aan deze lichttijd gingen veel ceremoniën vooraf die nu echter waardeloos en zinloos zijn geworden, omdat de zon van het leven zelf is opgegaan en iedereen nu de volkomen rijpe vrucht van de boom des levens kan plukken en zich kan verzadigen en versterken ten behoeve van het eeuwige leven van de ziel. - En als hij dat kan, hoezo zouden dan al die voorafgaande ceremoniën nog enige levenswaarde voor hem hebben?
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] En zo kun jij nu dan ook een echte en in Mijn ogen wettige jood zijn zonder de besnijdenis en zonder ervoor te betalen. Want wie overdag wandelt, hoeft geen ochtendschemering te begroeten als noodzakelijk voor zijn leven, en wie van een boom reeds de geheel rijpe vrucht geplukt en wel voor zich heeft liggen, hoeft zich er toch ook echt niet meer om te bekommeren hoe de boom knoppen gezet en daarna gebloeid heeft, en of hij veel of weinig bladeren had. Want de vrucht is de hoofdzaak; als die er is, dan heeft al het voorafgaande geen waarde meer .
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Hierop bedankten de waard en zijn zoon Mij nogmaals voor deze les, maar de waard zei tenslotte: 'Dat de mens alleen door de waarheld vrijgemaakt kan worden van iedere waan en begoocheling, is beslist een grote heilige waarheid op zichzelf; maar bij alle ons bekende volkeren hebben heel veel wijzen voortdurend naar de waarheid gevraagd, die ook ijverig gezocht en haar niet kunnen vinden, en nog niemand heeft als een geheel en al uitgemaakte zaak en voor de mensen begrijpelijk kunnen uitleggen, wat de waarheid is. En daarom zou ik nu zo graag van u, beste heer en meester, willen horen wat de waarheid nu uiteindelijk is; want u zult ons daar wel het best uitsluitsel over kunnen geven. Pas wanneer de mens weet wat de waarheid is, en hoe en waar hij die kan vinden, kan hij haar ook als richtsnoer voor zijn leven in zich opnemen en zich daardoor bevrijden van iedere waan en begoocheling. Wat is dus de volle waarheid, en hoe en waar vinden wij die?'
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] In God, de eeuwige oergrond van alle zijn, is dan ook het meest volkomen zelfbewustzijn, de hoogste intelligentie, wijsheid en macht, en als het niet zo zou zijn, dan zou er ook nooit iets geschapen zijn; want wat in zichzelf niets is, kan zich ook nooit als iets manifesteren.
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Als je nu naar de planten, dieren en in het bijzonder naar de mens kijkt, dan zul je in alles de grootste orde en een wijs opgezet plan in samenhang met de grootste doelmatigheid aantreffen; en dat hebben deze levende dingen zich allemaal niet zelf kunnen geven, omdat ze er immers tevoren als op zichzelf bestaande dingen toch niet waren en nooit geweest zijn! Maar als ze nu bestaan en hun bestaan met zekerheid verwijst naar een zeer wijze Grondlegger, dan is het toch ook duidelijk dat alleen Zijn hoogste intelligentie, Zijn macht en Zijn absoluut volmaakte zelfbewustzijn dergelijke zeer uiteenlopende wezens vanuit Zichzelf tot leven heeft kunnen roepen.
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De mens heeft zelfs in zijn geestelijk nog onontwikkelde sfeer van puur natuurlijk leven reeds een lichtende, ver reikende intelligentie, waaruit zijn inzicht en verstand zich ontwikkelen zoals een boom uit een zaadkorrel, en met behulp daarvan realiseert hij al snel heel opmerkelijke en goed geordende werken.
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441  ...