15542 resultaten - Pagina 428 van 1037
... 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 ...
[10] Toen stonden allen weer op, en Johannes liep naar zijn vroegere leerlingen en sprak met hen over dingen, die na Mij over de joden en over de mensen der aarde zouden komen vanwege hun ongeloof, en hij bleef de hele dag bij ons in de zichtbare menselijke gedaante van de voor allen goed herkenbare Johannes.Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Na hem riep Ik de aartsengel Gabriël. Deze kwam onmiddellijk net als Michaël - Johannes, maar omhulde zich direct met een schaduw, gaf Mij de eer en liep direct naar Maria en sprak met haar over zijn zending met haar, en zij raakte daarbij vervuld van deemoedig geluk en zaligheid. Daarna ging Gabriël, die in de gedaante en persoon van de voorvader Jared verschenen was, ook naar Mijn leerlingen en sprak met hen over de Adamitische oertijd en over de toenmalige openbaringen aan de kinderen van de hoogte en ook aan de kinderen van de wereld; en ook hij bleef tot de avond zichtbaar bij ons.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Na hem riep Ik Rafaël. Ook hij verscheen direct op dezelfde manier als de eerste twee, omhulde zich met een schaduw, gaf Mij de eer en liep naar de vier Indo-joden toe in de gestalte en de persoon van Henoch, en sprak heel vriendelijk met hen over Mij, en dat hij degene was geweest die hen op Mijn bevel uit de Babylonische gevangenschap had bevrijd en hen naar het land had gebracht, dat behalve door Adam en Eva niet eerder door een mens bewoond was geweest.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ik zei tegen hem: 'O Mijn beste vriend, het aantal van zulke geesten in Mijn rijk is eindeloos; want wat zou een eindig aantal zijn voor een eeuwige en in Zijn geest van liefde en wijsheid oneindige God?! Kijk op een heldere nacht naar de voor jou talloze sterren - je weet al wat ze zijn -; ook daarop worden mensen verwekt en geboren! Uit hen worden echter ook geesten opgewekt tot een eeuwig leven en eeuwige werkzaamheid. Als jijzelf als voleindigde geest in Mijn rijk zult zijn, zul je alles zelf zien en zal jouw zaligheid daarover nooit meer een einde nemen!
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Toen kwam er ook een dienaar uit het huis naar ons toe aan de oever van het meer, om ons te berichten dat het ochtendmaal klaar stond.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De dienaar antwoordde: 'Ze wachten in de zaal al op jou en op de Heer en Meester, naar wiens verblijfplaats ze bij jou nader willen informeren en ook bij de Heer en Meester Zelf, die ze niet kennen; ze hebben ook al bij ons geïnformeerd, maar hebben geen antwoord gekregen, en toen hebben ze ons verder niets meer gevraagd.'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Kisjonah prees de dienaar daarvoor, en wij begaven ons naar het ochtendmaal en ook de drie geesten samen met ons.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen wij de zaal binnenkwamen, kwamen de tempeldienaren ons direct tegemoet, begroetten Mij en Kisjonah en wilden onmiddellijk naar de verblijfplaats van de Nazarener beginnen te informeren.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Eén van hen kon het niet laten om naar onze tafel te komen en aan Kisjonah te vragen wat dat voor jongemannen waren, die zoveel en met zo grote snelheid konden eten.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Toen ging de schriftgeleerde naar Rafaël toe en vroeg hem uit welk land hij kwam, en of in zijn geboorteland alle mensen zulke flinke eters waren.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Toen de schriftgeleerde dat uit de mond van Rafaël had gehoord, wist hij niet wat hij daarop moest antwoorden; want hij dacht dat de jongeman hem voor de gek wilde houden; want hij kon niet geloven wat Rafaël hem had gezegd. Hij keek toen echter nauwkeuriger naar de drie, ging weer naar de zijnen en vertelde hun wat hij van een van de drie jongemannen had gehoord.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Eén van hen zei: 'Wij zullen afwachten tot het vriendelijke gezelschap van Kisjonah het ochtendmaal beëindigd heeft; daarna zullen we hen serieus naar de verblijfplaats van de beroemde Nazarener vragen. Als ze ons dat willen meedelen, zullen we onmiddellijk daarheen reizen waar hij te vinden zal zijn, en dan zullen we deze halve Romeinen, voor wie wij een doorn in het oog zijn geworden, de rug toekeren!'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] En een van die drie jongemannen vertoont een grote gelijkenis met die prediker in de woestijn, die naar men zegt ongeveer twee jaar geleden in de gevangenis van Herodes onthoofd is, wat wij natuurlijk niet zo precies naar tijd en feit kunnen weten, omdat wij ons destijds in Damascus bevonden; maar voordat wij naar die stad gingen, heb ik hem in de kleine woestijn bij de Jordaan gezien, waar hij onderwees en degenen die zich tot hem bekeerden doopte met het water van de rivier en degenen die door hem gedoopt waren een nieuwe naam gaf.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Hij zag er toen natuurlijk ouder uit en was heel mager; maar hij kan ook niet onthoofd zijn -zoals het gerucht gaat - en Herodes zou, om de wil van Herodias te doen, een enigszins op die doper lijkende slaaf hebben laten onthoofden en hem hebben vrijgelaten, met de opdracht om met zijn leerlingen in vreemde kledij naar de heidenen te gaan. Daar zal hij zijn strenge leven wel opgegeven hebben, heeft hij zich beter gevoed en ziet er hier nu heel jeugdig uit.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen wij van tafel opstonden, kwam de schriftgeleerde onmiddellijk naar ons toe en zei tegen Mij: 'Wijze vriend, denk aan wat je me gisteravond hebt beloofd!'
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)