Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 429 van 1110

...  417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442  ...
[4] Maar wij zijn al sinds geruime tijd op de hoogte van alles wat zich bij Zijn geboorte en ook later zo nu en dan aan wonderbaarlijks bij Hem heeft afgespeeld, en wij hebben het ook nooit laten ontbreken aan goede informanten en hebben Zijn hoogst opmerkelijke persoonlijkheid ook nooit helemaal, zoals jullie, lichtvaardig uit het oog verloren; want wij ontvingen bericht over Hem via Cyrenius en Cornelius, en aangezien wij allemaal al mannen van reeds 50 tot 65 jaar oud zijn, zullen jullie ook wel begrijpen dat wij ook zeker al heel wat aan de weet zijn gekomen.
Hoofdstuk 86: Het getuigenis van Marcus over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar als wij, blinde heidenen, nu inzien dat Hij de grote Messias van de wereld is en Hem ook als Heer over ons en over alle heersers op aarde prijzen, hoewel Hij uiterlijk beschouwd, zoals reeds opgemerkt, alleen maar een jood is, die als zodanig bij ons geen bijzonder aanzien geniet, wat heeft jullie dan tegengehouden om deze voor jullie zo grote en eindeloos verheven landgenoot direct te herkennen als Degene die Hij zonder enige twijfel is?! Is het niet ook een eer voor jullie dat wij, in aards opzicht machtige Romeinen, Hem, die wat Zijn uiterlijke geboorte betreft een jood is, erkennen en prijzen als een Heer en Meester over alle heren der wereld? Daardoor geven wij immers ook getrouw, openlijk en waarachtig te kennen dat Hij ons Romeinen in de geest van alle waarheid volkomen overwonnen heeft; en voor die bekentenis zullen wij ons ook nooit schamen, omdat het ons alleen maar tot de grootste eer strekt dat Hij ook ons als Zijn kinderen opgenomen heeft onder Zijn almachtige en vaderlijke scepter! En jullie joden houden in jullie hoogmoed en in jullie grote blindheid alleen maar de ene beraadslaging na de andere hoe jullie Hem, de almachtige Heer van alle heerlijkheid, kunnen grijpen en zelfs doden! Zeg ons, heidenen, nu hoe dat bij jullie zelfs ook maar denkbaar kan zijn!'
Hoofdstuk 86: Het getuigenis van Marcus over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Na enig nadenken zei een oudste: 'Hoge Romeinen en onze gezaghebbers, jullie hebben groot gelijk dat jullie ons een reeds lang verdiend verwijt maken; want wij joden bevinden ons al sinds heel lang bij de zuiverste bron en willen daar niet uit drinken! Maar wiens schuld is dat? Kijk, als iemand een schat heeft, dan waardeert hij hem niet zozeer als degene die hem niet heeft en hem eerst op de een of andere manier met moeite moet verwerven, als hij hem wil bezitten! Als wij van vreemde profeten en wijzen horen, dan verlangen wij gretig naar hun wijsheid; maar wij slaan geen acht op de eigen profeten en wijzen, omdat wij hen van hun geboorte af aan kennen en dan bij hun optreden zeggen: 'Waar heeft hij die wijsheid en die wonderbaarlijke daadkracht vandaan?' Kort en goed, de mens en in het bijzonder wij, reeds oud geworden joden, zijn lui en onverschillig geworden tegenover alles wat er onder ons als nieuw naar voren treedt, al is het ook nog zo buitengewoon; want ons vertrouwde en gezapige leven schuwt iedere extra moeite en arbeid en enkel en alleen om die reden zetten wij ons af tegen alles wat ons in onze rust en vanouds gewende behaaglijkheid begint te storen.
Hoofdstuk 87: De redenen van de tempeldienaren voor hun houding tegenover de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dit zijn, hoge Romein, heel duidelijk de redenen waarom de tempel dienaren nu ook zo fel ten strijde trekken tegen deze Nazarener, die wij, die nu hier zijn, echter volgens de volle waarheid voor de beloofde Messias houden. Zij zeggen: 'Laten we hem eerst grijpen en doden, dan zal wel blijken of hij de beloofde Messias is, of er een God bestaat, en of alle profeten geen bedriegers van mensen waren!'
Hoofdstuk 87: De redenen van de tempeldienaren voor hun houding tegenover de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Als zeer ervaren Romein denk ik nu zo, en de Heer Zelf geeft mij dat in mijn hart: voortaan geen priesterdom, geen tempel en geen sabbatten, feestdagen, herdenkingsdagen en geen jubeljaren en geen olympiaden meer -maar ieder mens moet ernaar streven om volgens de leer van de Heer een goede leraar voor zijn medemensen en een echte vader voor zijn kinderen te worden! De tempels moeten omgevormd worden tot liefdadigheidsinstellingen voor de armen; en de sabbatten, feestdagen en andere nietszeggende herdenkingsdagen moeten veranderd worden in dagen van weldaden, dan zullen weldra alle mensen elkaar als ware broeders in de Heer omarmen en liefhebben!
Hoofdstuk 88: Cultus en priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daarop zei de schriftgeleerde: 'Voor jouw mening, hoge Romein, is volgens het menselijke verstand veel te zeggen; maar wij moeten ook rekening houden met wat God door de grote profeet Mozes heeft ingesteld, want er wordt uitdrukkelijk gezegd: 'Zes dagen moetje werken; maar op de zevende dag, de sabbat, moetje rusten en je van al het zware, slaafse werk onthouden; je moet deze dag wijden aan God, je Heer, en alleen Hem dienen op de manier, zoals die door Aaron aan het volk is voorgeschreven!'
Hoofdstuk 88: Cultus en priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Want wie de sabbat door edele daden heiligt, die heiligt hem ook waarachtig en daadwerkelijk en derhalve levend, en dat alleen heeft waarde voor God. Maar wie de sabbat op jullie manier heiligt, die schendt hem; want hij eert God met de lippen, zoals de profeet gezegd heeft, maar zijn hart is verre van God, omdat het ver van de naaste is.
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Jullie Romeinen zijn heren van een groot en machtig rijk en jullie voelen je heel behaaglijk wanneer er in het hele rijk vrede heerst; maar als jullie uit een of ander deel van het rijk bericht krijgen dat het volk daar tegen jullie is opgestaan, dan vragen jullie ook niet of dat volk misschien met het volste menselijke recht vanwege te zware lasten tegen jullie is opgestaan, maar jullie sturen er snel een machtig leger heen en tuchtigen het opgestane volk zonder enige genade en zonder te overwegen of het volk terecht of onterecht is opgestaan. En waarom doen jullie dat? Omdat het opstandige volk jullie slechts een beetje uit je behaaglijke rust wakker heeft geschud. Jullie kennen dat volk en vragen je in jullie vergadering dan ook af: 'Maar hoe heeft dat volkje het in het hoofd gehaald om tegen ons in opstand te komen?' en zeggen vervolgens: 'Wacht maar, volkje, jij zult je moed en waanzin duur boeten! ' Waarom zeggen jullie dan niet na allerlei wijze overwegingen: 'Dat kleine volk is weliswaar tegen ons opgestaan, maar laten wij er vredesboden en ook vrederechters heen sturen; die moeten de reden onderzoeken en ook goed achterhalen of dat volk daar een duidelijk aantoonbaar en goed recht toe had!' Nee, dat doen jullie niet, ook al zouden jullie horen dat zelfs een God zich aan het hoofd van het in het nauw geraakte en daarom opgestane volk gesteld zou hebben, maar jullie sturen onmiddellijk een leger en overvallen dat volk zonder enig pardon; en als jullie door dat volk misschien zelfs enkele malen verslagen zouden worden, dan is de hel bij jullie pas goed losgebroken, ook als jullie heel goed zouden inzien dat dat volk het volste recht had om tegen jullie op te staan. Kortom, dat volk heeft nu eenmaal jullie behaaglijke rust verstoord en daarom zetten jullie alles op alles om het te tuchtigen, ook, zoals gezegd, als zelfs een God uit Zijn goedheid, wijsheid en erbarming het volk tot een overwinnende opstand tegen jullie aangezet zou hebben!
Hoofdstuk 87: De redenen van de tempeldienaren voor hun houding tegenover de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu zei Ik: 'Goed, luister dan naar Mij! Jullie hebben allebei juist en waar gesproken; maar van nu af aan ben ook Ik de mening toegedaan die vriend Marcus uitgesproken heeft, omdat die helemaal aansluit bij de aard en het juiste bewustzijn van een mens en daarom ook bij Gods wijsheid en orde, maar daarom verwerp Ik jouw visie nog niet. Maar jullie priesters moeten van de sabbat niet een dag met een bepaalde magische werking maken en de mensen harde straffen opleggen als ze, wanneer het niet anders kan, op de sabbat hun brood moeten verdienen. Want een noodzakelijke daad, en in het bijzonder wanneer die duidelijk onbaatzuchtig gedaan wordt tot heil van de arme broeder, ontheiligt de sabbat niet alleen nooit, maar heiligt die duizendmaal meer dan al het ijdele geschreeuw in de tempel en in de synagogen.
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Zo is het ook niet absoluut noodzakelijk voor het zieleheil van de mensen dat nu juist de oude joodse sabbat bij uitstek een dag van onderricht dient te blijven; want daarvoor kan iedere dag gekozen worden, al naargelang de omstandigheden. Als de oude sabbat gunstig blijkt te zijn voor het verrichten van noodzakelijk werk voor het heil van de gemeente, terwijl sommige doordeweekse dagen als gevolg van slecht weer ongunstig waren, werk dan op de sabbat en stel een andere dag vast voor het onderricht! Want iedere dag waarop jullie in Mijn naam iets goeds zullen doen, zal een ware sabbat zijn; aan de naam van de dag is immers niets gelegen, maar alleen aan wat iemand op een dag gedaan heeft.
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] O, iets anders is het voor degenen die Ik nu overal naartoe stuur om het evangelie aan alle volkeren op aarde te verkondigen! Deze eerste boodschappers van Mij hebben geen tijd en ook geen gelegenheid om met hun handen hun brood te verdienen; daarom geldt voor hen ook: eet en drink wat jullie op tafel wordt voorgezet! En verder: maak je geen zorgen voor de volgende dag, wat jullie zullen eten en drinken en waarmee jullie je lichaam zullen kleden -want dat zou zeer duister en heidens zijn! -maar tracht vóór alles met alle vlijt en ijver Gods rijk en de daarbij behorende gerechtigheid onder de volkeren te verbreiden, dan zal al het andere jullie als vanzelf toevallen; want de Vader in de hemel weet wat jullie nodig hebben! Maar, zoals gezegd, dat moet alleen gelden voor degenen die Ik nu overal naartoe gezonden heb; waar eenmaal vaste en gevestigde, in Mijn naam gestichte gemeenten zullen bestaan, daar moet dan Mijn eerder uitgesproken mening in praktijk gebracht worden!
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarom moet de sabbat nu eerst een ware werkdag worden en elke ceremonie dient te bestaan uit het zuivere handelen volgens Mijn woord; dat zal Ik altijd met welgevallen aanschouwen en Ik zal de ware sabbatheiligers ook met al Mijn genade en liefde belonen. - Zo spreekt nu de Heer!
Hoofdstuk 90: De juiste heiliging van de sabbat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Hebben jullie nu begrepen hoe Mijn mening luidt, geldend voor alle tijden en eeuwigheden? Want waarlijk, waarlijk Ik zeg jullie: hemel en aarde, die jullie nu zien, zullen eenmaal vergaan; maar Mijn woorden zullen blijven in eeuwigheid! Dat is nu Mijn mening!'
Hoofdstuk 90: De juiste heiliging van de sabbat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar God heeft in Zijn sabbatswet niemand het gebod gegeven, dat hij op de sabbat aan niemand een noodzakelijke en goede dienst mag bewijzen. Pas door jullie is het mozaïsche gebod door een dergelijk gebod vervangen en jullie lieten op de sabbat alleen maar iemand werken en een noodzakelijk en op zichzelf goed werk verrichten, als hij jullie daarvoor een flinke losprijs en andere kostbare offers had gebracht.
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar als jij denkt dat God de eenmaal gegeven vorm van een in een bepaalde tijd noodzakelijke wet niet zou kunnen veranderen, omdat Hij in Zichzelf eeuwig onveranderlijk is, hoe hebben jullie je dan de vrijheid durven veroorloven om de wet van Mozes zo erg naar jullie goeddunken en tot jullie eigen materieel voordeel te veranderen, dat jullie nu werkelijk ook geen jota meer in acht nemen van wat Mozes en de profeten geleerd en aanbevolen hebben?
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442  ...