Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 429 van 1112

...  417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442  ...
[14] Als de mens vervolgens in overeenstemming hiermee handelt, wordt het ook helderder en licht in zijn ziel, die zich door de liefde tot God, die zij gevonden en herkend heeft, steeds meer verenigt met de geest uit God.
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik heb U gezocht, zoals U weet, en heb U ook gevonden, zij het ook in de nacht; maar dat is des te beter en heeft des te meer betekenis, aangezien ik U bij dag waarschijnlijk nooit ergens gevonden zou hebben, omdat het in mijzelf nacht en duister was. Maar nu is er in mij een geweldige ochtendschemering aangebroken, en het morgenrood zal volgen, en de zon zal zich ook boven de horizon van mijn leven verheffen! En ik geloof dat die daar nu al dichter bij is dan mijn ziel tot nu toe nog in staat is te vermoeden. Kortom, ik heb U, o beste Heer en Meester, gezocht en heb U dan ook gevonden; en aangezien ik nu van U gehoord heb hoe men God en in Hem de waarheid moet zoeken en ook vinden, zal mij ook dat lukken.
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Kado zei: 'Omdat U, o Heer en Meester, het wilt, zij het zo in Uw naam! Om deze kwestie voor alle aanwezigen aanschouwelijker en duidelijker weer te geven, zal het nodig zijn om ook iets meer te vertellen over het gebied, waar dat wonderbaarlijke mij overkomen is, aangezien sommigen van de aanwezigen zich waarschijnlijk geen voorstelling kunnen maken van dit eiland, dat voor het grootste deel nog ons bezit is. En nu dus ter zake!
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ons voornaamste grondbezit op dit eiland bevindt zich in het zuidoosten. Het is een klein dorp, dat helemaal langs de zee gebouwd is, die daar een kleine inham heeft. Landinwaarts achter het dorp verheft zich een gebergte dat niet hoog of steil is, en dat voor het merendeel met wijnstokken en olijfbomen beplant is; aan de oostkant wordt het wat hoger, en waar het helemaal tot aan de zee reikt is het het hoogst en loopt dan tamelijk steil af naar de zee.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Op deze hoogte bevindt zich een oude en nog buitengewoon stevig gebouwde toren, die ook ons eigendom is; die hebben wij voor een deel veranderd in een heel aangename woning, en de onderaardse, zeer ruime kelders ervan tot een wijnkelder verbouwd.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Zo zaten wij heel vrolijk zo lang bij elkaar, tot de nacht zich met haar sterrengewaad helemaal over de zee en het land had uitgestrekt. De zee werd toen ook zo volkomen rustig, dat wij ver weg in haar rustige spiegel de sterren bijna net zo zuiver zagen stralen als ze aan het hoge en wijde firmament te zien waren. Omdat het nu wat koel begon te worden, ging mijn gezin het huis binnen; ikzelf bleef echter nog met een paar dienaren op het bordes en sprak met hen over allerlei zaken en bezigheden, die de volgende dag ons zou bieden.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Toen het genoemde wolkje het eiland helemaal bereikt had, verhief het zich plotseling tot op dezelfde hoogte als ons torenhuis. Op het moment dat het zich verhief was het echter hemelsbreed nog zo ver van ons torenhuis verwijderd, dat men een uur nodig gehad zou hebben om de plaats te bereiken waarboven het lichtende wolkje, dat nu rustig zwevend stilstond, zich bevond.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Een oude, trouwe dienaar van mijn huis, die heel vertrouwd was met de zee en de uiteenlopende verschijnselen daarvan, zei na lang nadenken: 'Daar schiet me iets te binnen! Een schipper uit Palestina, die hier aanlegde en wijn en zoet water in zijn schip laadde, heeft mij een jaar geleden verteld dat het nu in het rijk der joden leek alsof de oude god Zeus met alle andere goden de Olympus wilde verlaten en daar ergens zijn residentie wilde oprichten.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Toen mijn dienaar uitgesproken was, kregen wij moed en gingen naar buiten om ons wolkje te bekijken. Maar wij waren nog maar nauwelijks buiten, of het wolkje verhief zich en trok zich heel snel weer terug naar waar het vandaan gekomen was. Wij keken het wolkje net zo lang na, tot het in de verte helemaal uit onze ogen verdween. Daarop gingen wij nadenkend gestemd weer het huis binnen, aten welgemoed ons maal en begaven ons daarna spoedig te ruste.'
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Wij hadden nog maar nauwelijks de grote kamer bereikt, of het wolkje was al bij het torenhuis en verspreidde door zijn sterke straling een bijna daghelder licht in het hele huis, dat helemaal door het wolkje omhuld was. Wij waren met velen in huis, allemaal moedige en heel koelbloedige lieden, en toch durfde niemand naar buiten te gaan om te onderzoeken wat er toch aan de hand was met dat wonderlijke wolkje. Ja, nieuwsgierigheid en vooral mijn weetgierigheid spoorden ons aan om naar buiten te gaan en te onderzoeken hoe ver het wolkje zich over het huis uitgespreid had, maar toch konden wij onze vrees niet zover meester worden, dat wij onze nieuwsgierigheid en weetgierigheid hadden kunnen bevredigen.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Wie kunnen deze mensen anders zijn dan alleen de hoge goden?! De aardse mensen hebben in onze tijd ieder geloof in de goden verloren, en de aanzienlijken hebben zich al sinds lange tijd in de armen geworpen van verschillende filosofen en wijsgeren en ieder bestaan van de goden tot een inhoudsloze fabel gemaakt, die zelfs voor het gewone volk nauwelijks meer deugt; maar de hoge goden hebben zich nu waarschijnlijk weer eens opnieuw ontfermd over de blinde en ongelovige mensen en zijn nu in het nog meest gelovige rijk van de joden in mensengedaante naar de aarde afgedaald, om hun te tonen dat zij, de eeuwigen, blijven bestaan, ondanks het feit dat ze nu al door ontelbaar vele wijsgerige atheïsten volkomen geloochend worden. Heel veel Grieken en Romeinen reizen er nu heen en overtuigen zich nu zelf van deze wonderbaarlijke waarheid.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (Kado:) 'Toen wij de volgende dag weer beneden in het dorp kwamen om onze zaken en werkzaamheden te leiden en te ordenen, kwamen er ook al drie grote schepen aan in onze haven, om hier zoals gewoonlijk wijn en zoet water in te nemen. Ze kwamen van Sicilië en informeerden nadrukkelijk met wat voor lichtstof wij onze toren een tijdlang verlicht hadden. Zij hadden nog nooit zo'n wit licht gezien; ze waren op dat moment nog enkele uren varen van de haven verwijderd geweest, en hun schepen waren toch zo goed verlicht geweest, dat zij aan boord alles bijna zo goed als bij daglicht hadden kunnen onderscheiden.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ook de bewoners van het dorp vroegen ons nu hier, dan daar, wat dat voor een licht geweest was. En mijn oude, trouwe dienaar, die zich nu hier in het huis van mijn vader bevindt omdat ik hem op al mijn reizen meegenomen heb, deed weer zijn mond open en vertelde de vragers de toedracht geheel volgens de waarheid en voegde er tenslotte ook weer zijn mening aan toe; en allen die naar hem luisterden prezen zijn opvatting.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Op die dag begaf ik mij met mijn personeel iets eerder naar boven naar ons torenhuis, in de eerste plaats omdat onze zaken en werkzaamheden voorspoedig verliepen en wij eerder klaar waren dan anders, en ten tweede, eerlijk gezegd, om ook deze avond weer te kijken of er zich wellicht weer zo'n wolkje uit het oosten zou laten zien. Mijn vrouwen ook mijn kinderen verheugden zich er erg op.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De zee werd tegen de avond ook steeds onrustiger, en als men zijn blik in de verte richtte, kon men ook heel goed zien dat de zee heel hoge golven maakte, en daarom kon men ook geen enkel schip meer op het water ontdekken; want de schippers hadden waarschijnlijk overdag al tekens opgemerkt die erop wezen dat de zee gedurende de nacht heel hoog zou gaan en daarom hadden ze ook al vroegtijdig geprobeerd een of andere rustige inham te bereiken.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442  ...