Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 430 van 1110

...  418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443  ...
[1] Pas na een poos diep nadenken zei de schriftgeleerde: 'Heer en Meester, ik heb Uw woorden nu zo goed mogelijk bij mijzelf overwogen en ben tot de conclusie gekomen, dat U volgens de principes van het zuivere menselijke verstand helemaal gelijk hebt, en volgens datgene wat U zonder enige twijfel bent, ook gelijk moet hebben; maar aangezien in U de eeuwige geest van Jehova woont, Uw hart Zijn troon is en Hij vanuit U spreekt en door Zijn almachtige wil handelt en de hele schepping in stand houdt en regeert, begrijp ik niet hoe Hij eens aan Mozes op de Sinaï de heiliging van de sabbat heeft opgedragen, heel streng door een eigen wet met daaraan toegevoegd de manier waarop de sabbat geheiligd moet worden? Hij, als Een en Dezelfde, zou destijds toch ook zo hebben kunnen spreken als U nu helder en wijs in ons bijzijn gesproken hebt, dan zou men nooit tot een werkeloze en ceremoniële heiliging van de sabbat zijn vervallen! Ja, het is zelfs bekend dat joden, die de sabbat door slaafse arbeid ontheiligd hebben, onmiskenbaar door God getuchtigd zijn! Waarom heeft God bij monde van Mozes dan alleen maar bevolen de sabbat te heiligen, en waarom heeft Hij dat niet zo aangegeven als U nu gedaan hebt? God is toch eeuwig onveranderlijk in Zijn raadsbesluiten en kan Zijn woorden niet veranderen!'
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Als de wet van Mozes en zijn geschriften jullie zo heilig zijn, waarom hebben jullie dan later het zesde en zevende boek van Mozes en het zuiver profetische aanhangsel als onecht verworpen en het vervangen door een ander werk, dat van mensen afkomstig is?
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Is de oude ark des verbonds niet een heiligdom van alle joden geweest? Maar toen reeds dertig jaar geleden vanwege jullie boze daden de kolom van rook en vuur verdween en de ark daar in het allerheiligste stond, verlaten door haar kracht, hebben jullie die in een kamertje opgeborgen en in de plaats daarvan een andere neergezet, waarin vanwege de vreemdelingen een natuurlijk vuur brandde en waaruit ook natuurlijke rook opsteeg. Waarom hebben jullie dat gedaan? Heeft Mozes daar misschien ook een wet voor gegeven waarin staat dat jullie zoiets mogen doen?
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar als jullie weten dat de profeten met de nieuwe ark des verbonds Mij bedoeld hebben, -waarom verkondigen jullie dat dan niet aan het volk en waarom vereren jullie in plaats van Mij het onbeduidende en dode werk van jullie handen?
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Jullie beroepen je voortdurend op Mozes en de profeten; maar als Ik jullie nu de juiste en enig ware betekenis en diepere geestelijke inhoud van de Schrift toon, hoe komt het dan dat juist jullie tempeldienaren in werkelijkheid de grootste loochenaars van God, Mozes en alle profeten zijn?
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Mozes heeft om heel wijze redenen het door God aan hem geopenbaarde woord, en met name de inwendige levende betekenis en geest ervan, in overeenkomstige beelden verhuld, en wat hij jullie onthuld heeft, dat hebben jullie verworpen. Nu ben Ikzelf gekomen en onthul voor jullie het verborgene; waarom geloven jullie het nu niet en proberen jullie Mij alleen maar te vangen met hetgeen jullie zelf nog nooit geloofd en al helemaal nooit begrepen hebben?'
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Zie, sinds de eerste tijden van de mensen is het gebruikelijk geweest om de week in zeven dagen te verdelen; deze indeling leiden de mensen langs natuurlijke weg af van de maankwartieren en langs bovennatuurlijke weg, die hun geopenbaard werd, van de zeven geesten in God, waarvan jullie ook iets gehoord, maar nog nooit ook maar één woordje begrepen hebben.
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar U, o Heer, bent machtig; doe volgens Uw genade, liefde en wijsheid wat U welgevallig is! Maar al blijven wij in de tempel, wij zullen werkelijk in geen enkele vergadering meer een woord ten nadele van U spreken, maar wel bij gelegenheid aan de hogepriesters tonen hoe het met deze zaak zit. Maar als U ons speciaal zou willen aangeven wat wij moeten doen, dan zullen wij dat ook doen om in genade door U aangenomen te worden. Heer en Meester, wat is Uw wil met ons en ten aanzien van ons?'
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'Ik heb jullie nu toch al enkele dingen gezegd waardoor jullie verstand Mijn wil wel onderkend zal hebben! Handel daarnaar, dan zullen ook jullie het leven ontvangen! De tempel zal jullie niet verhinderen om in je hart in Mij te geloven en naar Mijn wil te handelen en, waar dat nodig is, Mij ook te bekennen tegenover de wereld; want Ik zeg jullie ook: wie Mij tegenover de wereld zal bekennen, die zal Ik ook bekennen tegenover Mijn Vader in de hemel. -En nu kunnen jullie weer naar Jeruzalem reizen; maar wanneer de tempeldienaren jullie naar Mij zullen vragen, zeg dan niets over Mij! Mijn zegen met jullie! Amen.'
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zei: 'Ga dan maar eens kijken in de vijver die zich, in een grote steen uitgehouwen, in jullie keuken onder de aldoor stromende bron bevindt, dan zul je daar zoveel vissen vinden dat het voldoende is voor vandaag en morgen!'
Hoofdstuk 93: De lievelingsspijs van de Heer (13.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar Ik zei tegen Martha: 'O, verbaas je daar maar niet al te zeer over, want Ik heb voor jullie ogen immers al vele tekenen gedaan; ga nu maar een goed avondmaal voor ons bereiden!'
Hoofdstuk 93: De lievelingsspijs van de Heer (13.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Nou, nou, Mijn beste vriend Marcus, kijk: over ongeveer duizend jaar zullen zelfs de kinderen van dergelijke verschijnselen, die jullie nu nog heel wonderbaarlijk voorkomen, geheel juiste voorstellingen hebben!
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Van de zeven geesten nu is het de zevende, die als het ware met terugwerkende kracht alle zes voorafgaande door en door zuivert en verzacht, en deze zevende geest heet daadwerkelijke erbarming. En kijk, ook om die reden heeft God bij monde van Mozes de zevende dag tot sabbat bestemd, zodat jullie je op die dag van de slaafse arbeid voor jullie eigen buik zouden onthouden en bij de samenkomst voor de tent, waarin de ark stond, naar jullie arme broeders en zusters, weduwen en wezen zouden omzien en je metterdaad over hen zouden ontfermen; want dat houden immers de hele wet van Mozes en alle profeten in, namelijk dat jullie in volkomen geloof in God en in liefde tot Hem aan jullie arme naasten de werken van de echte barmhartigheid zullen doen, en dat is ook de enige ware en Mij welgevallige godsdienst!
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Denken jullie nu echt dat het wil zeggen God eer te bewijzen, als iemand een hele dag ten eerste in volkomen ledigheid en vervolgens of in de tempel in Jeruzalem of elders in een synagoge in een andere plaats of in zijn huis doorbrengt, verscheidene malen de tien geboden en enkele psalmen van David en nog andere dingen uit de Schrift zonder gevoel, zonder er bij te denken dus hersenloos zelf prevelt en blèrt ofwel ze door een priester laat voorprevelen en voorbIeren, aan wie hij een offer geeft omdat hij gelooft dat het geprevel en geblèr uit de mond van een priester krachtiger en God meer welgevallig is dan dat van hem zelf! O jullie waanzinnigen! Denk toch eens na, of het mogelijk is dat de alwijze God in zulke dwaasheden en zotternijen, die alleen door jullie en nooit door Mozes of door de profeten zijn bedacht en die jullie zelfs tot een wet hebben verheven, ooit behagen kon scheppen en of Hij, die eeuwig onveranderlijk Dezelfde is, daar nu welgevallen in kan hebben of dat ooit zal hebben!
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Kijk, dat is een echt gebed tot God, als het door iemand in zijn hart innig, waarachtig en in volle ernst wordt uitgesproken! Maar ook dit gebed heeft geen waarde ook al wordt het duizend keer door iemand met de mond uitgesproken, maar het moet innig, waarachtig en vol ernstige wil in het hart uitgesproken worden, en de mens moet ook door zijn daden tonen wat de woorden van zijn hart zeggen, anders is al dat bidden een gruwel in Gods ogen; want de eeuwig levende God, die de liefde, wijsheid, kracht en macht zelf is, laat Zich niet eren door loze en dode woorden van de lippen en zinloze offers en ceremoniën, maar alleen door werken volgens Zijn wil. Maar die kan en moet ieder mens iedere dag beoefenen en niet alleen op de sabbat; als de mens dat doet, dan maakt hij iedere dag tot een ware sabbat en hoeft hij niet te wachten op de zevende dag van de week, die als dag voor Mij niet meer waarde heeft dan een andere. Kijk, dat is nu Mijn mening! En jij, schriftgeleerde tempeldienaar, kunt Mij nu van repliek dienen als je daar reden toe ziet.'
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443  ...