Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 431 van 1490

...  419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444  ...
[17] Rafaël zei: 'Kijk dan! Daar op de bank naast de deur, stevig in een doek geknoopt, liggen de kleren van deze arme jodin, ze zijn helemaal ingelost; laat zij ze bekijken en jullie zeggen of het niet de haar welbekende kleren zijn!'
Hoofdstuk 24: Rafaël kleedt de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Maar omdat haar moeder nog armzaliger gekleed was dan zijzelf, zei zij tegen Rafaël ( de jodin) : 'Luister, m'n meer dan wonderbaarlijke, jonge vriend, ik vraag je niet hoe je mij zo totaal onverwacht deze kleren kon bezorgen, die wel voor één vrouw volkomen toereikend zijn, maar niet voor mij en mijn moeder! Daarom geef ik ze aan haar, dan kan zij zich helemaal kleden; ik zal dan de kleren nemen die zij nu draagt, die zijn voldoende om de naaktheid van mijn lichaam zo lang te bedekken tot ik, door de goedheid van deze met wereldse macht beklede Romein, betere kleding krijg. Laat mij dus met mijn moeder in een lege kamer waar wij ons kunnen omkleden!
Hoofdstuk 24: Rafaël kleedt de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Maar vooraf vraag ik jou, werkelijk onbegrijpelijk wonderbaarlijk machtige jongeman, of deze kledingstukken, die toch wel kostbaar zijn, nu wel als rein beschouwd kunnen worden, want zij bevonden zich in handen van een heiden, die voor ons joden onrein zijn. Ik zou mijn moeder liever helemaal geen betere kleding willen geven als zij daardoor ook maar een dag onrein zou kunnen worden.'
Hoofdstuk 24: Rafaël kleedt de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wel, m'n arme, lieve dochter, Ik zou je dit echt niet hebben gezegd, als Ik niet wist dat je in alle opzichten, uitzonderlijk goed bent opgevoed. Maar Ik zegje dat Ik mensen die soms aan hun eigen mening vasthouden, liever heb dan hen die al gauw na enkele aanwijzingen en bewijzen zo snel als een rietstengel in de storm meebuigen en zich aan deze rechter ( de storm) onderwerpen, wat duidelijk bewijst dat zij niet veel eigen kracht bezitten. Wanneer iemand echter zelf geen kracht bezit en met zijn verstand geen goed oordeel kan vellen, is hij voor het rijk van God net zo min geschikt als degene die een akker ploegt en daarbij voortdurend achteromkijkt.
Hoofdstuk 25: De jonge jodin vermoedt wie de Heer is - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Weten we dan niet dat de profeet Elia nog eerder zal komen dan de grote Messias?! En - zoals u, moeder, wel weet - vergis ik mij nu eenmaal niet zo gemakkelijk en daarom zeg ik dat deze buitengewoon verheven man de opnieuw gezonden Elia is en deze meer dan mooie jongen zijn leerling Elisa. Maar van nu af aan zullen we waarschijnlijk niet lang meer op de grote Messias hoeven te wachten!
Hoofdstuk 26: De uitvlucht van de jodin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Dat is nu mijn mening en omdat deze verder zo wijze man die wonderen doet, denkt dat ik in mijn geloof een rietstengel ben, wil ik zijn mening nu met de grootste stelligheid weerleggen. Zoals het in de wereld niet alles goud is wat er blinkt, zal ik hier ook aantonen dat ook niet alles zwak is, wat er als zodanig uitziet.
Hoofdstuk 26: De uitvlucht van de jodin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Er is maar één God, maar er kunnen veel profeten zijn, en ik reken deze verheven man nu ook heel duidelijk onder hen. Daarom geloof ik nu dat ik u en deze overigens verheven man op zijn vraag aan mij toch zeker het beste antwoord heb gegeven. Zijn opmerking tegen mij over de God van Abraham, Isaak en Jacob was heel goed en ik voelde mij daardoor zeer aangesproken en ik ben hem voor deze les en voor alle andere weldaden die hij ons heeft bewezen in hoge mate dank verschuldigd; maar of hij de beloofde Messias is, dat is nog lang niet aan de orde! O, ik ben allesbehalve een zwakke rietstengel!'
Hoofdstuk 26: De uitvlucht van de jodin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar haar moeder, die minder aangedaan was, wilde haar snel uit de verlegenheid helpen en ze zei tegen haar (de moeder): 'Waarom sta je nu zo angstig en verlegen na te denken over wat je zult zeggen? Is er dan iemand die de oude God van Abraham, Isaak en Jacob ooit heeft gezien? Niemand weet iets anders over Hem dan wat hij uit de Schriften, die puur door mensen zijn geschreven, over Hem heeft gelezen of wat hij de priesters over Hem heeft horen zeggen. Maar de priesters, die de oude God het beste kennen en die in alles Zijn geboden het ijverigst zouden moeten opvolgen, doen juist het tegendeel en geven door hun doen en laten voor ieder weldenkend mens het bewijs, dat de oude God van de joden evenmin echt bestaat als alle goden van de heidenen, die ook nooit door een mens uit onze tijd zijn gezien. Maar deze God zien we, wij horen Zijn wijze woorden en bewonderen Zijn buitengewone daden, die slechts een almachtige God mogelijk zijn. Wat houdt ons er dan nog verder vanaf om Hem als de enig ware God te erkennen en Hem alleen de eer te geven?!'
Hoofdstuk 26: De uitvlucht van de jodin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De dochter zei: 'Ik ben niet weerbarstig en al helemaal niet ijdel, maar ik richt mij naar hetgeen deze verheven man en grote meester ons leert en ik ben hem van ganser harte dankbaar voor de overgrote weldaden die hij ons heeft bewezen. Wat kan ik en wat kunnen wij allen nog meer doen? Maar ik wil ook niet onwillig zijn om deze verheven meester als een ware Messias en Heiland van de mensen te beschouwen, want dat was immers in zekere zin iedere grote en onder bepaalde omstandigheden ook iedere kleine profeet, omdat hij de mensen die in de algehele nacht van het leve? verzonken waren, weer het licht der levenswaarheden bracht en hen Uit het slijk der zinnelijkheid weer naar een zuiverder geestelijk en waarachtig leven verhief. En dat doet, zoals ik dat nu heel goed bemerk, ook deze man, die vol heerlijkheid en vol waarachtig goddelijke kracht en macht is en daarom is hij dan ook beslist een ware Messias voor de mensen die zich door hem laten onderwijzen.
Hoofdstuk 26: De uitvlucht van de jodin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] de moeder zei: 'Lieve dochter, ik zou je nog veel meer liefhebben als je maar niet zo ontzettend bijdehand was! De oude rabbi heeft twee jaar lang je hoofd volgepropt met al het mogelijke wat een mens op deze wereld maar aan kennis kan bezitten en jij weet al meteen alles beter dan wij, je ouders, en daardoor ben je soms volkomen onuitstaanbaar geworden, en ik merk nu dat deze grote meester ook al bijna genoeg van je heeft! Daarom lijkt het me nu raadzaam om hem om vergeving te vragen en dan naar onze plaatsen terug te gaan!'
Hoofdstuk 26: De uitvlucht van de jodin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Op die dag zal men zeggen: 'Zie, Hij is onze God, die wij verwachtten om ons te bevrijden! Deze is Jehova, die wij verwachtten Laat ons jubelen en ons verheugen in Zijn heil!' (Jes. 25,9)
Hoofdstuk 27: De verwijzing van de Heer naar Messiaanse voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Kijk, Helias, zo verkondigden de profeten Mij in de oude en zelfs in deze laatste tijd! En de doper en prediker Johannes was met name de stem van de roepende in de woestijn, die de wegen enigszins voor Mij effende en over Mij zei: 'Zie, daar komt het Gods lam, dat de zonden van deze wereld wegneemt!'
Hoofdstuk 27: De verwijzing van de Heer naar Messiaanse voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Niets dan naar Mijn onderwijzingen luisteren, deze bewaren en ernaar leven, God boven alles liefhebben en je naaste als jezelf, dan heb Je daardoor alle zeven geesten van God in je gewekt en daardoor het eeuwige leven verkregen, zoals Ik daarnet heb uitgelegd. Ben je daarmee tevreden?'
Hoofdstuk 28: Uitleg van de eerste drie geboden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Helias zei: 'O Heer, o Jehova, wie zou daar niet tevreden mee zijn en wie zou Uw leer en Uw meest liefdevolle geboden niet opvolgen?! Alleen is het hier nog de vraag of U, o Heer, nu door deze twee geboden van de liefde niet de tien geboden en de profeten opheft, omdat U heeft gezegd dat deze twee geboden de hele wet van Mozes en alle profeten bevatten.'
Hoofdstuk 28: Uitleg van de eerste drie geboden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'M'n lieve Helias, hoe kun je dat nu vragen! Als de wet van Mozes en alle profeten in de twee geboden der liefde besloten liggen, hoe zouden ze dan ooit kunnen zijn opgeheven? Kijk, precies zoals de zevende geest, die jullie goed is uitgelegd, in de mens de zes voorafgaande geesten doordringt en vervult en deze daardoor allemaal in zich opneemt, vervult ook de ware liefde tot God en tot de naaste alle voorafgaande wetten van Mozes en alle voorschriften en vermaningen van de profeten!
Hoofdstuk 28: Uitleg van de eerste drie geboden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444  ...