17481 resultaten - Pagina 433 van 1166
... 421 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 ...
[6] Want een doffe, zeer beperkte intelligentie met een vonkje van Mijn nadrukkelijke wil, volgens welke ze actief moet zijn, is immers iets heel anders dan een in alle opzichten geheelonbegrensd innerlijk bewust worden, verbonden met een lichtend denkvermogen, een helder verstand en bovendien met de volkomen onbegrensde vrije wil, waaraan Ik nooit Mijn geboden en Mijn vaderlijke raad heb gegeven met een 'gij moet', maar altijd met het vrije 'gij zult'! Want alle geboden die Ik de mensen heb gegeven, waren in feite nooit wetten, maar slechts adviezen, die Mijn eeuwige liefde en wijsheid aan de vrije mensen gaf Van deze adviezen hebben dan de mensen, in de overtuiging Mij daardoor een des te grotere eer te bewijzen, strikt op te volgen wetten gemaakt en het niet houden daarvan gesanctioneerd met tijdelijke en eeuwige straffen.Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarom moet jullie zorg bij het verder verbreiden van Mijn geboden er vooral op gericht zijn, dat jullie daarmee geen nieuw en zwaar te dragen juk op de schouders van de mensen leggen, maar dat jullie hen van het oude juk bevrijden!
Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Daarom zullen zij dan ook aan gene zijde in de hel, waarvan ze hier ijverige dienaren waren, zeker de voornaamste plaatsen innemen onder de meest onverbiddelijke dwingende wetten; want in Mijn hemelen heerst alleen de hoogste vrijheid, maar daardoor ook de hoogste eendracht, bewerkstelligd door de zuivere liefde en de grootste wijsheid.
Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik heb jullie dat nu getrouwen openlijk uiteengezet en duidelijk verklaard, en jullie weten nu dan ook in vrijheid en zonder ook maar enige innerlijke dwang, waar jullie als verbreiders van Mijn evangelie rekening mee moeten houden. Maar als er iemand van jullie of van jullie leerlingen anders zal willen handelen, dan wordt hij weliswaar gewaarschuwd, maar er zal hem door Mij daarom geen innerlijke dwang worden opgelegd. Maar aan de rotte en slechte vruchten zullen de betere mensen al spoedig merken, wat voor mentaliteit zo'n latere leerling heeft.
Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maar omdat Ik jullie dit nu meedeel, moeten jullie niet denken dat ik daarmee de door Mozes gegeven wet ophef; want het is immers geheel en al dezelfde, die Ik jullie in zijn oorspronkelijke zuiverheid teruggeef. Alleen het oude, verroeste 'moeten' hef Ik op en Ik geef jullie de oude volledige vrijheid terug; en het werk o m jullie zielen te verlossen van het harde juk van het gericht en van de eigenlijke satan, de jullie reeds bekende vorst van de nacht en de duisternis, houdt hoofdzakelijk in, dat jullie van nu af aan niet meer onder enige dwingende wet uit Mijn naam zullen staan.
Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Zoals Ik nu aan jullie allen de volle vrijheid vanuit Mijzelf terug geef, moeten jullie datzelfde in Mijn naam ook aan jullie broeders doen! Doop hen in naam van Mijn eeuwige liefde, die de Vader is; in naam van het woord, dat de vleesgeworden Zoon van de Vader is, en in naam van Zijn Geest van waarheid, en wis daardoor in hen het oude erfelijke kwaad uit, dat bestaat uit het jullie nu welbekende en verwenste 'moeten' van de wet! -En nu vraag Ik jullie, of jullie allen dat begrepen hebben.'
Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ja, enkelen zoals ik en zeker nog wel verscheidene anderen, zullen dat allemaal met de grootste vreugde aannemen; maar zodra zich in het zuivere licht van de Geest groepen en gemeenschappen gaan vormen, zullen de priesters bij de keizer aankloppen en net zolang druk op hem uitoefenen, tot hij zelfs het zwaard zal moeten trekken tegen zulke gemeenschappen. Dan zal de oude dwingende wet pas echt met ijzeren klemmen en ketenen om de arme volkeren geslagen worden. Wee degene die het dan nog zal wagen om deze leer van U onder de mensen te verbreiden!
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Vraag: hoe zal men dan te werk moeten gaan, om ten eerste de ouders te laten zien en duidelijk te maken, hoe zij hun kinderen van huis uit op moeten voeden? En als het mogelijk zou zijn dat men wat dit betreft een gunstig resultaat bereikt heeft -hoe moet men daarna te werk gaan om de openbare volksscholen zodanig in te richten, dat er voor de mensen een waar zieleheil volgens Uw leer uit zal groeien? Heer en Meester, hoe onbeschrijfelijk goed en waar Uw raadgevingen op zichzelf ook zijn en door de levende en wellicht algemene toepassing nog meer zouden zijn, zo onmogelijk lijkt het bijna dat de mensen langs geheel natuurlijke weg zich overal daartoe zouden bekeren. Daar zal Uw almacht toch wel voor een groot deel heel duidelijk aan mee moeten werken, anders zal er met de mensheid, zoals het daar nu mee gesteld is, tot aan het einde der tijden niet veel te beginnen zijn.
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik ben wel geen profeet, maar als tamelijk oude staatsman heb ik veel ervaring opgedaan, ken ik het staatsapparaat en de volkeren, en kan derhalve ook min of meer voorspellen, hoe deze zaak langs de natuurlijk menselijke weg van mondelinge uitwisseling opgenomen zal worden en welk uitwerking dat zal hebben.
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Want zoals zelfs de aardse dag niet in één keer aanbreekt, maar langzamerhand, van het eerste, nauwelijks merkbare ochtendgloren tot aan de volle zonsopgang, via talrijke fasen van toenemend licht, zo gaat het ook met het aanbreken van de geestelijke dag bij de mensen op deze aarde. Want als Ik het voor alle mensen in één keer plotseling volledig geestelijk dag liet worden, dan zouden zij, zolang ze hun zware lichaam nog moeten dragen, traag worden en zich niet veel meer bezighouden met zoeken en onderzoeken. Zij zouden zich wel aan de geboden houden en volgens de helder in hen stralende waarheid handelen, maar meer op een mechanische dan op een volledig levende manier; wanneer de mensen van niveau naar niveau, door hun eigen zoeken, onderzoeken en handelen de geestelijke dag in zichzelf zien ontstaan en, omdat zij daar grote vreugde aan hebben, ook hun broeders die nog in hun eigen nacht leven, onderrichten en hen aansporen en aanmoedigen om de eigen innerlijke geestelijke dag te zoeken -dan is dat zeker beter, dan wanneer ieder mens zonder eigen toedoen en handt en door Mijn almacht direct in de volheid van de innerlijke geestelijke dag geplaatst zou worden.
Hoofdstuk 22: Het verloop van de geestelijke ontwikkeling (31.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Want door het zuivere woord ondergaat de ziel geen dwang, maar blijft volledig vrij in haar erkennen en handelen, terwijl tekenen die voorafgaan aan de leer, de zielonmiskenbaar een geloofsdwang opleggen en derhalve niets beter zijn dan het 'moeten' van de wet.
Hoofdstuk 22: Het verloop van de geestelijke ontwikkeling (31.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu kwam de in Emmaüs wonende Romein Agrippa met zijn metgezel Laius naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester! U hebt ons nu werkelijk grote en heerlijke dingen meegedeeld, en het is alsof ons daarmee een zware steen van het hart is gevallen; maar één ding, dat onze vriend Agricola ook vermeld heeft als een grote hindernis bij het verbreiden van Uw leer, heeft U nog niet speciaal aangeroerd, en dat is het overwinnen van het uitermate hardnekkige heidense priesterdom, dat erg moeilijk zal zijn.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar het aantal geheel zuiveren zal ten opzichte van het aantal onzuiveren steeds maar klein zijn; en zie, dat kan Ik niet voorkomen tenzij Ik door Mijn machtswoord alle vrije mensen tot dierlijke machines maak -en jullie zullen dat over het algemeen nog veel minder kunnen!
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Als Ik dat bij de mensen door Mijn almachtige wil had willen voorkomen, was het voor Mij niet nodig geweest om Mij ooit in het vlees van deze aarde te begeven; want alle andere schepselen had Ik ook eeuwig vanuit Mijn hemelen door Mijn almachtige wil kunnen leiden en regeren, zoals Ik dat ook nu doe en jullie om die reden bij alle schepselen beslist geen verandering, hoe gering ook, kunnen bespeuren. Want het is waarlijk niet omwille van de stenen, de planten en de dieren dat Ik nu Zelf als lichamelijk mens op deze aarde ben gekomen, maar alleen omwille van de mens, die in zijn wil en inzicht volledig vrij is! En dan kan Ikzelf hem geen goddelijk 'moeten', maar alleen de volledige goddelijke vrijheid geven als een waar evangelie uit de hemelen, en de mens daar vrij naar laten kiezen en handelen.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Waar en wanneer jullie zo'n gemeente hebben bekeerd en gedoopt en in Mijn naam hebben bevestigd, stel daar dan de best onderrichte en meest trouwe medeburger uit haar midden aan als een welwillende hoeder en opzichter over de gemeente. Schenk hem in het bijzonder de gaven van de Heilige Geest, opdat hij een ware weldoener voor de hem toevertrouwde gemeente kan zijn. Maar leg ook hem geen dwingende wet op -iets waar ook hij tegenover de leden van de gemeente voor moet waken, met uitzondering van de kinderen, waarvoor Ik jullie al een aanwijzing heb gegeven.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)