17481 resultaten - Pagina 434 van 1166
... 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 ...
[15] Maar hoewel een dergelijke hoeder door jullie in Mijn naam aangesteld wordt, moet hij daarom toch geen aards aanzien genieten, maar hij moet net als jullie een deemoedige en zeer eenvoudige dienaar zijn van de aan hem toevertrouwde broeders en zusters, en moet zich door hen niet laten eren of zich zelfs voor zijn diensten laten belonen; want wat hij om niet ontvangen heeft, moet hij in alle liefde om niet terug geven aan zijn broeders en zusters, die in een of ander opzicht minder begaafd zijn.Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Er kwam nu een Farizeeër naar Mij toe en die zei: 'Heer en Meester! In Uw betoog hebt U tegen ons gezegd dat Uw leerlingen die Uw ware levensleer zullen verbreiden, door het opleggen van hun handen degenen zullen dopen die Uw leer daadwerkelijk hebben aangenomen, dat wil zeggen hen sterken in de naam van de Vader, die de Liefde is, in de naam van het Woord, dat de Zoon ofwel de wijsheid van de Vader is, en in de naam van de Heilige Geest, die de alles vermogende wil van de Vader en van de Zoon is.
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Dat zou mettertijd, misschien na enkele eeuwen, ook weer het geval kunnen zijn, wanneer dommere en meer verblinde mensen zich drie goden zouden gaan voorstellen enkel op grond van de bij de doop gehoorde benamingen voor de allerhoogste begrippen. Het zou dan ook zeker niet lang meer duren, voordat men die drie aldus voorgestelde goden bijzonder zou gaan vereren in speciaal voor hen gebouwde tempels. Als dat echter gebeurt, zal het niet lang meer duren voordat de mensen ook Uw leerlingen, die zij van naam hebben leren kennen, en ook hun opvolgers op dezelfde wijze zullen gaan vereren en in voor hen gebouwde tempels gaan aanbidden. Naar mijn mening zou dat het gemakkelijkst en blijvend voorkomen kunnen worden, wanneer men God slechts onder één naam aan de mensen bekend zou maken. -Wat zegt U daarvan?'
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Luister dus weer goed naar wat jullie nu uit Mijn mond zullen vernemen, om het geheel volkomen waarheidsgetrouw volledig te maken!
Hoofdstuk 25: De activiteiten van de drie lichamen van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Een tweede volmaakte God met de volste oneindige Heerlijkheid is zodoende evenmin denkbaar als een tweede oneindige ruimte, en zo kunnen jullie nu dus duidelijk zien dat Ik, die nu net als jullie ook als een mensenzoon in het vlees leef, geen tweede, maar slechts één en dezelfde God ben, die Ik vóór alle schepselen van eeuwigheid was en ook in alle eeuwigheid zal blijven. Ik kan dus niets in strijd met Mijn eeuwige Heerlijkheid doen, maar ten behoeve daarvan alles.
Hoofdstuk 26: Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Als Ik buiten Mij nog twee Goden zou scheppen, zoals bijvoorbeeld de Zoon en de Heilige Geest, zodat beide individueel van Mij onderscheiden zouden zijn, dan zouden die onvermijdelijk aanspraak moeten maken op al Mijn onbeperkte macht, zonder welke geen God denkbaar is, evenmin als men zich een tweede of zelfs derde oneindige ruimte kan voorstellen die op een bepaalde manier is opgedeeld en waarvan de delen onderling beperkt zijn. Als dat echter wel denkbaar zou zijn, hoe zou het dan gesteld zijn met Gods soevereiniteit, waarvan er toch maar één kan zijn?
Hoofdstuk 26: Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wanneer volgens de boeken van de profeten, die de mensen door hun grove, door henzelf veroorzaakte onverstand niet begrijpen, de Vader de Zoon met alle macht en heerschappij in de hemel en op alle aarden en werelden bekleedt en Hem de Heilige Geest als medewerker heeft gegeven om de nieuwe leer uit de hemelen, die jullie nu gegeven is, te heiligen en te bewaken, waarover alleen de Zoon, die Ik ben, de leiding heeft, zoals over alle andere dingen, dan vraag Ik jullie: wat voor God denken jullie dan dat de Vader is? Kunnen jullie eigenlijk nog wel een God in Hem zien?
Hoofdstuk 26: Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik ben, zoals Ik nu bij jullie ben als een mens in het vlees, de Zoon en ben nooit door iemand anders dan alleen door Mijzelf verwekt en ben derhalve Mijn hoogst eigen Vader van eeuwigheid. Waar zou de Vader anders kunnen zijn dan in de Zoon, en waar de Zoon anders dan in de Vader, dus slechts één God en Vader in één persoon?
Hoofdstuk 27: De Heer als Zoon (10.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Dit lichaam van Mij is daarom de verheerlijkte gestalte van de Vader ten behoeve van de mensen en engelen, opdat Ik een begrijpelijke en zichtbare God voor hen ben, en jullie kunnen Mij nu zien, naar Mij luisteren en met Mij spreken en daarbij toch in leven blijven! Want voorheen was het zo, dat niemand God kon zien en in leven kon blijven. Ik ben nu in alle opzichten God. In Mij is de Vader , en de kracht die overeenkomstig Mijn liefde, wijsheid en almachtige wil van Mij uitgaat en de eeuwig eindeloze ruimte allerwegen vervult en ook overal werkzaam is, is de Heilige Geest.
Hoofdstuk 27: De Heer als Zoon (10.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Zoals jullie Mij nu als Godmens bij jullie zien, ben Ik met Mijn hele oercentraal wezen beslist volkomen en ongedeeld in jullie midden, hier in deze eetzaal op de Olijfberg, en bevind Mij dus als hoogst ware God en Mens tegelijk nergens anders, niet op deze aarde en nog minder op een andere; maar door de van Mij uitgaande kracht, die de Heilige Geest is, vervul Ik toch alle hemelen en de aards materiële en eindeloze ruimte met Mijn werkzaamheid. Ik zie daarin alles, van het grootste tot het kleinste, ken alles, weet alles, bepaal alles en schep, leid en regeer alles.
Hoofdstuk 27: De Heer als Zoon (10.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Het is weliswaar de wens van Mijn liefde dat alle mensen van deze aarde de lichte weg van de waarheid zullen betreden en zo het eeuwige leven tegemoet zullen gaan; maar omdat Ik, om redenen die Ik jullie al genoemd heb, Mijn almacht volledig moet terugtrekken, is ieder mens volkomen vrij en kan hij uiteindelijk geloven en doen wat hij zelf wil.
Hoofdstuk 27: De Heer als Zoon (10.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Dat het inderdaad zo is, bewijzen jullie door jullie voortdurende vragen, en daardoor erkennen jullie openlijk dat geloof alleen op grond van gezag de ziel veel te weinig licht biedt, en het gebrek daaraan wordt in jullie pas door Mijn verklaringen opgeheven. Zoals jullie nu naast alle tekenen en leringen die Ik gegeven heb nog steeds duidelijke verklaringen verlangen die ook heilzaam voor jullie zijn, zo zullen jullie leerlingen dat ook van jullie verlangen, en jullie moeten daar niet zuinig mee zijn als jullie het optreden van de valse profeten optimaal willen tegengaan!
Hoofdstuk 27: De Heer als Zoon (10.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daarop zei Lazarus: 'Heer en Meester, ik heb nog wel een paar van die donkere hoeken in mij; als U zo genadig wilt zijn om die te verlichten, zou dat een grote lafenis voor mijn ziel zijn!'
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarop zegt Lazarus verder: 'Heer en Meester! Na wat U ons uitgelegd hebt over de grote sferen en hemellichamen, over de hulsgloben en over de Grote Scheppingsmens, is het wat de huiveringwekkend eindeloze grootheid van de eeuwig onbegrensde ruimte betreft heel licht in mij geworden; maar al gauw daarna heb ik een heel grote duistere kloof ontdekt, waar zelfs mijn stoutmoedigste gedachte niet overheen durft te vliegen!
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Iets dergelijks hebben jullie door Mij en met Mijn instemming ook door Rafaël zien doen, toen stenen plotseling in hun oorspronkelijke ether veranderd werden, of deze ether tot een vaste steen werd, waarvan de zuil langs de weg naar Emmaüs jullie een zeer tastbaar voorbeeld geeft.
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)