Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 435 van 1490

...  423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448  ...
[4] Toen Ik dat gezegd had, haastten allen zich met het nuttigen van het avondmaal, want na deze woorden waren alle aanwezigen toch wel erg benieuwd naar wat er zich allemaal nog zou afspelen.
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Want ik moet juist in mijn werkkring van hoog staatsambtenaar voornamelijk toezicht houden op het hele priesterdom in het grote Romeinse keizerrijk en heb mij bij die gelegenheid ook de exacte kennis eigen gemaakt van alle godsdiensten die in het hele rijk voorkomen, wat reeds blijkt uit het feit dat ik mij ook in de joodse leer heel nauwgezet heb laten onderrichten. Iemand zoals ik, voor wie alle geheimen ontsluierd moeten worden, heeft dan ook al heel veel op deze aarde leren kennen, en hier en daar oude en ook jonge mensen met heel speciale talenten en gaven gezien en leren kennen, waarbij mijn verstand, dat echt niet zo gering is, dan ook dagenlang stil stond.
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Vriend, als Ik, zoals jullie mensen, met een of andere zwakheid behept zou zijn, dan zou Ik je ronduit zeggen wat er met deze jongeling aan de hand is, maar omdat Ik helemaal geen menselijke zwakheden bezit en in Mijn geest reeds van eeuwigheid goed inzie, wat voor ieder mens binnen de ontwikkelingssfeer van zijn ziel h ct heilzaams te is, zeg Ik nooit tegen iemand een woord waaraan Ik Mij een paar dagen later niet meer zou willen houden, en dus blijft het erbij dat jij deze jongeman uit jezelf nog heel goed zult leren kennen.
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik had dat nauwelijks gezegd, of iedereen stond op en kwam achter Mij aan naar buiten. Toen wij allemaal buiten stonden, bewonderden velen de mooie tenten met hun zeer praktische inrichting en verbaasden zich over de snelle vervaardiging ervan, omdat zij er 's morgens nog niets van hadden bemerkt. Alleen kwam er aan deze verbazing snel een eind, omdat Ik de aandacht van alle aanwezigen meteen op iets anders wist te richten. Maar wat was het, waarop Ik alle aanwezigen opmerkzaam maakte?
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar Ik zei: 'Heb maar geduld, beste vrienden, er komt nog meer! Pas als jullie alles gezien hebben, zullen we zien waar het eigenlijk vandaan komt en wat het te betekenen heeft. Kijk dus maar aandachtig naar alles wat er nog zal verschijnen, want er staat immers in de profeten geschreven dat er in deze tijd ook aan de hemel tekenen zullen geschieden en niet alleen op aarde. En omdat er nu zulke tekenen geschieden, zien jullie ook zelfs met je lichamelijke ogen dat de woorden van de oude profetieën nu vervuld worden. Maar let nu verder op wat er nog allemaal te voorschijn zal komen!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Toen zei Lazarus tegen Mij: 'Heer, als dat nog lang duurt, zullen we deze berg al gauw vol met mensen krijgen! Daarom moeten we de poort beneden maar vlug gaan sluiten.'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zei: 'Broeder, maak jij je maar nergens zorgen over zolang Ik bij je ben, want zonder Mijn wil komt er zelfs geen vlieg in deze tuin, laat staan een mens! Maar let nu wel goed op, want er zullen nog zeven van zulke zuilen opstijgen!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar dat was allemaal niets vergeleken bij deze jongeman, wiens meisjesachtig uiterlijk volgens onze Romeinse opvattingen eigenlijk heel zelden een teken van grote geestkracht is. De zogenaamde Adonissen en Venussen worden bij ons altijd gezien als de meest geestloze mensen, en daar waren maar heel weinig uitzonderingen op. En deze jonge man is verreweg de allermooiste die mij ooit onder ogen is gekomen. Als hij vrouwenkleding aan zou hebben, was hij verreweg het mooiste meisje op de hele aardbol. En toch bezit hij zo'n goddelijk grote geest, dat hem evenals Uzelf, o Heer en Meester, compleet alles mogelijk is. U ziet, o Heer, dat ik nu mijn begeerte om over deze merkwaardige jonge man iets te weten te komen, niet meer kan beteugelen en daarom zou U mij eindelijk toch wel eens kunnen zeggen wat er met deze jongen aan de hand is.'
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Je hebt immers gehoord dat het geduld ook een oergeest van God in de mens is en net als alle andere zes geesten gesterkt en gevormd moet worden, wil een mens tot de ware, innerlijke levensvoleinding komen. En dus wil Ik ook hier bij jou hebben, dat je geduld je vaak te eenzijdig overdreven ernst en ijver wat zal matigen. En kijk, om deze heel gegronde reden zeg Ik je dan ook niet watje nu zo vreselijk graag zou willen weten, want het geduld is voor de mens, wat een milde regen voor de aarde is. Zij kalmeert de brandende begeerten in het hart van de mens, opdat zij niet in wilde, stormachtige en vaak alles verwoestende hartstochten ontaarden. Als je dat helemaal begrijpt, word dan wijs door het geduld, dan zal alles je wel ten deel vallen waarnaar je een edele dorst in je ziel voelt.'
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Nauwelijks had Ik dat gezegd of daar steeg ook al de vierde, meteen daarop de vijfde, zesde, zevende, achtste, negende en tiende zuil omhoog op redelijke afstand van elkaar, en deze tien zuilen, waarvan het licht dat van de volle maan evenaarde en nog toenam, verspreidden uiteindelijk zo'n sterk licht over de hele omgeving, dat men het licht tot aan de oevers van de Middellandse Zee nog heel goed waarnam en tot aan Klein-Azië, en verder in de andere richting naar het oosten tot in de verre streken van de rivier de Eufraat.
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar één, een oude rabbi riep luid door alle straten: 'Het betekent de komst van de Messias en de tien zuilen zijn de symbolen van Zijn kracht en omdat deze zuilen in het oosten staan, geeft dat aan dat de Messias daar vandaan naar Jeruzalem zal komen!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Maar deze rabbijn werd niet geloofd en door velen die hem gehoord hadden, uitgelachen en de wereldse mensen zeiden tegen hem: 'Schiet op en houd op met je eeuwige gezeur over de Messias; want je ziet al zo lang in iedere door de maan verlichte wolk de Messias komen! Toen we een paar dagen geleden een maansverduistering hadden, die ook veel verwarring veroorzaakte, heb je ook al de komst van de Messias aangekondigd. De slimme Essenen, die in die streek hun grote nederzetting hebben waar zij hun magische kunsten beoefenen, hebben die maanverduistering al een jaar geleden heel precies berekend, maar jij zag daarin meteen jouw Messias in levende lijve aankomen! jij krijgt straks nog wat van je Messias! Deze tien zuilen zijn heel mooi om te zien en zijn niets anders dan een produkt van de Esseense toverkunst! Ga naar de Essenen, die zullen je snel genezen van je Messias!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Deze radicale natuurlijke en wereldse uitleg maakte op de oude rabbijn echter geen indruk en hij bleef schreeuwen en riep luid (de oude rabbijn): 'Zeggen jullie maar wat je wilt, binnenkort zal wel blijken of ik onjuist heb geoordeeld! God richt Zich niet naar wereldse praatjes van zulke wereldse mensen als jullie zijn, maar naar de woorden van Zijn eigen voorspelling, die Hij aan de mensen bekend heeft gemaakt door de mond van Zijn profeten. Kijk maar uit, jullie slechte en boze jongeren, dat er geen duivel komt om jullie allemaal te halen! O, zondig niet tegen een oude rabbi!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Het zal zeker niet slecht aflopen! Het wordt tijd dat deze slechte wereldse kankeraars eindelijk eens op een heel speciale manier in grote verlegenheid gebracht worden, waardoor zij weer veel aanhang onder het betere volk zullen kwijtraken.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Het volk slaat zich met vuisten op de borst en zweert deze goddeloze stammen nooit meer bij naam te noemen.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  423 - 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448  ...