Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 436 van 1490

...  424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449  ...
[6] Allen letten nu op en in het oosten verrezen tegelijkertijd nog twee zuilen in schitterende pracht; deze beide zuilen straalden alleen al tienmaal zo sterk als de eerdere tien samen, en de ene stond aan de rechter - en de andere aan de linkerkant van de eerdere tien zuilen en hun felle licht werd nu tot aan Europa en oostwaarts tot vierhonderd mijlen ver waargenomen.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Deze woorden kalmeerden het volk een beetje en het begon te bidden, en de priesters trokken zich wijselijk terug en overlegden onder elkaar wat dit vreemde verschijnsel zou zijn. Maar zij kwamen niet tot een aannemelijke verklaring, en dus groeide ook in hen de angst. En zo was er een merkwaardig contrast tussen degenen die zich bij Mij op de berg bevonden en de tempeldienaren met het volk, dat bij hen toevlucht had gezocht. De Mijnen waren allen vol blijde verrukking over de prachtige aanblik van deze lichtzuilen en in de tempel heerste daarover de grootste verbijstering.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] De Hoge Raad wilde hem echter tegenhouden, maar Nikodemus zei: ' Als ik jullie ergens mee zou kunnen helpen, zou ik wel blijven; maar omdat ik voor jullie hier even weinig van nut ben als jullie voor mij, ga ik en wil ik liever thuis sterven dan hier binnen deze al zo vaak ontwijde muren.'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Daarop verliet Nikodemus de raad en probeerde vanwege het volk, dat erg opgewonden geworden was, langs een geheime weg bij zijn huis te komen. Maar toen hij in de buurt van zijn huis was gekomen, merkte hij dat ook daar veel volk bij elkaar was gekomen, dat in deze nood raad van hem wilde hebben.
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De wachter vroeg hem naar zijn naam, die ook meteen werd gezegd, waarna hij Nikodemus de berg op liet gaan, want deze stond bij iedereen goed bekend. Alleen vroeg de wachter hem of hij hem niet kon vertellen wat dat nog nooit eerder voorgekomen wonderlijke verschijnsel toch wel mocht betekenen.
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De eveneens dicht bij Mij staande Romein zei: 'Wat zijn al die mensen toch onbegrijpelijk blind! Zie die dwazen daar rennen en dat moeten de verlichte joden -zeg maar - Gods volk zijn, en wij blinde heidenen staan bij de oerbron van het leven, van het licht en aan de bron van de eeuwige oerwaarheid! Het is werkelijk heel erg vreemd! Wij, duidelijk de laatsten, zijn -en laat iedereen maar zeggen wat hij wil nu klaarblijkelijk de eersten en zij, Abrahams kinderen, wentelen zich daar beneden als varkens in de smerigste modder! Dat, o Heer, is voor ons heidenen een eeuwig onbegrijpelijke genade, die wij nooit ook maar in het minst verdiend hebben! Nu, ik ben toch wel buitengewoon benieuwd naar het verdere verloop van deze hoogst vreemde geschiedenis! Wat er uiteindelijk nog allemaal uit voortkomt, zult alleen U, o Heer, het beste weten!'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar hij zei (Nikodemus): 'Jullie hebben mijn raad nooit serieus genomen, omdat jullie mij er al meermalen van hebben beschuldigd dat ik het heimelijk met de Galileeërs hield, en ik beschouw bij deze ongelooflijke aangelegenheid mijn raad dan ook overbodig. Want als Jehova welverdiend een grote straf of zelfs de volledige ondergang voor ons heeft bepaald, dan zal geen enkele menselijke raad daar nog iets aan kunnen doen en aan ons weinig zeggende ambt is dan voor altijd een eind gekomen. Als Jehova echter de twaalf verschrikkelijke vuurzuilen alleen als een laatste waarschuwing tot ware boete voor ons heeft neergezet, dan zullen wij nog wel op het juiste moment door een profeet vernemen, welke boete en offers God van ons verlangt. Maar denk er allen wel aan: jullie hebben Zacharias vermoord hoewel hij duidelijk een profeet was! Ook de prediker en doper aan de Jordaan is door jullie tussenkomst in de gevangenis van Herodes onthoofd. En opnieuw kwam er een grote wijze uit Galilea, leerde drie dagen in de tempel, en zijn leer was goed en waar voor het volk en daarom jullie wilden hem ook stenigen. ja, als jullie alle mensen die met de geest van Jehova vervuld zijn, steeds zo willen bejegenen, dan is onze algemene, wisse ondergang niet meer te voorkomen, en kan zelfs God jullie geen raad meer geven en ik al helemaal niet, hoewel ik een Oudste in de tempel ben!'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] En Nikodemus zei vriendelijk tegen de wachter: 'ja, m'n beste vriend daarvoor wil en moet ik juist naar Lazarus op de berg, omdat ik weet dat hij in deze tijd vanwege het feest en de markt altijd hier op de berg in zijn grote herberg woont! Hij is in deze dingen erg kundig en zal mij daarover zeker de best mogelijke verklaring kunnen geven. Maar zoveel kan ik je als een Oudste van Jeruzalem wel met zekerheid zeggen, dat dit buitengewone verschijnsel voor de goeden iets goeds en voor de slechten iets slechts aankondigt, want het is geen gewoon natuurverschijnsel meer. Wees jij daarom, als je een goed mens bent, net als ik maar helemaal niet bezorgd, want ons beiden zal niets ergs overkomen!'
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ja, wat kun je dan nog meer doen? Dieren leven volgens hun onschuldige instinct, maar priesters in de tempel zeg ik je - hebben geen instinct en al helemaal geen verstand of enig inzicht! En daarom is er met deze ware halfmensen of eigenlijk al helemaal geen mensen meer, totaal niets te beginnen en absoluut niets te bereiken. En zie, daarom ben ik dus bij deze buitengewone gelegenheid hiernaartoe gevlucht, want zowel beneden in de stad als in de tempel is het voor mensen zoals wij helemaal niet meer om uit te houden!
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Lazarus zei: 'O, maak je daar geen zorgen over! Daar heeft de Heer al Voor gezorgd, want Hij laat de Zijnen niet in angst zitten, wat er op aarde ook moge gebeuren. Want de Heer waakt ook over zulke verschijnselen, laat ze ontstaan, veranderen en vergaan, en dat steeds voor het geluk van de mensen van deze aarde en hun bestwil. Dus daarom hoefje je over je familie helemaal geen zorgen te maken, want Gods wil waakt over ons allen!'
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Nu zei Lazarus, terwijl Ik hem de woorden in de mond legde: 'Ook daar in de omgeving van de Eufraat zal geen enkel wezen door deze zuilen iets overkomen, daar kun je volledig verzekerd van zijn en dus hoef je beslist niet bang te zijn. Maar kijk, de middelste tien zuilen naderen elkaar nu steeds meer; alleen de beide buitenste blijven nog onbeweeglijk! Zie, dat is al een verandering! En nu botsen ze twee aan twee zelfs tegen elkaar en worden zo één, zodat we nu nog maar vijf grote middenzuilen zien, zonder dat daardoor het licht sterker of zwakker wordt. Zie je, al weer een verandering! De beide buitenste zuilen bewegen zich nog niet!'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Lazarus zei: 'Nu minder dan voorheen, want omdat het verloop van het verschijnsel hun te regelmatig en te systematisch voorkomt, beginnen velen deze zaak nu de Indische magiërs in de schoenen te schuiven, die hier misschien binnenkort zullen aankomen.'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Het merkwaardige daarbij is alleen dat Hij bij de Romeinen een grote aanhang heeft, en Hem bij het verbreiden van Zijn leer helemaal niets door hen in de weg wordt gelegd! Dat acht ik een belangrijk kenmerk voor de echtheid van Zijn Messias - zijn. Maar weet je nu niet waar Hij vanuit Jeruzalem naartoe is gegaan? Bij deze gelegenheid zou ik Hem zelf graag opzoeken om met Hem te spreken. ,
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Het verschijnsel was Mijn wil en dus ook Mijn werk; maar we hebben later nog wel tijd daar wat meer over te zeggen. Blijf nog maar even rustig, want het verschijnsel dat je zag, was nog niet het laatste wat deze nacht brengen zal; pas daarna zal in huis de uitleg volgen! Kijken jullie nu allen omhoog en zie wat er door middel van een beeld wordt getoond!'
Hoofdstuk 48: Nicodémus spreekt met Lazarus over het lichtverschijnsel Nicodémus voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen allen nu hun ogen omhoog richtten, werd de hemel gloeiend en bloedrood gekleurd, en men zag de stad Jeruzalem tegen de gloeiende achtergrond, door Romeinse soldaten belegerd, en uit de poorten van de stad stroomde bloed. Spoedig daarop stond de stad in lichter laaie en waar men ook keek, overal zag men dikke rookwolken. Kort daarna zag men geen stad meer, maar alleen nog een rokende puinhoop. Tenslotte verdween ook deze, waarna men een onvruchtbare woestenij zag, waarop wilde horden hun woonplaats bouwden. Daarna verdween dit visioen en hoorde men uit de stad een enorm angstgeschreeuw; Nikodemus dacht dat er nu in de stad kennelijk oproer uitbrak.
Hoofdstuk 49: De verschijning van het oude en het nieuwe Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449  ...