10915 resultaten - Pagina 436 van 728
... 424 - 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 ...
[10] Ik wil echter de goede Henoch een hele eeuwigheid laten wachten en geef hem daarenboven mijn leven nog als onderpand, dat hij beslist nooit het geluk zal hebben een goed geordend huis uit de stomme bodem van de aarde te zien opgroeien !Hoofdstuk 162: Het overleg van de vier twijfelaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Ben je echter een andere mening toegedaan dan die je ons eerder meedeelde, dan schuilt er of boosheid en hoogmoed in je, of je hebt met onze armzaligheid een dwaze grap uit willen halen, zonder te bedenken hoe diep dat je arme broeders zou bedroeven!
Hoofdstuk 163: De uiteenzetting tussen het viertal twijfelaars en Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Dat ik echter in het geheel geen leugenaar, maar een ware broeder volgens de goddelijke orde wilde zijn, mogen jullie uit wat volgt inzien:
Hoofdstuk 163: De uiteenzetting tussen het viertal twijfelaars en Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Volgens dit grootse vermoeden durven wij dan ook te beweren, dat God in Zichzelf de zuiverste en allerheiligste liefde is en Zich vanuit deze liefde kan uiten als Jehova of als de goede, wijze en almachtige Schepper van alle dingen in de mens en ook daarbuiten eveneens als een mens - weliswaar altijd alleen in de meest volkomen zin -, en wel in de mens als de zuiverste liefde tot Zijn goddelijkheid en buiten de mens als een machtig werkende kracht ofwel in een zichtbare, menselijke gedaante, waaraan Hij echter, zoals aan te nemen is, natuurlijk niet gebonden is.
Hoofdstuk 164: Het volkomen godsbegrip van de vier twijfelaars. De wijsheid als vrucht van een levend hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Ik heb echter reeds eerder gezegd, dat Abedam ook als het ware een drievoudig wezen is; dat ligt daarin besloten, dat juist deze Abedam - zoals ik tenminste geloof - de volheid van de goddelijke kracht in Zich omvat, doordat Hij volkomen als de zuiverste liefde in God als het ware zelfstandig optrad en sprak en vanuit deze zelfstandigheid handelde, alsof niet hij aan de Godheid, maar de Godheid in al Haar volheid aan hem onderworpen was.
Hoofdstuk 165: Het drievoudige wezen van Abedam, de hoge, en het wezen van Henoch als werktuig van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Zie, dat is nu ons idee over Abedam en Henoch! Ik heb het jou weergegeven zoals wij het hebben gevonden. Het is nu weer aan jou het goed of af te keuren; want alleen de wijsheid kan de wijsheid keuren en belichten! God zij echter alle eer voor eeuwig! Amen.'
Hoofdstuk 165: Het drievoudige wezen van Abedam, de hoge, en het wezen van Henoch als werktuig van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] De liefde echter is de wortel van de boom des levens. Het hart of het gemoed, dat zich in het gevoel uitspreekt, is de aarde. Wie dus vruchten van het leven wil oogsten, moet de aarde bemesten en voedsel aan de wortel geven; dan zal aan de stengel, die op de gezonde wortel leeft, niet alleen de bloem, maar ook tegelijkertijd het levende zaad zeer goed gedijen.
Hoofdstuk 166: Het verschil tussen de schranderheid van het verstand en de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Daarmee wil ik echter niemand mijn mening opdringen, - en ik zou heel graag ook jullie mening horen!'
Hoofdstuk 168: De vier wereldse wijzen herkennen de Heer in de vreemdeling. De wijsheid en de liefde als de lange en korte weg voor degenen die naar God zoeken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Wil je Mij echter dienen, dien dan elkaar wederzijds in Mijn vaderliefde, dan zullen jullie waarachtige dienaren Gods zijn!
Hoofdstuk 169: De liefde als de ware godsdienst en als het ware offer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar als deze dag eens voorbij mocht gaan, kijk dan pas, vaderen en broeders, naar de maan! - Laat ons nu echter naar huis gaan; want de zon gaat al bijna onder! Laten wij dat doen! Amen.'
Hoofdstuk 170: Adams dwaze verlangen naar enkele woorden over de zojuist onzichtbaar geworden Heer. Henochs treffende antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] De knechten maakten hun handen los en verlieten hen; de vrouwen echter wierpen zich uit vertwijfeling in de moerassen en gingen daar net zoals de anderen te gronde.
Hoofdstuk 172: De eerste kerk op aarde. De zeven boden van de hoogte in Lamechs paleis te Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Willen jullie dat echter niet, laat ons dan hier te gronde gaan en stap over ons en onze onschuldigste, arme kinderen heen naar de schandelijke gruwelwoning van Lamech en maak van hem een nog boosaardiger duivel dan hij nu al is!
Hoofdstuk 173: De derde trap in het paleis van Lamech met de hindernissen voor de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Maar deze verwondering was alleen maar het gevolg van de aanblik van deze gruwelijk geslaagde versperring. Toen zij echter de jammerklacht van de vrouwen hadden gehoord, werd het voor hen steeds moeilijker en hun geweten riep steeds luider, omdat zij de meisjes van de eerste twee trappen zo afgrijselijk veroordeeld zouden hebben.
Hoofdstuk 174: Sethlahem maant de slechte vrouwen op de derde trap tot boete. Het verslag over de wonderbaarlijke redding van de meisjes van de eerste en tweede trap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Daar niemand zich verroerde, sprong Lamech zelf van de troon, rukte een knecht de lans uit zijn hand en wilde daarmee het drietal doorsteken. Maar de lans werd onmiddellijk gloeiend heet, en Lamech slingerde hem vloekend van zich af, greep meteen een andere - en verbrandde daarmee zijn hand.
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Wie ons ten val gebracht zou hebben die zou ook God ten val gebracht hebben; zou echter God gevangen zijn, dan was er geen aarde meer onder onze voeten! Want de aarde is immers van God, evenals de hemel; maar de aarde is er nog, dus is God er ook nog - en wij vanuit Hem!
Hoofdstuk 177: Kisehels krachtige woorden tot Lamech. Lamech en zijn lijfwacht gaan naar de plaats van de terechtstellingen onder leiding van de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)