Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 437 van 1037

...  425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450  ...
[1] Toen de vissen op hun plek gebracht waren, begaf Ik Mij met de eerdergenoemde vrienden en met de twintig vissers weer naar het ons reeds bekende terras, waar wij het opgaan van de zon afwachtten. De ochtend was volkomen zuiver en helder, omdat een vanuit het zuiden waaiende wind de nevel van het meer en ook van de omringende bergen wegvaagde, en daarom was er naar alle kanten een prachtig uitzicht, dat met name onze vissers niet genoeg konden roemen.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Mijn vriend, je stelt nu nog vragen op een zeer aardse, menselijke manier, wat echter bij jou ook nog niet anders kan zijn! Kijk, de grote, zalige wereld aan gene zijde is het ware Godsrijk, dat vooral inwendig in de mens is, en wel in het diepste innerlijk van zijn ziel. Van daaruit is het dan verder ook boven de sterren overal in de eindeloze ruimte, naar alle richtingen, dus ook in en onder de sterren, in het vrije luchtruim, op en in deze aarde, en dus ook overal waar je je maar kunt denken. Want alles wat je ziet en voelt op deze wereld is ook op overeenkomstige wijze aanwezig in de geestenwereld, zonder welke niets materieels zou bestaan en zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De ziel verlangt dus voortdurend naar de volle waarheid en denkt en vraagt en zoekt dan ook onophoudelijk; en die werkzaamheid van de ziel heeft een voortdurend toenemen van het ontwaken en sterker worden van de innerlijke geestelijke vermogens tot gevolg, zowel met betrekking tot het zien, horen en waarnemen alsook het voelen en beleven.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Hoe maken de mensen op deze materiële wereld licht? Kijk, ze wrijven hout tegen hout of steen tegen steen, net zolang tot er vuurvonken vanaf komen! De vuurvonken vallen op licht ontvlambaar materiaal, dat lange tijd blijft gloeien. Als die gloed eenmaal in voldoende mate aanwezig is en er brandbare voorwerpen mee in aanraking komen - zoals hout, stro of een bepaalde snelontvlambare hars, gemengd met zwavel en nafta -dan zal er al gauw een heldere vlam oplaaien en zal het licht worden in haarzelf en naar alle kanten om haar heen.
Hoofdstuk 142: De werkzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Wie gelooft en de juiste wil heeft, zal ook datgene bereiken waar hij ernstig naar streeft; en ook jullie zullen het doel snel en gemakkelijk bereiken, aangezien jullie nu aan Mijn zijde al meer dan de halve weg naarstig hebben afgelegd!'
Hoofdstuk 143: De werkzaamheid van de geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik had die opmerkingen van Mijn leerlingen wel gehoord en zei tegen hen: 'Hoe kunnen jullie nog aanstoot nemen aan Mijn voorspellingen over de toekomst? Ik heb die jullie toch al verschillende keren bekend gemaakt en jullie ook geheel naar waarheid getoond wat als gevolg van de vrije wil van de mensen de oorzaak van de buitengewoon slechte toekomst zal zijn - en jullie hebben dat goed begrepen en ingezien, en hebben er geen aanstoot aan genomen.Waarom zijn jullie daarom nu geërgerd geraakt, en hoe kunnen jullie zeggen dat de toekomst, wanneer Mijn evangelie bekend raakt, alleen maar zo slecht kan worden als Ik dat om een alleen aan Mij bekende reden zo zal willen hebben?
Hoofdstuk 144: De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De mensen ploegen weliswaar de aarde en strooien het zaad in haar voren; maar het is aan de geesten om het ontkiemen, het groeien en het rijpen van de vrucht te bewerkstelligen. Daaruit zul je nu wel begrijpen dat er met name voor de volmaakte geesten ook voor de voor jullie zichtbare wereld, zowel hier op deze aarde als op alle andere hemellichamen, veel valt te werken en te doen, maar nog meer ten behoeve van de juiste ontwikkeling van de ziel en de vervolmaking van de mensen -reeds in het leven op deze aarde, en nog veel meer daarna aan gene zijde. Want er komen immers steeds heel wat meer vaak hoogst onvolmaakte zielen naar de grote wereld aan gene zijde dan volmaakte, en met name van deze aarde. De onvolmaakte, slechte zielen zouden deze hele aarde met behulp van de ongegiste natuurgeesten weldra dermate bederven dat er geen gras, geen struik, geen boom meer zou kunnen groeien en geen dier en geen mens meer zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 143: De werkzaamheid van de geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] N u zei dezelfde visser weer: 'Ja, beste Heer en Meester, en ik dank U voor Uw meer dan grote geduld met ons zwakke en nog zeer onnozele mensen! O, het zal zeker nog een hele tijd duren voordat wij, die temidden van louter wonderen leven, die wonderen zullen begrijpen! Wij zien en drinken water en weten niet in het minst wat het is. ook zien wij het vuur en het licht daarvan en voelen de gloed en de warmte ervan, maar weten niet in het minst wat het is en wat de eigenlijke oorzaak is van het ontstaan ervan. Maar hoe het ook zij, wij zijn nu al buitengewoon blij en opgewekt, omdat wij door Uw overgrote genade en liefde nu de onfeilbare weg naar de volle en levende waarheid hebben ontvangen. O, beste Heer en Meester, help ons ook steeds met Uw genade, zodat wij nooit moe, zwak en traag worden bij het bewandelen van deze weg tot aan het lichtende doel!'
Hoofdstuk 143: De werkzaamheid van de geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar als dat nu zo is en onmogelijk anders kan zijn, - wat jullie nu toch wel tot in de grond van de zaak duidelijk zouden moeten inzien - hoe kun nen jullie er dan aanstoot aan nemen als Ik ook aan deze vrienden van ons meedeel hoe het er in de toekomst uit zal zien ten gevolge van de verstoktheid en blindheid van de mensen, die zich net als de vele Farizeeën niet naar het licht des levens willen keren, maar het overal met alle woede van de hel vervolgen?!
Hoofdstuk 144: De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Mijn leer is op zichzelf weliswaar de ware vrede van een ziel die ernaar leeft en handelt - ja, ze is de zalige vrede van de hemel in de gehele mens; maar voor de duivels van de hel, die in mensengedaante op deze aarde met leugen en bedrog onder de mensen tekeer gaan, is ze een tweesnijdend en vlammend zwaard, een oorlog en een grote verwoesting. Daarom zal het rijk Gods op aarde veel geweld aangedaan worden, zoals dat gedeeltelijk nu ook al gebeurt, en degenen die het willen hebben zullen het ook met geweld naar zich toe moeten trekken!
Hoofdstuk 144: De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Nu kwam onze bootsman nog naar Mij toe en zei: 'O beste Heer en Meester, u zei dat men tegen geen enkel mens 'vader' moet zeggen, omdat alleen God de Vader van alle mensen is! Ik zie wel in dat u volkomen gelijk hebt; alleen weet ik nu niet hoe ik datgene wat er in de wet van Mozes staat moet opvatten en hoe men het moet uitleggen als Mozes zegt: 'Eer je vader en moeder, opdat je lang leeft en het je goed gaat op aarde!' Hier noemt Mozes, de grote en machtige profeet van Jehova, degene die kinderen verwekt toch vader, en ook staat er geschreven: 'onze vader Abraham, Isaak en Jacob!' Als wij als kinderen onze verwekker nu vader noemen, begaan wij dan volgens wat U hier hebt gezegd een zonde tegenover U, o Heer?'
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu kwam er een bode uit het huis om ons te zeggen dat het ochtendmaal op ons.wachtte. Toen verlieten wij het terras om meteen naar binnen te gaan. Daar gingen we in de reeds bekende orde aan onze tafel zitten, en de twintig vissers aan de tafel die voor hen was gedekt, en, gesterkt door de mooie ochtend, namen we heel blijmoedig het buitengewoon goed bereide ochtendmaal tot ons.
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Vragen staat vrij, maar antwoorden ook! Het ligt weliswaar niet altijd in Mijn orde om van tevoren te bepalen wat Ik ga doen, want alles hangt af van Degene die in Mij woont; en Ik, die nu ook slechts een mens van vlees en bloed ben en een onsterfelijke ziel heb, moet naar die Geest in Mij luisteren. Pas als Hij tegen Mij zegt: 'Ga hier of daar heen, doe dit of dat!', dan pas weten ook Mijn vlees en bloed het. Maar deze keer heeft de Vader in Mij al gesproken, en Ik weet wat Mij te doen staat en kan het jullie dan ook wel vertellen
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Toen Ik dat zei, stonden we allemaal op en gingen onmiddellijk naar Kisjonah's schepen, en hij instrueerde zijn aanwezige schippers wat ze moesten doen. Toen ze hoorden dat ze de baai met het riet moesten binnenvaren, haalden ze hun schouders op en gaven daarmee te kennen dat dat niet zou lukken.
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Ik zei: 'Wend het roer naar achteren, dan zullen we zien of een goede wind ons door het riet zal duwen!'
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450  ...