10915 resultaten - Pagina 437 van 728
... 425 - 426 - 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 ...
[11] Willen of moeten jullie ons echter toch doden, doodt ons dan toch niet op deze meest smartelijke wijze!Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Bedenk je echter niet te lang, maar toon ons meteen waartoe jij als god allemaal in staat bent!'
Hoofdstuk 179: Lamech in zijn vermeende goddelijkheid en almacht door Kisehel beproefd en verdeemoedigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Gedurende een korte tijd wachtte Kisehel af wat Lamech zou doen, dat wil zeggen wat hij daarop zou zeggen. Het wachten was hier echter puur tevergeefs. Weliswaar wisten alle drie dat al bij voorbaat; maar toch moest hem ter wille van hemzelf een bedenktijd worden gegeven, opdat hij, als hij opnieuw zou en ook moest worden aangepakt, niet zou kunnen zeggen: 'Waarom hebben jullie me niet laten bedaren zodat ik me behoorlijk kon voorbereiden?!'
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Het drietal wachtte weliswaar, maar Lamech wilde helemaal geen aanstalten maken om zich te rechtvaardigen. Hij verloor zich echter steeds meer in louter gruwelijke wraakgedachten en begon heel concreet na te denken hoe hij de drie boden te gronde zou kunnen richten samen met de vier anderen, van wie hij door de vrouwen heel goed op de hoogte was. Kisehel wendde zich weer tot hem en zei:
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Jij moet echter vooral geduld hebben; heb je dat in de juiste mate, dan zul je alles gemakkelijk doen en afwachten!
Hoofdstuk 182: Kisehel, Sethlahem en Joram op bezoek bij de vier ziek geworden broeders. De geest van Abel onderwijst Kisehel over het belang van geduld. De genezing van de vier zieken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Wij echter doen alles goed, als wij alleen maar Zijn wil vervullen en Hem, de meest liefdevolle, allerheiligste Vader boven alles liefhebben!
Hoofdstuk 182: Kisehel, Sethlahem en Joram op bezoek bij de vier ziek geworden broeders. De geest van Abel onderwijst Kisehel over het belang van geduld. De genezing van de vier zieken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] 'Machtige afgezant van Degene wiens naam mijn tong voor eeuwig nooit waard zal zijn uit te spreken! Vrees niet meer voor mijn wil, want die heb je al voor eeuwig gebroken. Geef mij echter iets ter versterking; want zie, ik heb een geweldige honger en een geweldige dorst!'
Hoofdstuk 183: Over de macht van de voorspraak van het hart. De goede uitwerking van de onvrijwillige hongerkuur van Lamech. Lamechs berouw en de erbarming van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[33] Nu zijn voeten vrij waren, begaf hij zich meteen naar Kisehel en zei tegen hem: 'Machtige bode van God, die nu zo mild gesproken heeft uit de wolk en mijn grote schuld heeft vergeven, vergeef ook jij mijn schuld tegenover jou en je broeders, en geloof me dat ik van nu af aan geen koning, maar slechts je minste dienaar wil zijn; wees jij echter koning in naam van de Allerheiligste!'
Hoofdstuk 183: Over de macht van de voorspraak van het hart. De goede uitwerking van de onvrijwillige hongerkuur van Lamech. Lamechs berouw en de erbarming van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Nu echter, nu hij als broeder een verzoek tot jullie richt, geven jullie geen gehoor meer aan zijn stem!
Hoofdstuk 187: De goede boodschap van Lamech aan zijn volk. De ongehoorzame knechten van Lamech. De knechten krijgen een wonderbaarlijk versterkend maal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Opdat jij grote domkop, echter weet waarom ik je een `lummel' noem, zeg ik je: omdat je er een bent! En dat is ook je grote geluk, want als je iets minder dom was dan je van nature bent of althans lijkt, dan had je in plaats van dit antwoord mijn hamer te proeven gekregen en zou je hebben kunnen zeggen hoe die je gesmaakt had! - Begrijp je dat?!'
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Ik wil je echter niets voorschrijven; wantje bent machtig en wijs.
Hoofdstuk 193: Thubalkaïns inzicht, berouw en de bevrijding van zijn voeten. Thubalkaïns wens en Kisehels belofte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Hoe kan echter die geest beter tot ontbranding worden gebracht dan juist door de druk die van alle kanten ontstaat doordat je je bewust wordt van je begane gruweldaden?!
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Zulke mensen zijn vaak al de deugd zelve; maar zij hebben gewoonlijk nog één zwakke kant f maar weten echter niet dat deze zwakke kant eigenlijk zo sterk is, dat deze, als zij ook maar enigszins wordt aangeraakt, weldra alle goede kanten overmeestert en die zonder enige moeite overheerst en met zich meesleurt.
Hoofdstuk 199: Een valse Naëhme verschijnt als drogbeeld. De verzoeking en twijfel van Lamech en Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Wil je je echter tot eeuwige slaaf van Jehova laten zegenen, dan moet je dat maar alleen doen; ik zal echter vrij blijven en je laten zien dat ik ook kinderen kan baren zonder die onnozele zegen!'
Hoofdstuk 202: Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Als echter iemand daar tegenin zou willen gaan en zeggen: 'Ja, dat is gemakkelijker gezegd - dan op de juiste manier gedaan!', dan zeg ik niets anders dan: Vriend, ondervind je dan zoveel goeds van deze wereld, datje haar daarom acht en liefhebt, en haar niet durft te treden met je voeten, die onsterfelijk zullen gaan worden?
Hoofdstuk 205: Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)