Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 439 van 1166

...  427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452  ...
[20] De schriftgeleerde zei: 'Welnu, dat was buitengewoon helder door U gesproken, en de waarheid van wat U gezegd hebt is overduidelijk! Als Mozes en de profeten ook zo duidelijk tot het volk hadden gesproken als U, o Heer en Meester, nu tot ons gesproken hebt, dan was het hele jodendom er heel anders aan toe dan nu in deze slechte tijd! Wanneer Uw leer onder het volk bekend zal raken, zal die zeker voor altijd heel andere vruchten dragen; want van ons zal deze leer werkelijk even weinig veranderd op de andere mensen overgaan als de sterren aan de hemel onveranderlijk op en onder gaan. Wij vragen U alleen, o Heer en Meester, om ons met Uw genade en hulp nooit meer te verlaten, evenals ook diegenen niet die na ons Uw volkeren zullen leiden en sturen!'
Hoofdstuk 43: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Jij hebt nu weliswaar heel goed gesproken, en deze leer, die jullie nu gegeven is, zal tot aan het einde der tijden bij de rein en zuiver bewaard blijven; maar wanneer jij denkt dat het er nu met het jodendom anders voor zou staan als Mozes en de profeten even duidelijk tot het volk gesproken hadden als Ik nu tot jullie gesproken heb, dan zeg Ik je dat jij je daar erg in vergist. Want als Mozes en de profeten tot het volk gesproken hadden op de manier zoals Ik dat nu tot jullie doe, dan zou het volk Mozes noch de profeten begrepen hebben, omdat het zich destijds slechts in beeldende taal het gemakkelijkst kon uitdrukken.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Daarop riep Ik Mijn Rafaël bij Me en zei vanwege de aanwezigen hardop tegen hem: 'Zorg jij nu voor onze jonge mensen, en breng hen voor ons uit langs een niet algemeen gebruikelijke weg naar Bethanië! Wacht daar op ons; want drie uur later zullen wij daar ook komen!'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zei: 'Mijn vriend, het zal wel een beetje moeilijk worden omjou in dit opzicht een volkomen begrijpelijk antwoord te geven; maar we zullen het op een andere manier proberen! Ik zal jullie Romeinen voor enkele ogenblikken weer het innerlijke gezicht openen, dan kunnen jullie jezelf een juist antwoord geven door watje ziet!'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Wat echter, in de tweede plaats, de onzuivere zielen betreft, die jullie hadden kunnen zien met dit innerlijke schouwen dat jullie nu voor een moment door Mij is gegeven: daarvan bevond zich er geen op deze plaats en dus hebben jullie er ook geen kunnen zien en waarnemen; want dergelijke zielen voelen de plaats van Mijn persoonlijke en volle aanwezigheid en vermijden die uiterst zorgvuldig. - En nu ken je de beide oorzaken, waarom jullie bij deze gelegenheid geen overleden zielen hebben kunnen zien en waarnemen!'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Die vrouw, die naar mijn bescheiden oordeel schijnt te behoren tot die vrouwelijke personen die het met de kuisheid en andere zedelijke reinheid nu niet bepaald nauw nemen, was ongetwijfeld in het verborgene door Uw wil geïnspireerd en moest een wegwijzer naar het licht des levens worden.
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daar, ver naar het zuiden, zie je op een heuvel een slot; het draagt de naam Magdala. Daar is het meisje geboren, en het slot, vele tuinen, akkers, weiden, wijngaarden en bossen zijn nu haar eigendom, aangezien haar ouders al een paar jaar geleden gestorven zijn. Ze had al verscheidene keren kunnen trouwen, maar de tempeldienaren hielden haar daar vanaf, omdat ze bij haar steeds een goede herberg vonden en zich ook anderszins goed met haar vermaakten. Maar sinds ze Mij zag, leerde kennen en Mijn woorden hoorde, is het anders geworden in haar huis, haar verstand en haar hart; en omdat ze de armen veel heeft liefgehad, werden haar ook veel van haar zonden vergeven.
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu zeiden Mijn oude leerlingen: 'Heer en Meester, U hebt ons toch beloofd dat U ons, terwijl we nog hier zijn, daar meer over zou vertellen; doe dat nu dus, aangezien het nu wel de meest geschikte gelegenheid daarvoor is!'
Hoofdstuk 46: Het gericht van het heidendom (8.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar met Mijn geboorte is het gericht van de heidenen overal reeds begonnen; het duurt nu in steeds toenemende mate voort en zal tot aan het volle licht onder de mensen op deze aarde nog bijna 2000 jaar voortduren.
Hoofdstuk 46: Het gericht van het heidendom (8.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dan zullen de liefhebbers van de waarheid in blij gejubel uitbarsten en Mij loven, omdat Ik hun reeds van tevoren het teken heb gezonden van Mijn opgang aan de hemel van de innerlijke geestelijke dag. Maar de vijanden van de waarheid zullen beginnen te jammeren en erg te knarsetanden en ze zullen zich, voorzover dat nog enigszins mogelijk is, met hun steeds minder wordende aanhangers in duistere hoeken trachten te verbergen, wat hen echter niets zal helpen; want als dan de volle zon van de waarheid opgegaan zal zijn, zal haar licht alle duistere hoeken en gaten en holen geheel verlichten, en de vijanden van het licht zullen op de hele nieuwe aarde geen toevluchtsoord meer vinden.
Hoofdstuk 46: Het gericht van het heidendom (8.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] De koningen evenwel, die niet voor hem buigen en die hij vervloekt, zijn degenen die nog min of meer de waarheid van de oude leer bezitten. Zijn pijlen en bliksems bereiken hen wel, maar die kunnen hun toch geen schade van enig belang toebrengen. -Maar kijk nu weer verder naar het beeld; want Ik kan jullie daarin alleen de hoofdmomenten laten zien!'
Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Jullie moeten daarbij echter niet denken dat deze natuurlijke aarde dan zou vergaan en in een nieuwe veranderd worden, maar enkel de mensen zullen, doordat ze de goddelijke waarheid volkomen in hun hart opnemen, als ware broeders en zusters in Mijn naam met elkaar een nieuwe geestelijke aarde scheppen.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar zoals jullie nu al goed kunnen merken, dat de tevoren zo dreigend Zwart uitziende wolkenmassa goud oplichtende randen begint te krijgen, zo zullen jullie in die tijd ook merken dat de mensen die tot kort tevoren nog helemaal duister en ware vijanden van het licht der waarheid waren, van alle kanten door de lichtstralen van de waarheid steeds meer en helderder verlicht worden, en vervolgens ook, zelf stralend, tot vijanden van de oude leugen worden. En een dergelijke verlichting door de zon der waarheid uit de hemelen, die zijn volle opgang nadert, zal Mijn teken van de Mensenzoon zijn voor alle waarachtige mensen op aarde en het beginnende grote gericht over de hoer van het nieuwe Babylon.
Hoofdstuk 46: Het gericht van het heidendom (8.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar tegelijkertijd merken jullie ook dat een nog heel groot, duister deel zich ook inspant om het kleed van het licht over hun zwarte kleed aan te trekken, en daarvan en daarmee uit eigenbelang en heerszucht nogmaals een nieuw antichristelijk heidendom te maken; maar Ikzelf laat Mijn toom, dat wil zeggen het vuur van Mijn waarheid, over hen losbreken, en Mijn engelen van de nieuwe aarde storten zich als het ware met vlammende zwaarden op hen en jagen elke verdere duistere poging op de vlucht en de afgrond van de algehele vernietiging in.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Dat is dan het allerlaatste en grootste gericht, zo'n duizend jaar later. Die tijd zal Mijn duizendjarig rijk op aarde genoemd worden, dat door dit allerlaatste gericht nog eenmaal voor een heel korte tijd door oorlog onderbroken zal worden; maar de overwinning zal snel en voor alle toekomstige tijden volkomen zijn. Van dan af zullen de hemelen en de aarde tot één herder en één kudde worden. De herder zal, zoals altijd, Ik zijn, en de kudde zullen de mensen op aarde vormen, volledig verenigd met de zaligen in Mijn hemelen.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452  ...