Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 439 van 1110

...  427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452  ...
[12] Ik zei: 'Jij hebt nu in alle opzichten goed en waar gesproken en zo is het. De blindheid van de Farizeeën is de enige oorzaak van al het verkeerde wat er onder de joden nu gebruikelijk is. Zij zijn zelf blinde leiders van blinden die, wanneer ze bij een kuil komen, er zeker beiden invallen, terwijl geen van beiden de ander er daarna uit kan helpen; daarom moeten jullie van hen niets anders aanhoren en aannemen dan alleen de leringen van Mozes en de profeten. Maar hun eigen bepalingen moeten jullie verafschuwen evenals hun werken, die louter en alleen slecht zijn!
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Men zegt wel dat de oudsten, schriftgeleerden en Farizeeën op de stoelen van Mozes en Aäron zitten. Het zij dan ook zo! Neem daarom alleen datgene van hen aan wat zij jullie van Mozes en Aäron voorlezen; maar al het andere moeten jullie beschouwen als een witgekalkt graf, dat naar buiten toe wel schittert, maar van binnen vol verrotting en smerige stank en dood is.
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Nu heb Ik jullie het meest noodzakelijke overeenkomstig de volle waarheid gezegd en getoond. Als jullie daarnaar zullen leven en handelen, zullen jullie ook het loon ontvangen dat Ik jullie beloofd heb; want Ikzelf heb de macht om dat aan jullie te geven, zoals Ik ook de macht heb om alle lichamelijk zieken door Mijn woord en door Mijn wil volkomen gezond te maken en de doden tot leven te wekken, waarvan allen die hier om Mij heen zijn tegenover jullie een geldig getuigenis kunnen geven; en zij zullen dat na Mij ook geven, wanneer Ik zal zijn teruggekeerd naar waar Ik vandaan gekomen ben. -Maar nu genoeg over dat alles; nu gaan wij jouw huis nog wat nader bekijken!'
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Ik zei: 'Vriend, echt of onecht, dat is nu wel om het even; want die dingen hebben voor de ware mens, die naar de geest der levenswaarheden uit God streeft, geen enkele waarde. Wat echter als nalatenschap van de wijze koning der joden waarde heeft, is de geest in zijn geschriften en gezangen, en ook wat de kroniek van zijn daden voor de mensen bewaard heeft. Want eenmaal in het andere leven zal de mens zijn zalige bestaan alleen hebben door datgene wat hij zich door goede daden volgens Gods wil eigen gemaakt heeft.
Hoofdstuk 121: De bezichtiging van het oude koningshuis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] En onze Agricola zei: 'Vriend,jij en je ouders en voorouders moeten wel heel zwijgzaam zijn geweest over wat jullie bezaten en jij nu nog bezit; want anders zouden wij daar in Rome toch wel eens iets van gehoord hebben! Deze schatten hebben namelijk een dubbele waarde; ten eerste bestaan ze uit edele metalen, parels en zeer kostbare edelstenen, en bovendien hebben ze met name voor jullie joden een grote historische waarde.'
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'Ja, ja, dat zal wijzer zijn dan die oude schatten langdurig te bewonderen, die voor de ziel en voor de geest geen waarde hebben! Als jullie in de toekomst schatten vergaren, vergaar dan zulke die niet door de roest vernietigd en door de motten niet kapot geknaagd kunnen worden! Wat baten de mens alle schatten van de hele wereld, als hij daarbij aan zijn ziel schade lijdt? Als door de liefde voor dode wereldse schatten de kiem van de dood in de ziel is gelegd, waardoor de ziel overgaat in de dood van de materie -wie zal haar dan redden uit de ijzeren greep van het gericht dat de liefde en het schijnleven van de ziel is geworden?'
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De waard zei: 'Machtige heer, het is ook in meer dan één opzicht nodig om daar heel zwijgzaam over te zijn, niet zozeer vanwege de Romeinen als wel vanwege de priesters. Want als die hiervan zouden weten, zouden ze mij en dit huis beslist al sinds lange tijd niet neer met rust hebben gelaten en uit winstbejag ook al het een en ander hier weggesleept hebben; maar wij verraden niet wat er is, hoewel de priesters ons al vele malen naar het een of ander gevraagd hebben. En ook heb ik nu niet meer zoveel last van de priesters, omdat ik mij met al mijn bezittingen onder bescherming van de Romeinen heb gesteld. Maar op deze bovenste verdieping herberg ik ook zelden reizigers, aangezien ze gemakkelijk op de begane grond en op de eerste verdieping ondergebracht kunnen worden en ik nog andere bijgebouwen heb, waar ik ook veel reizigers kan herbergen. Van dieven en rovers heb ik ook niets te duchten; want zoals jullie gezien hebben is ten eerste dit huis omsloten door sterke, hoge ringmuren waar men niet overheen kan klimmen, en ten tweede wonen er in deze streek te veel eerlijke mensen en komen de dieven en rovers niet in de buurt, en zo kunnen deze schatten hier goed en veilig rusten! Maar daar is weer een plaat met een psalm! Wil de Heer die voor ons vertalen?'
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Weliswaar zal het de zielen daar ook vergund zijn zichzelf te veranderen; maar dat zal daar, bij zielen die diep in de wereld weggezakt zijn, vaak buitengewoon lang duren en tenslotte zal er toch maar weinig met zekerheid bereikt worden. Want de liefde is het leven van de ziel. Als deze geestelijk en derhalve volgens Gods orde goed is, dan heeft de zielook een waarachtig en volmaakt leven in zichzelf en leeft volkomen in grote helderheid eeuwig voort, en dat is dan al een echt eeuwig leven; maar als de liefde in de ziel materieel is en dood,omdat ze gericht is, dan is ook het leven van de ziel gelijk aan die liefde in haar .
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Heb daarom de wereld niet lief, maar ontvlucht haar in haar verlokkende wezen en gebruik haar schatten voor goede werken, dan zullen jullie daardoor de ware schatten voor ziel en geest ontvangen!
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar het huis van God is niet de dode tempel in Jeruzalem, maar de mensen die Gods woord horen, het met vreugde in zich opnemen en ernaar leven. -Nu heb Ik jullie dan ook deze psalm voorgelezen en toegelicht; maar het is nu aan jullie om Mij openlijk te zeggen of jullie die psalm ook op de juiste manier begrepen hebben.'
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De waard zei: 'Volgens de kroniek van dit huis hebben de Babyloniërs dit huis gespaard! Want ten eerste gingen ze toch hoofdzakelijk alleen in de tien steden in en om Jeruzalem te keer en ook in Samaria en in Galilea. Deze streek rond Bethlehem, die er destijds nog zeer armzalig uitzag, spaarden ze meer en namen een matig losgeld; en de bewoners voerden ze niet in gevangenschap mee, maar ze verlangden van hen alleen onderdanigheid, volledige erkenning van de heerlijkheid van Babylon en de jaarlijkse betaling van het tribuut. Wie daar gewillig mee instemde en hun het verlangde op de vastgestelde tijd betaalde, werd dan met rust gelaten; maar waar de Babyloniërs op hardnekkig verzet stuitten, werd natuurlijk alles met de grond gelijk gemaakt en huizen en steden werden geplunderd en verwoest. Maar dat was in Bethlehem niet het geval en daarom staat het oude Bethlehem er nog zoals het in de tijd van David gebouwd is, en zo ook dit huis. Bovendien had God deze streek, die nog altijd God de Heer het meest trouw gebleven is ook niet zo hard laten teisteren als het trotse oude Jeruzalem en de tien rijke handelssteden, die veel goud en zilver bezaten. Dat is, denk ik, dan ook de reden, waarom de Babyloniërs zich hier milder gedragen hebben dan in de andere steden en plaatsen.'
Hoofdstuk 123: Historische opmerkingen over het Davidshuis (21.3.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zeg jullie, door water gereinigde leerlingen van Johannes, jullie nemen ook net als de joden al het uiterlijke vertoon nauwgezet in acht en wassen en reinigen jullie zevenmaal per dag, opdat jullie steeds rein van lichaam blijven; maar jullie hart en ziel zijn nog erg ongewassen en daarom zijn jullie ook nog ver verwijderd van het rijk Gods.
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Johannes heeft in de woestijn met scherpe woorden boetedoening gepredikt ter vergeving van de zonden en heeft zijn leerlingen, die zijn woord aannamen en boete gedaan hebben, in de rivier de Jordaan gedoopt en hij heeft allen de weg naar Mij getoond, aan Wie het alleen toekomt om de mensen hun zonden daadwerkelijk te vergeven! Maar hoe komt het dan, dat jullie je zoals jullie nu voor Mij staan gedragen alsof jullie boven Mij en boven Mijn leerlingen verheven zijn? Heeft Johannes jullie dat ook geleerd?'
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Maar wanneer een meester van jullie soort als leider van de anderen, die blind zijn, zelf nog blind is, waar zal hij zijn leerlingen dan wel heen brengen? Zullen dan niet leider en leerling, als ze bij een kuil komen, er tegelijk in vallen, terwijl de een de ander er niet uit zal kunnen helpen? Als jullie echt met alle geweld leraar willen zijn, leer het dan eerst zelf van Degene die een ware Meester en Leraar is!'
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Dat zou wel een heel goed idee van jullie zijn; maar voordat Ik tegen jullie zeg: 'Kom!', moet Ik jullie nog op iets wijzen; als jullie dat niet hindert, kunnen jullie Mij gerust als leerlingen volgen! Kijk, de vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen; maar Ik als de Zoon des mensen heb op de hele aarde nog niet eens een steen, die Ik onder Mijn hoofd zou kunnen leggen! Maar als jullie een echt vertrouwen en een levend geloof hebben, volg Mij dan!'
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452  ...