Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 439 van 1088

...  427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452  ...
[6] De gids zei: 'Wij wonen ver achter Damascus en maken deze verre reis voor het eerst in ons leven; daarom zijn we dan ook dikwijls gedwongen om hier en daar naar de goede en kortste weg te informeren, en dat is hier vaak moeilijk omdat maar zelden iemand onze taal beheerst.'
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ook willen jullie nu niet naar Egypte reizen; maar jullie weten dat er in Jericho een grote markt wordt gehouden, waar jullie iets hopen buit te maken. En jullie weten ook dat er vandaag over vier weken in Jeruzalem het feest van de tempelwijding wordt gevierd; op dat feest komen altijd vele vreemdelingen met allerlei schatten en waren, waarvan jullie er heel veel kunnen gebruiken. Maar Ik zeg jullie: deze keer zullen jullie een slechte vangst doen!'
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] En kijk, omdat wij de stem van de Farizeeën als de stem van God beschouwden, werden wij dan ook dieven en rovers, zonder daar een gewetenszaak van te maken; want wij bestalen en beroofden de heidenen - zoals wij aanvankelijk geloofden - immers in opdracht van jehova, zoals ook de grote koning David in opdracht van God de Filistijnen en andere slechte heidense volkeren van de bodem der aarde moest uitroeien, en God hem dat zeker als een verdienste aanrekende omdat Hij hem de man naar Zijn hart noemde!
Hoofdstuk 46: De bekentenis van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als Ik in deze omgeving een verandering aanbreng en haar dan aan jullie en je nakomelingen in eigendom geef, wordt daarbij niemand in zijn landbezit benadeeld. Jullie hebben je toch al grotendeels in deze woestijn en in de vele ravijnen en holen ervan opgehouden, zodat ze jullie eigenlijke woongebied is geworden, wat de aan de rand van deze woestijn wonende Samaritanen en voor een deel ook Galileeërs en Joden maar al te goed bekend is, en zo zullen jullie deze streek ook in een bloeiende en vruchtbare toestand ongehinderd jullie eigendom kunnen noemen.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen Ik dit gezegd had, werd bij allen het innerlijk gezicht geopend, en zij zagen talloze scharen engelen en hoorden een verheven lofzang, waarvan hun zielen de betekenis echter niet konden vatten; en velen van de meest lichte engelen daalden naar Mij af en aanbaden Mijn naam.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei: 'Luister, als een reiziger werkelijk de weg niet weet waarlangs hij moet reizen, doet hij er goed aan als hij bij iemand informeert naar de goede en kortst mogelijke weg die naar een vreemd land leidt; maar het is niet netjes van je datje ons hier onderweg staande houdt, onder het voorwendsel dat je de weg niet kent, terwijl je die al wel een keer of twintig hebt afgelegd! De reden waarom je ons hier ophoudt is een heel andere en echt geen prijzenswaardige! Jij denkt dat wij verborgen schatten bij ons hebben, waar jullie je op je rooftocht meester van willen maken, en daarom heb je ons staande gehouden. Maar dergelijke dingen als jij denkt hebben wij niet bij ons; andere schatten voor ziel en geest hebben wij echter in grote overvloed bij ons, en die geven wij ook voor niets aan iedereen die ze in volle ernst voor de redding van zijn ziel wil bezitten!'
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Zo dachten wij dus lange tijd dat wij mannen naar Jehova's hart waren; maar toen wij mettertijd zelf ontdekten hoe de tempeldienaren zichzelf aan de goederen van de joden begonnen te vergrijpen en het vermogen van arme weduwen en wezen naar zich toe trokken, echtbreuk pleegden, jongens en meisjes onteerden en nog vele andere gruweldaden pleegden, lieten wij ons hele geloof in een God en in Mozes varen en gingen wij voor onszelf aan het werk -en toen waren ook de rijke joden niet veilig voor ons! Daarom hebben we ook kleren van Grieken en Romeinen aangetrokken, om als zodanig eerder rijke Farizeeën en andere rijke joden dan Grieken en Romeinen van hun schatten te kunnen bevrijden.Van de armen hebben wij echter nooit iets weggenomen, maar hun wel vaak wat geschonken, met name als wij zo'n echt rijke buit te pakken hadden gekregen.
Hoofdstuk 46: De bekentenis van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daar jij met je wonderbaarlijke alwetendheid precies wist wie wij zijn, en ook mijn echte naam je niet onbekend was, zul je vast ook weten dat het inderdaad zo met ons gesteld was als wij je nu naar waarheid en openlijk hebben verteld; en als zeer wijze profeet zul je ook de reden begrijpen waarom wij in deze tijd en al verscheidene jaren ware aartsvijanden van de Farizeeën en alle rijke orthodoxe Joden zijn geworden. En als jij ons nu een teken van jouw almacht over alles in de hemel en op aarde wilt geven om ons geloof in God en in jou, Zijn buitengewone gezant en uitverkorene, weer tot leven te wekken, kun je er zeker van zijn dat wij je nooit aan de Farizeeën zullen verraden. Geef ons daarom een paar bewijzen van je godgelijke almacht in de hemel en op aarde!'
Hoofdstuk 46: De bekentenis van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Olgon zei: ' O Heer, Heer! Dat zou naar mijn idee nu zeker heel gemakkelijk en goed gaan! Kijk, o Heer, Heer, toen U de aarde schiep door de almachtige goddelijke wil van Uw geest, had U toch ook het zaad voor de talloze planten niet op de een of andere manier al in voorraad, behalve alleen in Uw almachtige wil! Maar U bent in eeuwigheid Dezelfde als die U was bij het begin van de wonderbare schepping van de gehele grote aarde. Bezaait U nu deze streek met de almacht van Uw goddelijke wil, dan zal het gebied op die manier beslist het beste bebouwd zijn! O Heer, Heer, doe hier hetzelfde, dan zal de hele voorheen woeste streek in zeer korte tijd in een waar Eden veranderd worden!'
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Olgon zei: 'O Heer, Heer! U alleen is niets onmogelijk! Wat U zegt is eeuwige waarheid, en die geloven wij zonder enige twijfel; en wat U wilt, gebeurt, en wij willen en zullen Uw wil ook doen zoals U die door Mozes en de profeten aan de mensen hebt geopenbaard. En wij hebben nu immers ook uit Uw mond gehoord wat Uw wil is en wij zullen er trouw naar handelen; maar bezaait U, o Heer, Heer, deze nu nog woeste streek!'
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Verbreid Mijn woord ook onder de heidenen, die vaak naar jullie toe zullen komen; maar zwijg voorlopig over het wonder en spreek er ook naderhand niet met veel woorden over; het is voldoende als jullie zeggen dat bij God alles mogelijk is.'
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Weliswaar hadden de zeventig bekeerde rovers bij monde van Olgon beweerd dat ze ver voorbij Damascus woonden; maar dat was ook niet waar, aangezien ze met hun vrouwen en kinderen alleen in bepaalde moeilijk toegankelijke holen en grotten in deze streek woonden. Ze maakten hun rooftochten echter wel vaak in de omgeving van Damascus, en keerden dan met de buit steeds weer terug naar deze streek, die hun de veiligste bescherming bood tegen alle achtervolgingen.
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar de rechter zei: 'In welk land er ook maar een sinds onheuglijke tijden volkomen woestijn bestaat, die niemand in bezit heeft, en waar zich ook nooit een landeigenaar bij een rechtbank heeft gemeld voor het bezit ervan, is zo'n woestijn vrij en wordt die door de rechtbank ook als bezit toegewezen aan de eerste de beste die zichzelf bezitter heeft verklaard. Omdat deze mannen, aan wie deze voormalige totale woestenij haar cultivering te danken heeft, zichzelf nu bezitters hebben verklaard, wordt hun het onaanvechtbare bezit van rechtswege toegewezen.
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] En laten we nu weer naar onszelf terug keren!
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Enigszins verlegen zei de waard: 'Ja, mijn beste en waarde heren, alles goed en wel, als ik alles wat jullie wensen maar in voorraad zou hebben! Dat zal met de vissen en ook met het brood wat moeilijk gaan, omdat ik daar niet zoveel van heb ingeslagen, aangezien mijn herberg vanwege de ongunstige afgelegen ligging over het algemeen maar weinig wordt bezocht, maar met wijn kan ik jullie nog wel naar behoren van dienst zijn. Kortom, wat er is, zullen jullie ook krijgen; maar meer kan ook God Zelf niet van een mens verlangen!'
Hoofdstuk 50: De Heer met de Zijnen in een herberg in Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452  ...