15542 resultaten - Pagina 439 van 1037
... 427 - 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 ...
[6] Zoals gewoonlijk ging Ik voor zonsopgang naar buiten, vergezeld door allen die in dit dorp bij Mij waren. Op het mooie terras legde Ik de twintig vissers, de bestuurder van de inham, de waard, Kisjonah en Philopold de handen op en vervulde hen met de kracht om in Mijn naam allerlei zieken te genezen, en Ik gaf hun het recht om Mijn leer onder de mensen te verbreiden, en wel onder de blinde joden en heidenen.Hoofdstuk 149: De Heer voorspelt Zijn einde in de omgeving van Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ze bedankten Mij allemaal uit de grond van hun hart voor deze roeping en begaven zich toen met Mij naar het ochtendmaal.
Hoofdstuk 149: De Heer voorspelt Zijn einde in de omgeving van Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maria zei: 'Waar zal dat laatste grote teken uit bestaan? Want dan zal ik ook naar Jeruzalem komen om het grootste teken dat jij doet te aanschouwen!'
Hoofdstuk 149: De Heer voorspelt Zijn einde in de omgeving van Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Vrouw, je zult wel naar Jeruzalem komen en het laatste en grootste teken dat Ik zal doen, aanschouwen, maar je zult daarover geen blijdschap, maar een grote droefenis in je zuivere hart hebben! Ik zal verraden worden, door de Farizeeën gegrepen en aan het gerecht overgeleverd en wat Mijn lichaam betreft als een doodgewone misdadiger aan het kruis gedood worden; maar op de derde dag zal Ik vanuit Mijn eigen kracht en macht weer opstaan, naar al Mijn vrienden en broeders toekomen en hun de macht verlenen om de mensen in Mijn naam hun zonden te vergeven en de doden tot leven te wekken. Kijk, vrouw, daaruit zal het laatste en grootste teken bestaan dat Ik in Mijn lichaam zal doen!'
Hoofdstuk 149: De Heer voorspelt Zijn einde in de omgeving van Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop zei Ik tegen Kisjonah: 'Vriend, laat nu je drie schepen nogmaals gereed maken voor een verdere reis; want Ik wil naar de oude Marcus reizen, die in de buurt van de stad Caesarea Philippi woont, en hem sterken, want hij lijdt al een half jaar aan koorts.'
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De twintig vissers vroegen Mij, of de een of ander Mij naar de genoemde plaats mocht vergezellen, alsook Maria en Joël en de bestuurder uit de inham.
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei tegen de vissers: 'Doe zoals jullie graag willen; maar het is voldoende als de bootsman en nog een metgezel als getuigen meevaren naar de weinige plaatsen die Ik aan het Meer van Galilea zal bezoeken. En ook kunnen Maria en Joël en de bestuurder uit de inham Mij vergezellen; en laten we nu gaan vertrekken!'
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] En Ik zei: 'Waarom hebben jullie je beide schepen zo zwaar beladen? Laat je een volgende keer niet zo door winstbejag verleiden en laat jullie buren ook iets verdienen, dan zullen jullie met je schepen niet zo'n gevaar en nood te verduren krijgen! Maar daar komen nu een paar lege schepen aan; laad de helft van jullie waren daar op over en deel dan in Kapernaüm jullie winst met hen, dan zullen jullie daar zonder schade aankomen. Maar als jullie in Kapernaüm gierig zijn, moeten jullie maar zien hoe je weer naar Tiberias terugkomt!'
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Wij voeren echter met een gunstige wind, die onze schippers het roeien zeer gemakkelijk maakte, naar de plaats van onze bestemming, die wij weldra bereikten.
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] De dienaren van Marcus kwamen haastig naar de oever en deelden ons mee dat wij, als wij soms ook van de geneeskrachtige bronnen gebruik wilden maken, waarschijnlijk geen onderkomen zouden vinden, aangezien alle ruimten overvol waren met gasten uit alle landen; bovendien was hun heer ziek, en het was nu moeilijk om met hem te spreken, omdat juist vandaag zijn koortsdag was.
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ik zei: 'Jullie zijn nieuwe dienaren in dit huis en kennen Mij niet; maar Marcus, de eigenaar, en zijn hele huis kennen Mij. Ga daarom naar jullie heer en zeg tegen hem: 'De Heer en Meester is aangekomen met Zijn leerlingen en Zijn vrienden! Hij moet uit bed komen en naar Mij toekomen, dan zal hij weldra van zijn koorts genezen zijn. Ga hem dat vertellen!'
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] De dienaren gingen dat tegen Marcus zeggen en tegen zijn vrouwen kinderen. Toen die dat hoorden ontstond er een groot gejuich onder hen, en allen haastten zich om zo snel mogelijk naar buiten naar Mij toe te komen.
Hoofdstuk 150: De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Zowel heidenen als Joden hebben onze woorden geloofd; maar degenen die niet geloofden verlieten de inrichting zoals ze gekomen waren. En dat waren meestal Farizeeën uit Jeruzalem en ook uit vele andere plaatsen en streken. Ze geloofden niet wat wij hun toch geheel naar waarheid bekend maakten, scholden op wat wij predikten en ergerden zich, omdat zij niets te zeggen hadden over ons omdat wij Romeinen zijn, en verlieten de inrichting weer precies zoals ze gekomen waren.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ik heb voor deze mensen met name dit jaar weinig moeite meer gedaan; als ze kwamen nam ik ze helemaal niet meer op; en als ze naar de reden vroegen, zei ik tegen hen hetzelfde als mijn nieuwe dienaren bij Uw aankomst tegen U hebben gezegd, en dan moesten ze wel vertrekken.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei:'Ik ben ook naar je toegekomen omdat Ik een paar dagen in jouw huis wil blijven. Maar maak Mij vandaag en morgen niet bekend bij de hier aanwezige gasten; als iemand Mij buiten jullie toedoen herkent, zal Ik hem wel te woord staan!
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)