17481 resultaten - Pagina 440 van 1166
... 428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 ...
[11] Er zullen op de nieuwe, gelukkige aarde ook huwelijken gesloten worden, maar zoals dat in de hemel gebeurt volgens Mijn orde, en er zullen ook grote aantallen kinderen verwekt worden, maar niet langs de weg van pure wellust, maar langs de weg van de ware liefdesernst, en dat tot aan het einde van alle tijden van deze aarde.Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zou jullie nu nog wel veel kunnen zeggen en ook wel laten zien, maar jullie zouden dat nu nog niet kunnen verdragen; wanneer echter de Geest van alle waarheid en alle leven over jullie zal komen en jullie daarin wedergeboren zullen zijn, zal hij jullie binnenleiden in alle diepten van Mijn licht en jullie verheffen. Pas dan zullen jullie begrijpen en inzien wat voor grootse woorden Ik nu tot jullie en zodoende, via jullie, ook tot alle mensen gesproken heb.
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Kijk nu liever naar de heerlijke natuur aan het begin van de dag, en zie hoe het steeds krachtiger wordende licht van de zon alle nevels en somberheid van de aarde verjaagt, en leer daarvan dat dat in de toekomst ook jullie werk zal zijn, en daar zullen jullie beter aan doen dan al te naarstig te informeren naar dingen waarmee jullie nu nog lang niets van doen hebben!
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Zij (Maria van Magdala) zei echter: 'Ik weet werkelijk niet op grond waarvan mij hier zo 'n eer te beurt valt! Ik ben maar een zondares en verdien het om door alle mensen diep veracht te worden; maar dat ik ook enige eer waardig zou zijn, en speciaal die van hoge heren als u, dat gaat mijn verstand te boven. Ik ben enkel maar hierheen gekomen om alleen de Heer van mijn leven te danken, omdat Hij mij van de kwade geesten van het vlees verlost heeft; maar ik ben hier niet heen gekomen om mij zo te laten eren!'
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Agricola zei nogmaals: 'O lieve, lieflijke Maria van Magdala! Wij weten ook wel dat wij alles alleen aan Hem te danken hebben; maar wij denken nu zo: als WIJ de Heer zo waarachtig en volledig mogelijk onze dankbaarheid willen bewijzen v.oor de eindeloos grote genade, die Hij ons nu zo buitengewoon overvloedig heeft bewezen, dan mogen wij toch niet minachtend neerkijken op het instrument waar Hij Zich tot onze heiliging van bediend heeft, maar moeten het vanwege de Heer eveneens eren. En alleen in dit opzicht eren wij jou dan ook, afgezien van de vraag of jij voor dit zeer grote levensgeluk van ons een ziend dan wel slechts een blind instrument in de almachtige hand van de Heer was, en ik ben van mening dat daar ook in de toekomst rekening mee gehouden zal worden. Want als men het instrument van de Heer niet met een dankbaar hart zou willen begroeten, hoe zou het er dan voor staan met de ware naastenliefde die wij immers volgens de leer van de Heer zelfs onze vijanden verschuldigd zijn en zeker nog meer degenen door wie de Heer ons zulke grote genadegaven deed toekomen?
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kijk, onze nu zeer lieflijke en onvergetelijke vriendin, daar heb ik gelijk in en ik laat mij dat door niemand betwisten; en nu wel het minst door jou, die de Heer uitverkoren heeft tot onze leidende geluksster en die wij daarom eer en ware liefde verschuldigd zijn! Gun mij dus wat mijn goed recht is!'
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Hierop zei Ik: 'Luister, Mijn Maria! Je hebt nu heel goed en waar gesproken en hebt volkomen gelijk waar het jou betreft; maar ook de Romeinen hebben gelijk waar het hun betreft. Doordat je Mij alleen alle eer en alle dank geeft toon jij, datje volkomen vervuld bent van de ware geest van deemoed, om welke reden jou ook alle zonden vergeven zijn; maar ook de Romeinen laten zien dat ze doordrongen zijn van de juiste geest van naastenliefde, en begaan derhalve geen zonde tegenover Mij als ze jou in dankbare herinnering bewaren, ook al was jij slechts een blind instrument van Mijn liefde en Mijn wil.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar ten eerste wist ik niet dat de Heer zich hier ophield met zijn trouwe leerlingen; ik wist echter wel dat deze herberg een van de beste van heel Jeruzalem is. En omdat deze gewoonlijk door vreemdelingen wordt bezocht heb ik u hierheen gebracht, toen u mij in een straat van de stad aanhield en naar een goede herberg vroeg; daarom dien ik menselijkerwijze alleen aanspraak te maken op uw dank, die mij als gids naar een goede herberg toekomt. Maar voor het feit dat u hier de hoogste genade van de, Heer hebt ontvangen komt mij werkelijk geen enkele dank toe, aangezien het onmogelijk mijn bedoeling kon zijn om u die hier te bezorgen; ik kon er immers zelf geen vermoeden van hebben, dat u hier een dergelijke genade zou ontvangen. Geef daarom alle dank en alle eer alleen aan de Heer, en denk dus niet aan mij, wat ik u zelfs dringend verzoek!'
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Maar Ik zeg nu bij deze gelegenheid tegen jullie allen: jullie moeten weliswaar geen dank en eer zoeken bij de mensen aan wie jullie in Mijn naam iets goeds gedaan zullen hebben, zoals Ikzelf dat ook niet zoek bij de mensen, omdat Hij, die in Mij woont, Mijn allerhoogste eer is; maar als de mensen jullie voor de in Mijn naam bewezen hoogste levensweldaden te schande zullen maken en met ondank zullen bejegenen, dan zal Ik hun dat zo aanrekenen alsof ze het Mijzelf hadden aangedaan! Want wie de echte leerling, die Ik opgewekt heb, niet eert en hem in Mijn naam niet dankbaar is, die eert ook Mij, de Heer en Meester niet en is Mij ook niet dankbaar voor de aan hem bewezen genade.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Want als Ik leerlingen en profeten opwek, dan gebeurt dat niet alleen ter wille van die leerlingen en profeten, maar ter wille van alle mensen; en daarom moeten de leerlingen en profeten ook gewaardeerd worden als datgene waartoe ze door Mij geroepen zijn. Wie dus een leerling of een profeet in Mijn naam met liefde en echte dankbaarheid zal opnemen, die zal Ik het ook aanrekenen alsof hij Mijzelf had opgenomen, en hij zal dan ook eenmaal het loon van een leerling of profeet ontvangen. En hun loon zal beslist niet gering zijn!
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Dit moeten jullie allemaal ook goed onthouden, en dat kunnen jullie ook gemakkelijk; want als je Mijn gebod van de ware en zuivere naastenliefde in het juiste licht bekijkt, zul je heel gemakkelijk begrijpen dat ieder echt en waarachtig mens het meeste gekwetst wordt door de stinkende hoogmoed van zijn medemens!'
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Blijf daarom allemaal steeds in de zachtmoedigheid en deemoed en daardoor in de ware naastenliefde, dan zal er geen gericht over jullie afgeroepen worden; want waar in die tijd de mensen in Mijn orde zullen leven, zal zich ook geen laatste gericht voordoen. Ik heb jullie dit nu van tevoren gezegd met de bedoeling dat jullie het ook de andere mensen zullen zeggen en verkondigen, opdat uiteindelijk niemand als verontschuldiging kan aanvoeren dat hij niet gewaarschuwd zou zijn voor het gevaar.'
Hoofdstuk 51: De komende gerichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Allen zeiden: 'Heer en Meester, aan ijver voor de goede en ware zaak zal het ons met Uw hulp werkelijk niet ontbreken; maar er zijn veel mensen op de aarde, die groot en uitgestrekt is, en wij zullen niet op alle plaatsen kunnen komen; en zo zal het kwade onder het goede en ware voortwoekeren, en wij zullen waarschijnlijk niet in staat zijn om daar volledig paal en perk aan te stellen!'
Hoofdstuk 51: De komende gerichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Wie uit liefde tot Mij alles doet wat de naastenliefde vereist, voor diegene zal ook Ik alles doen wat in Mijn macht ligt. En in Mijn macht ligt niet alleen veel, maar alles. Als jij, lieve Maria, dat nu weet, wees dan opgewekt en doe voortaan het goede, dan zal Ik jou niet verlaten!'
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Hierop viel Maria van Magdala aan Mijn voeten, dankte Mij diep ontroerd en maakte Mijn voeten nat met haar tranen en droogde ze met haar haren. Mijn oude leerlingen vonden dit tafereel echter iets te lang duren en naar hun mening ook enigszins ongepast en ze mopperden heimelijk onder elkaar.
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)