Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 440 van 1490

...  428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453  ...
[13] 'Maar', zegje bij jezelf, 'stelt deze aarde dan de liefde en de hemel de wijsheid voor, terwijl het op aarde toch zo liefdeloos toegaat en er vanuit de hemel alleen maar goeds komt - heel zelden misschien iets minder goeds?'
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Nikodemus zei: 'Mij is ook hierin een groot licht opgegaan, en het is zo en kan niet anders zijn; maar wat deze zichtbare engel betreft, is het de vraag of hij reeds een werkelijke op zichzelf staande realiteit is - of dat hij slechts zo'n door U vastgehouden gedachte is, voortkomend uit Uw liefde, wijsheid en almacht?'
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wanneer de mens lichamelijk sterft, leeft de ziel weliswaar wat haar wezen betreft ook in de ruimte, maar heeft dan geen andere wereld tot ondergrond en woning dan die, welke zij voor zichzelf geschapen heeft, en heeft met deze uiterlijke wereld geen wezenlijke verbinding meer , omdat zij in zichzelf maar al te duidelijk inziet dat de hele materiële wereld niets anders is dan een noodzakelijk en moeilijk te dragen gericht, en dat een vrij en ongebonden leven oneindig veel aantrekkelijker is dan een leven dat aan alle kanten gebonden is.'
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Is een ziel echter reeds hier op deze wereld door de geestelijke wedergeboorte helemaal volmaakt geworden en daardoor reeds hier in staat om de zuiver geestelijke en hemelse dingen te zien en duidelijk waar te nemen, .dan komt ze in zichzelf ook tot de juiste en volledig ware aanschouwing van de hele materiële schepping, en weet zelfs alles wat er op de maan en op en in de zon gebeurt, wat de sterren zijn en waarvoor zij geschapen werden en wat er zich allemaal op en in bevindt.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen werden er verscheidenen in een heldere magnetische toestand verplaatst, en zij bevonden zich eerst in een hun onbekende omgeving, die hun allen erg goed beviel, zodat zij Mij vroegen om hen nu maar verder in die hemels mooie omgeving te laten; want zij wilden helemaal niet meer naar deze aardse wereld terugkeren
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ja, in het hart van de mens als de zetel van de liefde, gaat het meestal ook zeer liefdeloos toe, en toch is het hart de zetel van de liefde. Maar de zuivere liefde in het hart zou helemaal alleen op zichzelf evenmin levensvruchten tot stand brengen, als de aarde zonder het licht van de zon. De hemelse zon voor het hart in de mens is nu eenmaal zijn natuurlijke verstand. Dat daalt in geordende, goede gedachten, ideeën en begrippen in het hart ofwel op de aarde in de mens neer, verlicht deze en wekt de kiemen tot goede en edele daden tot leven. Als het licht van het verstand nog zwak is, zoals het licht van de zon in de winter, dan wordt het hart wel verstandiger en wijzer, maar omdat het nog erg aan de eigenliefde blijft hangen, zullen de edele kiemen daarin niet opkomen, groeien en vruchten laten rijpen in de vorm van daden volleven. Maar wanneer het verstand van een mens door vlijt en een juist gebruik van zijn talenten en bekwaamheden lichter en lichter wordt, zal het licht van het verstand ook de levenswarmte in het hart krachtiger opwekken, en de daarin rustende zaadkorrels voor goede daden zullen gaan kiemen, groeien en bloeien en weldra edele daden als vruchten voor de rijke levensoogst voortbrengen en volkomen rijp laten worden.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En dus moeten hier onder 'engelen' worden verstaan de gedachten, ideeën en begrippen van het verlichte verstand, dat de wijsheidshemel van de mens is -weliswaar in het kleinste formaat. Deze stijgen op en dalen neer en dienen de nog verborgen geest van God in het hart van de mens, en deze geest heet liefde tot God en liefde tot de naaste. Zoals echter deze levende geest uit God in het hart van de mens door maar al te veel mensen niet herkend wordt en er geen acht op wordt geslagen - terwijl toch al het heil van de mens met betrekking tot zijn tijdelijke en eeuwige leven juist van deze geest afhangt -zo word ook Ik Zelf als de Heer en diepste grond van al het zijn en bestaan door de mensenwereld niet herkend, hoewel zij zien welke grote gedachten, ideeën en begrippen uit de hemelen van God door Mij op deze aarde neerdalen en weer opstijgen en het hart helder verlichten en tot het dragen van levende vruchten verwarmen en opwekken. Daarom zijn er velen die geroepen zijn, maar er zijn weinig uitverkorenen die Mijn woorden begrijpen, behartigen en tot de rijke oogst van daden vol leven brengen.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nikodemus zei: 'Heer en Meester van eeuwigheid, nu zie ik pas werkelijk volledig in dat U alleen waarachtig Christus bent, de Gezalfde van God die in Zijn volheid in U woont! Want zo heeft nog nooit een profeet op deze aarde onderwezen. Nu U ons echter al zoveel onthuld heeft, zou U ons, als dat Uw heilige wil is, ook nog opheldering kunnen geven over de hemelladder van vader Jacob, waarop ook engelen tussen hemel en aarde opstegen en neerdaalden. Uit dit visioen werd me nooit goed duidelijk, wat Jehova, die boven aan deze ladder gezien werd, Jacob heeft willen zeggen. Want Jacob heeft deze droom beslist veel beter begrepen dan ik, omdat ons tot nog toe geen verdere uitleg over dat visioen van hem is overgeleverd. -Heer, terwille van mijn grote liefde voor U , vraag ik U daarnaar!'
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen zei Nikodemus: 'Heer, wanneer ik dus eenmaal gestorven ben, zal mijn voortlevende ziel niets meer van deze aarde te zien krijgen, maar in haar zelfgeschapen wereld verder leven, - en toch is er op en in deze aarde nog heel veel wat een ziel die naar hogere kennis verlangt graag nog beter zou hebben willen leren kennen! Wij zien bijvoorbeeld vaak met groot verlangen naar de sterrenhemel en zouden willen weten wat de maan, de zon, de planeten en alle andere sterren zijn, en we zouden ook de diepten der zeeën willen doorgronden. Maar als de ziel na de dood alleen maar in een lichte, uit haar fantasie ontsproten droomwereld zal leven en handelen, en alleen met zulke schijnbare menselijke gestalten zal omgaan, die ook alleen maar produkten van haar eigen fantasie zijn, dan zal dat volgens mijn mening, aan de eeuwig voortlevende ziel, gesteld dat zij zich alles blijft herinneren, geen al te groot genoegen kunnen schenken. Natuurlijk, als aan de ziel bij het afleggen van het lichaam de herinnering slechts in zoverre gelaten wordt als in een heldere droom, waarin men meestal zijn ik herkent, maar zich daarbij niets of slechts zeer weinig werkelijke dingen van deze aarde herinnert, dan kan zo'n ziel natuurlijk wel heel vrolijk voortbestaan, want naar hetgeen haar met het lichaam volledig ontnomen werd, zal zij ook nooit meer terug verlangen. Ik praat nu zoals ik het me voorstel, maar ik vraag U ook in dit opzicht om nadere uitleg.'
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik vroeg hun echter, of zij deze wereld ook niet zagen.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen de aanwezige Romeinen dat hoorden, kwam er geen eind aan hun verbazing over de juiste en precieze manier waarop degenen die Ik in vervoering had gebracht Rome beschreven, hoewel geen van hen ooit in Rome was geweest, noch een prent van deze stad had gezien.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Toen beschreven zij meteen exact de klederdracht van deze mensen, en één van de gewezen Farizeeën, die later joodse Grieken werden, verwonderde zich daar uitermate over, omdat hij in de gelegenheid was geweest enkele Chinezen in het uiterste oosten van Opper Indië te zien.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Vervolgens liet Ik hen een blik op de maan werpen, en zij beschreven in het kort deze treurig uitziende kale wereld, waarin zij behalve enige groepen treurig uitziende, grijze kobolden niets zagen. Er was daar geen boom en geen gras en ook geen dier te bekennen.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Nikodemus zei: 'Heel goed, heel goed, Heer en Meester, alleen Uw wil geschiede! Alleen zou ik vooraf nog graag willen weten wie deze wonderbaarlijk mooie jongeman is, waar hij vandaan komt en hoe hij heet.'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Ik zei: 'Dat zul je bij deze gelegenheid wel horen! Zijn naam is Rafaël.'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453  ...