Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 440 van 728

...  428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453  ...
[18] Om echter jou en je volk zoveel mogelijk voor het gericht te sparen, omdat het vervullen van Mijn wet te zwaar, ja voor jullie geheel en al onmogelijk is, geef Ik jullie ook geen gebod dan alleen dat van de liefde - wat eigenlijk geen gebod is, omdat de liefde eigenlijk ieders geheel eigen leven is -, en dat jullie Mijn naam niet ijdel gebruiken - want het is de naam van God, die eeuwig heilig, heilig, heilig is! -, en dat jullie altijd geloven dat Ik alleen de enige God en Schepper van hemel en aarde ben en van nog talloze zonnen en werelden in Mijn oneindigheid!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Zie, die sleutel heet Liefde! Laten wij daarom met deze sleutel proberen de kindertjes uit de poort terug te dringen! En gaat het niet met deze sleutel, dan is er nog een tweede, en deze heet Geduld; met geduld overwint men alles!
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] De Heer zei echter tegen Henoch: 'Ja, ja, Mijn geliefde, dierbare Henoch, zie, zo moeten wij immers de arme kindertjes op onze handen dragen en onderwijzen, opdat zij daardoor sterk worden en daardoor rijk aan liefde, genade en eeuwig leven voor ons!
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Lamech dacht echter aan de woorden van de Heer, die als volgt luidden: 'Maar niemand mag voor je uit trekken!', en geraakte daardoor alweer in grote verlegenheid, maar durfde nu de orde niet te verstoren en om te keren, om aan de Heer te vragen wat hij nu moest doen.
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] De Heer zag echter hoe het met Lamech gesteld was, en deed daarom alsof Hij de nood van Lamech niet opmerkte.
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Ik heb echter niet deze gang die wij nu maken bedoeld, maar alleen de ambtsgang van jouw priesterdom.
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Anderen zeiden echter: 'Zie, zie, onze voormalige koning des verderfs is een danser geworden!
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Wie echter deze tempel zal naderen met een onwaardig, onzuiver hart dat vol is van liefde tot de wereld en van zichzelf, die zal gegrepen worden door een vuur dat van het dak van de tempel neerstort. Dat vuur zal hem doden en vervolgens geheel verteren.
Hoofdstuk 238: De pracht en de inrichting van de tempel. De orde van de tempeldienst - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] In de tempel zal echter niemand binnentreden dan alleen jij, als de door Mij aangestelde opperpriester van de laagte - en wanneer er iemand uit de hoogte komt -, en dan na jou je oudste zoon, nadat je hem van tevoren in Mijn naam tot opperpriester in jouw plaats gezegend zult hebben.
Hoofdstuk 238: De pracht en de inrichting van de tempel. De orde van de tempeldienst - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Als jullie deze orde echter ooit weer verlaten, dan zal dit heiligdom jullie worden ontnomen, en in plaats daarvan zullen jullie het gericht boven het altaar als een alles verterende vlam aanschouwen.
Hoofdstuk 238: De pracht en de inrichting van de tempel. De orde van de tempeldienst - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] De Heer echter keek Henoch aan en zei door zijn hart tegen hem: 'Henoch, zie, hier de naam, boven de Drager ervan; hier een teken, boven de Gever van het teken; hier Mijn schijn, boven Mijn Zijn; hier de pracht van het teken, boven de macht van de Vader; hier alles van edelsteen en goud van de aarde, boven de levende liefde en mildheid van de Vader!
Hoofdstuk 240: Het altaar met de twee cherubijnen en de wolkenzuil. Henochs verwondering over de majestueuze altaarschikking in de laagte en de verklaring van de Heer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Zie, daartoe hebben wij allen slechts één middel, en dat heet de ware, grote deemoed van het hart! Maar waaruit bestaat die?
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Wanneer je echter in de tempel voor God staat, dan moet je niet je mond gebruiken, evenmin je handen, maar je moet in alle rust op Gods geest wachten en dat in alle deemoed en liefde van je hart.
Hoofdstuk 242: Henochs woorden aan Lamech over zijn taken als priester in de tempel. Voorschriften voor het onderzoeken van de bezoekers in de voorhof van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Je moet echter niet zeggen met je hart en noch veel minder niet ,je mond: `Grote, almachtige God, heilige Geest van alle eeuwige kracht en macht, kom tot mij, en maak mij uit Uw heilige mond Uw heilige wil bekend!',
Hoofdstuk 242: Henochs woorden aan Lamech over zijn taken als priester in de tempel. Voorschriften voor het onderzoeken van de bezoekers in de voorhof van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Mocht het echter niet komen, geef dan God in je hart de eer, treed daarna vol eerbied uit de tempel, en sluit deze weer voor eenennegentig dagen!
Hoofdstuk 242: Henochs woorden aan Lamech over zijn taken als priester in de tempel. Voorschriften voor het onderzoeken van de bezoekers in de voorhof van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  428 - 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453  ...