Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 45 van 1166

...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...
[11] Iedereen, die in Mijn naam over de hele wereld zal reizen om de volkeren Mijn leer even zuiver te verkondigen als hij die van Mij vernomen heeft, zal veilig over alle wegen en straten reizen en door geen enkele straatrover aangevallen worden. Hij zal over slangen, salamanders en schorpioenen kunnen lopen en zij zullen hem niet kunnen schaden; en als iemand vergif door zijn eten of drinken zal mengen, zal het zijn lichaam en bloed geen nadeel berokkenen. En mocht hij in hele troepen wolven, leeuwen, tijgers, panters, hyena's, beren en everzwijnen terechtkomen, dan zullen deze boze dieren hem niet alleen geen enkel kwaad doen, maar hem in geval van nood van dienst zijn; want een mens die van Gods geest vervuld is, is ook heer over de grimmigheid en toorn van boosaardige dieren, zoals hij ook heer over alle elementen is, als hij het geloof daarvoor zonder enige twijfel in zijn hart en ook in zijn ziel draagt.
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'En zie, zo heeft nu Degene aan wie alle macht in hemel en op aarde van eeuwigheid uit Hemzelf gegeven is, tot jou en jullie allen, die hier aanwezig zijn, gesproken, en daarom kunnen jullie ook geloven dat Ik alles wat Ik jullie beloofd heb ook zal doen; jullie hoeven je dus nergens anders zorgen over te maken dan dat jullie Mijn leer net zo zuiver aan de volkeren doorgeven als jullie die van Mij vernomen hebben!
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik heb jullie de leer en de macht om in Mijn naam wonderen te doen om niét gegeven, en zo moeten jullie dat alles ook om niét aan de volkeren geven! Maar als de mensen jullie ter wille van Mijn naam zullen liefhebben en jullie in alle vriendelijkheid willen dienen, dan mogen jullie die vriendelijkheid ook wel aannemen zoals dat door Mozes is toegestaan; want wie de liefde door de liefde dient en zo Gods ware altaar op aarde dient, mag ook van het altaar leven!
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar als jij nu volgens de aan ons geopenbaarde leer van de Heer zult leven en handelen, zal jouw machteloosheid en zwakheid door de kracht van de goddelijke liefde in jou veranderd worden in eigen macht en sterkte; en dat zal beslist heilzamer voor je zijn dan wanneer je verder nog getuige zou zijn van nog vele duizenden tekenen, maar voor jezelf toch in je oude machteloosheid en zwakheid zou blijven! Kijk, dat is mijn goed gefundeerde mening!'
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar wij gingen verder in deze plaats, en Ik zei tegen Roclus: 'Jij hebt deze kwestie weer goed opgelost en wij hebben een goed werk afgerond. Dat je Mij aan de schriftgeleerde waard niet bekend gemaakt hebt, was ook heel goed; want hij is nog niet rijp om Mijn persoonlijkheid, te kennen en te verdragen. Maar wanneer Ik morgen deze plaats verlaten heb en de waard bij jou zal komen om zijn onrechtmatig verkregen winst terug te betalen, kun je hem ook zeggen dat Ik in jouw gezelschap was en wat voor leer en macht Ik jullie gegeven heb, waar jullie hem van kunnen overtuigen, dan zal hij jullie daarna nog goede diensten bewijzen.'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Het antwoord luidt in het kort aldus: omdat Ik het Zelfzo verordend heb, opdat in de toekomst enkel en alleen de zuivere leer de mensen zou leiden en sturen en niet de macht van wonderdaden, die de vrije wil van de mens belemmert, zoals Ik al vaak heb laten zien. Hier in deze plaats, ten tijde van Mijn kortdurende aanwezigheid in Essea, die maar aan weinigen bekend was, baarden dergelijke grote wonderen niet zo'n groot opzien, omdat deze plaats al lange tijd wijd en zijd maar al te zeer bekend stond als een plaats van wonderen. Het mislukken van een wonderdaad zou ontegenzeglijk een groter opzien gebaard hebben dan het volkomen lukken ervan, wat ieder mens al net zo zeker verwachtte als de nacht op de dag en de dag op de voorbijgaande nacht volgt. Bovendien is aan allen die hier hulp vonden steeds heel ernstig bevolen om het wonder niet bekend te maken.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'De kreupelen en ziekelijken zijn puur heidenen en hangen nog hun oude goden aan. Maak hen tot belijders van de ene, ware God, en toon hun de kracht van Gods geest in de mens, wek het geloof en de liefde volgens Mijn leer in hen op en genees hen daarna, dan zullen jullie niets meer van hen te vrezen hebben; zij zullen jullie dan nog heel veel goede diensten bewijzen. En aangezien zij nu eenmaal reeds bij jullie horen, moeten zij ook bij jullie blijven! Jullie willen hier immers toch veel veranderen, zodat er van de oude, valse dingen niets meer aanwezig zal zijn; daarbij zullen jullie veel arbeiders nodig hebben en allen, die binnen deze muren leven, heel goed kunnen gebruiken. Bovendien hebben jullie een zodanige overvloed aan aardse goederen, dat jullie daarmee gemakkelijk tienduizend mensen gedurende duizend jaar kunnen onderhouden en voeden, en daarom kunnen jullie ook iedereen die hier binnen deze muren woont, wel voor een korte tijd goed onderhouden en voeden. -Ben jij het daar ook niet volkomen mee eens?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] En Ik verzekerde hem daarvan en zei: 'Blijf in Mij, onwankelbaar in geest en hart door het daadwerkelijke opvolgen van Mijn leer, dan zal Ik met Mijn genade en liefde in jou krachtig en werkzaam blijven! Amen.'
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik ben Zelf het licht, de weg, de eeuwige waarheid en het leven. Wie in Mij gelooft en volgens Mijn leer leeft, heeft het eeuwige leven reeds in zich en zal de dood nooit meer zien of voelen, al zou hij wat zijn lichaam betreft duizendmaal sterven; want wie in Mij gelooft, Mijn geboden houdt en Mij derhalve boven alles liefheeft, is in Mij en Ik in de geest in hem. En in degene in wie Ik ben is ook het eeuwige leven.
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar Ik zei op vriendelijke toon: 'Kom toch tot jezelf, kinderen! Zie Ik er als meest ware Vader van alle mensen dan zo verschrikkelijk uit, dat jullie nu door zo'n huivering voor Mij bevangen worden? Kijk, Mij is weliswaar niets onmogelijk -want in Mij is alle kracht, macht en gezag in de hemel en op aarde -maar Ik kan er niet voor zorgen dat Ik niet ben wat Ik ben, en jullie niet wat jullie zijn! Ik ben nu eenmaal Degene die Ik ben, was en zal zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en jullie zullen dat ook zijn en blijven.Als Ik jullie nu Mijn lieve kinderen noem, zijn jullie toch helemaal aan Mij gelijkwaardig, en als jullie volgens Mijn leer en dus ook volgens Mijn wil leven en handelen, zullen jullie werkelijk niet minder volmaakt zijn dan Ikzelf ben, en jullie zullen dezelfde tekenen kunnen doen die Ik doe. Want wat voor vreugde kunnen onvolmaakte kinderen aan een volmaakte Vader geven? Laat jullie te grote eerbied voor Mij dus varen en heb in plaats daarvan een volkomen vertrouwen en liefde voor Mij, dan zullen jullie Mij veel aangenamer, welgevalliger en dierbaarder zijn!
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar laat voortaan niemand meer betalen voor het water; want Ik heb er ook voor gezorgd dat jouw bronnen steeds rijkelijk en gezond water zullen geven. Wees altijd barmhartig tegenover armen, dan zul je ook barmhartigheid bij Mij vinden! Mijn zegen en Mijn genade heb je ontvangen, en die zullen ook bij je blijven als je metterdaad aan Mijn leer zult vasthouden; en zo zullen wij onze reis nu weer voortzetten.'
Hoofdstuk 5: De aankomst bij Jericho De Heer in Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] In de psalm viel mij onder andere vooral de zinsnede op, die als volgt luidde: ' Alle goden der volkeren zijn dode afgoden; maar de Heer (dus de ene, levende God van de Joden) heeft hemel en aarde gemaakt'. Zeg mij toch of dat volgens de volle, bewijsbare waarheid ook inderdaad zo is! Want wij heidenen gaan ervan uit dat er voordat de aarde en de hemel volledig ontwikkeld waren een ongeordende stof aanwezig was, waaruit bepaalde min of meer intelligente krachten, die wij niet kennen en die later door fantasierijke mensen tot afgoden gemaakt werden, de aarde vervolgens geleidelijk aan met alles wat zij draagt en ook de hemel gevormd hebben; maar jullie laten in zes dagen ofwel tijdsperioden alles door één God uit het niets scheppen. Wat is er nu waar? Talloze mensen in alle delen van de aarde, die ons wijd en zijd bekend zijn, geloven met kleine verschillen hetzelfde als wij en ook reeds de oudste Egyptenaren als een vrijwel aantoonbare waarheid hebben geloofd; maar jullie staan even ver van ons geloof af als de hemel van de aarde! Wie heeft er nu gelijk, en welk van de twee is waar? Als u de waarheid van jullie leer kunt aantonen, dan laten ik en al mijn metgezellen ons geloof varen en worden Joden; maar anders blijven wij wat wij zijn en zullen van de zanger ook niet verlangen dat hij ooit naar Athene of Rome komt.'
Hoofdstuk 10: De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Toen Ik dat gezegd had, verdwenen de boosaardige acrobaten ogenblikkelijk en werden verplaatst naar de Moren in Afrika, die wij al in Caesarea Philippi hebben leren kennen, waar ze weldra in de van Mij uitgaande leer werden onderwezen en zo Mijn leerlingen werden.
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] jij houdt Mij ook voor een echte profeet, en Ik zegje dat Ik dat ook ben -en toch ben Ik het ook weer niet! Want een profeet moest doen wat Gods geest hem gebood te doen. Maar Ik ben Zelf Heer en Dienaar, Ik schrijf Mijzelf de juiste wegen voor, en niemand kan Mij ter verantwoording roepen en zeggen: 'Waarom doe je dat?'Want Ik ben Zelf uit en in Mijzelf de waarheid, de weg en het leven; en wie volgens Mijn leer zal handelen en gelooft dat Ikzelf de waarheid, de weg en het leven en zodoende een volkomen onafhankelijke, geheel vrije Heer ben, zal ook net als Ik in zichzelf het eeuwige leven hebben.
Hoofdstuk 22: Over de bestemming van de mensen (12.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Vriend, van datgene wat jullie nodig hadden heb Ik jullie wel voorzien! Blijf nu in Mijn leer en handel en leef daarnaar, dan zal Ik met Mijn geest ook in jullie blijven; maar met Mijn lichaam moet Ik vanwege de vele armen, blinden en doden nu van hier vertrekken. Bovendien zal Ik, als Ik nu overdag door Jericho trek, toch al door veel mensen herkend worden die Mij bij Mijn vertrek vooruit en achterna zullen lopen, wat veelopzien zal baren. Als Ik eerst nog vanmiddag hier zou blijven, terwijl er hier veel gasten zullen arriveren, zou dat Mijn aanwezigheid nog meer bekend maken. En dat wil Ik niet, vanwege de aanwezige tempeldienaren! Daarom zal Ik Mij met Mijn leerlingen nu dan ook direct hiervandaan in de richting van Nahim begeven.'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58  ...