15542 resultaten - Pagina 441 van 1037
... 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 ...
[11] Maar in deze school kan men niet halfslachtig te werk gaan, maar daar moet men vóór alles alleen naar het rijk Gods streven en naar de gerechtigheid ervan, wat allemaal binnen in de mens is en nergens anders met enig prachtvertoon buiten de mens, en bekommer je niet om de dingen en schatten van deze wereld, die geen waarde hebben voor het leven van de ziel van de mens, omdat ze even vergankelijk zijn als de meest fraai schitterende dauwdruppel, die al door een zuchtje wind verdwijnt; want wat een echte leerling van Mijn school voor zijn tijdelijke levensonderhoud nodig heeft, zal hem als een vrije gift daarenboven geschonken worden.Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Kijk naar de vogels in de lucht, de dieren in het bos en die in het water! Ze zaaien niet en oogsten niet, en toch zijn ze allemaal voorzien van alles wat ze nodig hebben. Maar als God voor de dieren zorgt, dan zal Hij zeker nog veel meer zorgen voor de mensen die in Hem geloven en Hem boven alles liefhebben.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Zo kunnen jullie ook, om jullie een voorbeeld te geven, naar het gras en de vele bloemen op het veld kijken! Waarlijk, ze zijn prachtiger gesierd en gekleed dan koning Salomo in zijn grootste pracht ooit geweest is!
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen de twee dit van Johannes hadden gehoord, dachten ze bij zichzelf 'Merkwaardig! Deze leerling spreekt net zoals zijn meester en zegt ook, dat wij de lang gezochte waarheid hier eindelijk hebben gevonden. Dat is echt heel prijzenswaardig, alleen -wij bespeuren in onszelf nog heel weinig van die waarheid! We moeten ook naar die waarheid handelen, maar hoe is dat mogelijk, als de waarheid zelfons nog zeer duister is?
Hoofdstuk 156: De gedachten van de Grieken over de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Deze ene en enig ware God heeft Zichzelf en het feit dat Hij bestaat geopenbaard door Mozes op de berg Sinaï, en niet alleen onder grote, voor alle aanwezige Israëlieten zichtbare tekenen, maar Hij heeft hun ook buitengewoon wijze geboden en voorschriften gegeven waarmee ze een heel gelukkig volk konden zijn als ze die nauwkeurig in acht namen; want daarmee zouden ze God niet alleen volledig zichtbaar voor zich hebben gehad, met Wie ze als echte kinderen tot hun Vader over al hun vragen en noden vrijuit en openlijk konden en mochten spreken. Maar Hij heeft ook steeds de weg naar het eeuwige leven van de ziel helder voor hen verlicht en de grote wereld aan gene zijde met de zalige bewoners daarvan aanschouwelijk opengehouden, w.at duizenden mensen zelfs in deze zeer verduisterde tijd nog kunnen getuigen en waar heel veeloude profeten en zieners over hebben gesproken en geschreven.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Bijna talloos vele mensen vergaat het nu nog duizend keer erger dan het jullie is vergaan, voordat jullie de verloren oude waarheid zijn begonnen te zoeken, en het jullie voor een deel nog vergaat; waarlijk, als Ik niet in deze wereld gekomen was om de mensen opnieuw de weg naar het eeuwige leven van de ziel te tonen, dan had geen mens deze weg meer kunnen ontdekken en hier en aan gene zijde zalig kunnen worden!
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Als jullie Mij nu beter hebben begrepen dan aanvankelijk, handel er dan naar; en pas als het dan licht en helder in jullie wordt, zullen jullie volkomen inzien dat jullie hier bij Mij hebben gevonden, wat jullie twintig jaar lang met nog enkele anderen van jullie metgezellen tevergeefs hebben gezocht en pas nu hier vonden.'
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar in degenen die wel in Mij geloven en 'Heer, Heer!' zeggen, maar lauw zijn in hun handelen en nalatig in hun liefde voor hun naaste, zal Ik niet wonen en Ik zal Mijzelf niet aan hen openbaren en Mijn kracht en wijsheid zal hun ziel niet vervullen. Want omdat ieder mens een volkomen vrije wil heeft, wil Ik dat hij eerst, door in alles Mijn getrouw aan hem geopenbaarde wil te doen, geheel uit vrije wil naar Mij toe komt; en dan zal Ik ook bij hem komen, Mijzelf aan hem openbaren en hem vervolgens door de Heilige Geest van Mijn eeuwige en alom heersende liefde met al Mijn wijsheid en macht vervullen. - Zo sprak de Heer vroeger, en ook nu!'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Jullie geschiede naar jullie geloof; maar behalve wat jullie geloven, moeten jullie onthouden dat het voor een mens ter wille van zijn ziel niet altijd bevorderlijk is als hij met een volkomen gezond lichaam rondloopt; want als zijn vlees te gezond is, wordt het ook gemakkelijk geprikkeld tot allerlei zinnelijke lusten, waarin de ziel eerder mede begerig wordt dan wanneer haar vlees ziekelijk en zwak is, -en zo is een lichamelijke ziekte in zekere zin een wacht voor de deur van het innerlijke leven van de ziel.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Wie God in al het goede de eer geeft, is Hem welgevallig en een echte knecht en dienaar naar Zijn hart. God zal degene die God in zijn hart niet verlaat, niet verlaten, maar met Zijn hand beschermen; wie echter in zijn hart God verlaat en weinig of helemaal geen acht op Hem slaat, zijn eigen heer meent te zijn en volgens zijn wereldse verstand handelt, en zichzelf ervoor laat eren en over zijn schranderheid en zijn edele daden spreekt, als hem iets gelukt is, die beloont zichzelf en heeft van God geen loon te verwachten. Doe al het goede en waarachtig, wat jullie doen in Mijn naam, dan zal Ik met jullie zijn en jullie sterk en krachtig maken!'
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Nu vroegen de twee Mij of ze datgene wat ze hier op zo wonderbaarlijke wijze hadden beleefd, ook mochten vertellen aan hun metgezellen, die met hen mee naar dit kuuroord waren gekomen.
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Daarop stonden de twee Grieken op, bedankten Mij nogmaals en gingen naar hun metgezellen, die hen al waren gaan zoeken. Wij bleven echter tot midden op de dag op de berg en spraken met elkaar over de gevolgen van het geloof en de ware, zuivere liefde voor God en de naaste.
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Maar jullie moeten niet om iedere kleinigheid een klacht indienen en niet zonder dringende noodzaak naar de wereldse rechters lopen; want wat jullie niet willen en wensen dat jullie overkomt. ontzie daarin ook jullie medemensen, zolang dat mogelijk is. Alleen onmiskenbare dieven en rovers en te erge hoereerders en echtbrekers mogen jullie aan het gerecht overleveren en insgelijks degene die een moord heeft begaan. Maar daarbij moeten jullie je niet kwaad maken, maar alleen doen wat nodig is; laat al het andere aan Mij en de rechters over!
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Nu kwam een dienaar ons vertellen dat het middagmaal gereed was, en wij stonden op om naar het huis te gaan.
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen hun metgezellen dat en nog een paar dingen over Mijn wijsheid hadden gehoord, wilden ze ook naar Mij toegaan en Mij om genezing van hun lichaam vragen. Maar de twee Grieken hielden hen daar vanaf, door hun te vertellen dat Ik het kuuroord misschien nog diezelfde middag zou bezoeken. Daarmee stelden de metgezellen van de twee Grieken zich voorlopig tevreden, maar ze wilden toch over niets anders dan alleen over Mij praten.
Hoofdstuk 160: Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)